INHOUD DE PAAP VAN GRAMSCHAP
REGISTER
HOME CUBRA

Eerenbeemt, prof. dr. H.F.J.M van den
Eijkens, Anton

Eijkens, Joep
Eligh, Piet

Ellian, Afshin
Engel-Voeten, Fia

Engelberts, Jaap
Engelbewaarder, De
Erasmus

Erve, John van
Erlach van der Bilt
Evers, R.

Eyk, Henriëtte van


© Ronald Peeters 1992-2018 & Ed Schilders 2018 & Stichting Cultureel Brabant 2018


 

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K
L
M
N

O

P
R
S
T

U

V

W

 

Ronald Peeters & Ed Schilders

H.F.J.M van den Eerenbeemt - Henriëtte van Eyk


Eerenbeemt, prof. dr. H.F.J.M. van den

 

Regionaal Archief Tilburg


Prof. dr. H.F.J.M. van den Eerenbeemt, geboren op 1 januari 1930 te Roosendaal, is sinds 1964 woonachtig te Tilburg. Hij studeerde geschiedenis te Nijmegen, Leuven, München en Parijs, promoveerde in 1955 aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen, werd in 1956 lector en is vanaf 1961 gewoon hoogleraar in de sociale, economische en politieke geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Brabant. Hij was onder meer coördinerend redacteur van de Algemene Geschiedenis der Nederlanden en is voorzitter of lid van meerdere nationale commissies, besturen en redacties. Hij publiceerde meer dan tweehonderd studies (artikelen, besprekingen en vele boeken) met name op het terrein van de ontwikkeling van sociale ideeën in vroeger tijd, werkgelegenheid en sociale actie, aspecten uit de bedrijfsgeschiedenis, cultuurhistorie en over facetten betreffende de regionale geschiedenis. 
Zijn bibliografie (over de periode 1955-1986) verscheen in het liber amicorum Bewogen en Bewegen, dat hem in 1986 ter gelegenheid van zijn 25-jarig professoraat aan de KUB werd aangeboden. We noemen slechts vier boeken met Tilburgse onderwerpen: Van Lanschot en het Tilburgse bedrijfsleven 150 jaar geleden ('s-Hertogenbosch, 1959), het in samenwerking met dr. F. van Puijenbroek geschreven Pronte mensen; leven in Tilburg van toen (1900) (Tilburg, 1968), De onbekende Vincent van Gogh; leren en tekenen in Tilburg, 1866-1868 (Tilburg, Bergmans-MCH, 1972) en De 'Norbertijnen poort' te Tilburg op 't Goirke (samen met J.A.J. Becx, Tilburg, H. Gianotten, 1988).

Sedert 1956 is hij (hoofd)redacteur van en drijvende kracht achter de monografieënreeks Bijdragen tot de sociale en economische geschiedenis van het Zuiden van Nederland, sinds 1964 Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland geheten. Deze reeks wordt vanaf 1964 in Tilburg uitgegeven (Stichting Zuidelijk Historisch Contact). Een bekend deel is bijvoorbeeld De opkomst van Tilburg als industriestad (Nijmegen, 1959). Totaal zijn er nu al respectievelijk 12 en 88 delen in beide reeksen verschenen, waardoor het de langste serie monografieën op historisch gebied in Nederland werd. Vanaf 1959 heeft hij 27 proefschriften begeleid, waarvan de meeste een 'Brabants' onderwerp hebben. In 1982 werd hij onderscheiden met de Noordbrabantse provinciepenning. Van den Eerenbeemt werd in 1990 door het provinciaal bestuur benoemd tot hoofdredacteur van een in 1996 te verschijnen driedelig standaardwerk over de provincie Noord-Brabant van 1796-1996.
Prof. dr. H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Brabant Gemeten, Tilburg, 1983 (Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland dl. LVI), p. 166; Encycl. van Noord-Brabant, 1, 1985, p. 359-361; Minke E. Hiemstra, 'Bibliografie prof. dr. H.F.J.M. van den Eerenbeemt', in: Willem Frijhoff en Minke Hiemstra (red.), Bewogen en bewegen, Tilburg, H. Gianotten, 1986, p. 410-426; Peter van Zoest, 'Twee eeuwen Brabant te boek gesteld', in: Kubus, juni 1991, p. 2-4.


december 2014: prof. Van den Eerenbeemt overleed te Tilburg op 7 juni 2008.

 

  Peter Nissen - In memoriam (Tilburg Tijdschrift)
 

Ronald Peeters


Een deel van de reeks Zuidelijk Historisch Contact. Foto Ronald Peeters.

 

Eijkens, Anton


 

Ronald Peeters, ex libris Anton Eijkens (links); portret van Eijkens door Frans Mandos uit Rijmkroniek van Tilburg.


Antonius Maria Eijkens (schrijversnaam Anton Eijkens) werd op 17 september 1920 te Tilburg geboren. Na zijn eindexamen gymnasium alpha aan het St. Odulphuslyceum, trad hij in 1938 in dienst bij Bureau van Spaendonck. Hier was hij tot 1984 werkzaam, onder meer als secretaris van diverse werkgeversorganisaties en directeur van de Sector Secretariaten. 
Anton Eijkens behoorde in de jaren dertig tot de katholieke Brabantse jongeren die aansluiting vonden bij de Brabantia Nostra-traditie. Hij publiceerde diverse verhalen en gedichten in de bladen Brabantia Nostra en Edele Brabant. Van Brabantia Nostra, waar hij redacteur van was, wilde hij een zuiver literair tijdschrift maken. Van 1946-1950 zat hij in de redactie van Edele Brabant, een 'gezinsblad' dat het gedachtengoed van Brabantia Nostra probeerde te populariseren. 

Samen met onder anderen Jan Naaijkens werkte hij in 1948 mee aan het 'Brabants Halfuur' voor de KRO-radio. Verhalen van hem werden gebundeld in Rond de toren (Tilburg, Nederland's Boekhuis/Antwerpen, Vlaamsche Boekcentrale, 1946) en in De sprookjeshoorn (Tilburg, Nederland's Boekhuis/Antwerpen, Vlaamsche Boekcentrale, 1946), een bewerking van een aantal sprookjes uit verschillende landen. In 1946 werd zijn gedichtenbundel Een handvol verzen (Tilburg) uitgegeven. Bij het afscheid van burgemeester mr. J.C.A.M. van de Mortel in 1946, schreef hij het gedenkboek Rijmkroniek van Tilburg, het hart van Brabant, dat geheel door Kees Mandos werd gecalligrafeerd. In hetzelfde productieve jaar 1946 publiceerde hij verder nog Kruis en Ploeg, openluchtspel bij het 50-jarig bestaan van de NCB (een coproduktie met Jan Naaijkens), De dorpstoren, luisterspel voor de KRO, het korte verhaal Herodes Antipas dat in Het Huis met de Elf Kamers (Helmond, z.j.) werd opgenomen, en ten slotte het gedenkboek Wol, een verhaal van werkelijkheid en fantasie (Tilburg). 

Andere gedenkboeken van zijn hand zijn 75 jaar bouwen. Van ambacht tot industrie. N.V. Internationale Bouwcompagnie v/h fa. H. van Heeswijk te Best, 1889-1964 (met foto's van Cas Oorthuys en illustraties van Frans Mandos), Meesterlijke Momenten. Bureau van Spaendonck en mr. Barend Jan van Spaendonck, 1950-1987, en Kroniek van de parochie O.L. Vrouw van Lourdes (Koningshoeven) (Tilburg, Parochie O.L. Vrouw van Lourdes) ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de nieuwe kerk van de parochie. In 1978 werd de publikatie Keur uit de liederen van Toon Eijkens zoals hij ze bracht bij feestelijke gelegenheden van het Bureau van Spaendonck uitgebracht.

Bron: Rijmkroniek van Tilburg
GAT, bevolkingsregister 1921/1939, gezinskaart 52/146; dr. H. Kapteijns, 'Letteren in Noord-Brabant. Een eeuwoverzicht', in: Het Nieuwe Brabant, III, 's-Hertogenbosch, 1955, p. 260; NvhZ van 15-1-1964; Enycl. Noord-Brabant, 1, 1985, p. 395; dr. J.L.G. van Oudheusden, Brabantia Nostra een gewestelijke beweging voor fierheid en 'schoner' leven 1935-1951, Tilburg, 1990 p. 223, 331, 339, 343, 345, 348 en 350. Joep Eijkens, schriftelijke mededelingen 1 december 2015.


26 oktober 2003 en 2014: Op de website van CuBra is het originele manuscript van de aan burgemeester Van de Mortel in 1946 aangeboden Rijmkroniek van Tilburg integraal gepubliceerd.

Anton Eijkens overleed te Tilburg op 9 juni 2012.

Ronald Peeters & Ed Schilders

 

Bandstempel: Kees Mandos

 

Boekomslagen: Joep Eijkens Tzn.

 

Joep Eijkens

Boekomslag Joep Eijkens Tzn.

 

Houtsnede omslag : R. Snapper

 

Bron: Rijmkroniek van Tilburg

De tekening is van Jules Verschuuren; Brabantia Nostra, 9de jaargang, nummer 3, 1950.

Rijmkroniek van Tilburg, de geschiedenis en de volledige inhoud.

- Anton Eijkens over De Siemer

- De Sprookjeshoorn

- Een handvol verzen

- Wol

- Keur

- Vademecum van een liefhebber

- Rond de toren

- Het sprookje van het varken

- Over Frans Mandos

 

Eijkens, Joep (28 april 2015)

 

-          Na het gymnasium aan het Sint-Odulphuslyceum studeerde Joep Eijkens (Tilburg, 1950) moderne geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (afgestudeerd in 1979). Hij werkte als verslaggever bij Het Nieuwsblad van het Zuiden en later bij het Brabants Dagblad (tot 2008). In deze krant schreef hij onder andere over historische, religieuze en culturele onderwerpen en over (kunst)fotografie. Onder zijn redactie verschenen Enigen uit velen, Fraters van Zwijsen in 22 portretten (1994, een biografische bundel over de Fraters van Tilburg), het fotoboek Tilburg gezien door Harrie Janssens (1999) en het fotoboek WeerZien: Honderd oude foto’s en hun verhaal  (met Paul Spapens; 2006). In 2009 publiceerde hij het boek Tilburgs familiealbum. Sinds 2003 coördineert hij Brabants Licht, de fotografieafdeling van website CuBra. Joep Eijkens is de zoon van Toon Eijkens.
Encyclopedie van Tilburg (Tilburg, 2008), p. 144.

 

Ronald Peeters

 

 

 

 

Joep Eijkens - De Kluit - Uit: Geschreven Stad, Ed Schilders (redactie), Tilburg, Syntax Publishers, 1999.

 

De Nieuw Lovenstraat bestaat niet meer, hij liep in het stuk niemandsland tussen wat nu Gershwinstraat heet en Centaurusweg aan de rand van Industrieterrein Loven. Ook in 1967 lag café De Kluijt al aan een doodlopende weg.

Jo en Rika Kluijtmans waren broer en zus. Maar daar kwam ik ook pas achter toen Rika vertelde over Louis. Wij waren vaak de enige klanten: een stel middelbare scholieren die van vogels hielden en soms al om vijf uur in de ochtend de Rauwbraken introkken om te kijken naar bonte strandlopers en zwarte sterns.

Zelf ging ik wel eens in mijn eentje 's avonds naar De Kluijt. En dan zat er bijna altijd Fransje. Een kop met glimmend achterover gekamd haar en waterige ogen. Hij zat steeds op dezelfde donkere plek achter de kachel, het gezicht verlicht door de tv die keihard aanstond omdat Jo niet goed kon horen. Fransje haalde altijd zelf z'n pilsje uit de kelder. De tap deed het al lang niet meer. De opgezette buizerd in de glazenkast erachter was ook al jaren in de rui.

Fransje vond hier zijn thuis. Rika deed niet moederlijk tegen hem maar Jo bracht hem wel eens 's nachts na het Wilhelmus met zijn oude Opel terug naar huis. En als hij dan weer terugkwam en de auto in de onder de klimop verscholen garage had gezet, liep hij soms nog even de dijk op naar het moeras. Om naar de boomkikkers te luisteren in de lente. Of naar de overtrekkende rietganzen in de winter.

Maar sinds de zomer van 1965 was er een ander geluid bijgekomen. Het geluid van waterpompen die de hele nacht doorwerkten. Ze waren aan de kant van Berkel-Enschot begonnen de oude leemputten van de steenfabrieken van Stevens en Claesen dicht te gooien en het moeras op te spuiten met fijn geel zand. Zeezand. En hier en daar leek het al op een stukje strand. 'Alleen de golven nog en we kunnen pootjebaden in zee', zei Jo wel eens tegen Rika.

Maar Rika hield niet van die grappen. Ze had de laatste tijd last van evenwichtsstoornissen en ging niet meer wandelen. Zelfs niet in de theetuin waarvoor ze toch enkel maar de weg over hoefde te steken.

Ze haalde liever haar foto-albums voor de dag. Prachtig was het geweest. Nergens in heel Tilburg hadden ze zo'n mooie theetuin gehad als hier aan de rand van de Rauwbraken. De kieteltuin werd hij genoemd. Vanwege de vrijende paartjes. Trouwens ook de speeltuin was een begrip. Maar na de komst van de Efteling was het wel veel minder geworden. Vooral die ene foto van dat bankje van beukenstammetjes onder de paars bloeiende rododendrons vond ze mooi. Hoe vaak had ze daar zelf niet gezeten na sluitingstijd, luisterend naar de nachtegalen? Ja, ook wel met Louis. Maar zijn portret sloeg ze liefst over. Ze had het al eens uit het album willen verwijderen, maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen. Het was mooi geweest en zo moest het ook blijven.

Maar nu de stad dichterbij begon te komen, werd het allemaal anders. Jo had al plannen om te verhuizen, maar zij wilde er niet weg.

Rika was al dood toen Jo een huis kocht in Moergestel. Ik heb hem daar nog een keer opgezocht. Het was een grote villa, eigenlijk veel te sjiek voor hem. Maar gelukkig had hij de oude tapkast meegenomen. Fransje kwam ook nog wel eens, maar het was niet meer zoals vroeger. Al liep Jo nog steeds in zijn beige stofjas, geloof ik.

Waar het café lag, ligt nu sportcomplex De Kluit. Maar de rododendrons zijn er nog.

 

Eligh, Piet


 

Ronald Peeters


P.F.J.M. ('Piet') Eligh (1927) is vanaf 1956 leraar Nederlands, eerst aan het Pauluslyceum en daarna aan het Cobbenhagencollege in Tilburg. Hij promoveerde in juni 1991 te Amsterdam op een proefschrift over Mariken van Nieumeghen. Hij is gespecialiseerd in de religieuze literatuur in de late middeleeuwen. In 1981 publiceerde hij de gedichtenbundel Lopend door de herfst, en in 1985 de gedichtenbundel Gotische suite, beide bij Boekhandel Gianotten in Tilburg. Dr. Piet Eligh woont in Breda.
HN van 22-6-1991.

Piet Eligh overleed in 1998. Nadere gegevens zijn ons niet bekend.

 

Ellian, Afshin (27 juli 2015)

 

Bron: Wikipedia/Universiteit van Leiden

 

Afshin Ellian werd op 27 februari 1966 geboren in Teheran, waar hij werd opgeleid tot journalist en dichter. Zijn visie op de Iraanse politieke omstandigheden noopte hem om in 1987 asiel aan te vragen bij de Permanente Vertegenwoordiging van de VN in Kabul, waarna hij door de Nederlandse overheid uitgenodigd werd om samen met andere dissidenten als politiek vluchteling naar Nederland te komen (1989), waar hij ging studeren aan de Universiteit van Tilburg. In 1996 studeerde hij daar af in drie richtingen: internationaal publiekrecht, strafrecht en rechtsfilosofie, een unieke prestatie. Vervolgens promoveerde hij in 2003 aan deze universiteit op Een onderzoek naar de Waarheids- en Verzoeningscommissie van Zuid-Afrika. Sinds 2005 is hij als hoogleraar verbonden aan de rechtenfaculteit van Universiteit van Leiden en vanaf 2012 is hij directeur van het aan deze universiteit verbonden instituut Metajuridica.

Ellian heeft momenteel (2015) een weblog op de website van Elsevier. Eerder had hij een column in NRC Handelsblad.

Afshin Ellian, kreeg de Pim Fortuynprijs toegekend in 2015 maar zijn activiteiten als schrijver en blogger maken het nog steeds noodzakelijk dat hij permanent bewaakt wordt (2015).

Tijdens zijn verblijf in Tilburg publiceerde Ellian twee dichtbundels, uitgegeven door Vidya Publishers: Verrijzenis van woorden en Mensenherfst. Bovendien was hij zeer betrokken bij de lokale actualiteit. In 2000 publiceerde in het Brabants Dagblad/Tilburg Plus op de pagina met overlijdensberichten een in memoriam bij de honderdste sterdag van Marietje Kessels, in zowel het Perzich als het Nederlands gesteld. Ellian was ook de bedenker van de Tilburgse variant op het concept van de ‘Vrijplaats’ voor bedreigde schrijvers en journalisten. Dat leidde tot de oprichting van een stichting (Tilburg Vrijplaats), waarin hij echter, door zijn vertrek uit de stad, geen rol meer speelde. De start was echter een groot succes met de komst van de Zimbabwaanse journalist  en schrijver Wilf MBanga. Mbanga verbleef een jaar in Tilburg en maakte zich geliefd met zijn columns, schreef met zijn echtgenote Trish een roman, en vertrok daarna naar Londen, waar hij de krant The Zimbabwean begon te publiceren, die, ondanks velerlei tegenslagen en oppositie, nog steeds verschijnt (2015).

  Ed Schilders

Bibliografie uit WorldCat

Ellian, A. (1997). Verrijzenis van woorden =: Rastakhiz-e Wajeh-ha. Tilburg: Vidya.

Ellian, A. (January 01, 1997). Een kritische beschouwing over de mensenrechtendeclaratie van Caïro. Ars Aequi : Juridisch Studentenblad : Onder Auspiciën Van De Vereniging Van Juridische Faculteiten in Nederland, 46, 11, 793-800.

Ellian, A. (January 01, 1998). Reconciliation and Criminal Law during the Political Transition. Tilburg Foreign Law Review, 7, 1, 27-34.

Ellian, A. (January 01, 1998). Reconciliation and criminal law during the political transition. Tilburg Foreign Law Review : Journal on Foreign and Comparative Law, 7, 1, 27-34.

Ellian, A., & Koopmans, I. M. (2001). Media & strafrecht. Deventer: Gouda Quint.

Ellian, A. (2001). Mensenherfst. Nijmegen: Vidya Publishers.

Ellian, A. (2002). Over vrijheid en politieke correctheid: De innerlijke spanningen van het gelijkheidbeginsel : Burgemeester Daleslezing 2002. Nijmegen: s.n..

Ellian, A. (2003). Een onderzoek naar de Waarheids- en Verzoeningscommissie van Zuid-Afrika. Nijmegen: Wolf Legal Productions (WLP.

Ellian, A. (January 01, 2003). Oorlogsrecht en strafrecht in de strijd tegen het terrorisme: Hoop en wanhoop in de nieuwe oorlog. Terrorisme, Europa En Strafrecht, 16-38.

Ellian, A. (January 01, 2004). Waarheid versus straf: Waarheidscommissies gedurende politieke transities. Vergelding, Waarheidsvinding, Verzoening, 85-127.

Ellian, A. (January 01, 2004). Is de religie een vijand van politiek : het monotheisme als politiek probleem. Religie Als Bron Van Sociale Cohesie in De Democratische Rechtsstaat? : Godsdienst, Overheid En Civiele Religie in Een Post-Geseculariseerde Samenleving, 173.

Ellian, A. (2005). Dialoog met Mohammed. Uitgeverij Meulenhoff.

Ellian, A. (2005). Brieven van een Pers: Over Nederlands en islamitisch kannibalisme. Amsterdam: Meulenhoff.

Ellian, A. (January 01, 2005). De strijd tegen het terrorisme: een strijd om de rechten van de mens. Terrorismebestrijding Met Mensenrechten : Bijdragen Aan Het Njcm-Lustrumcongres "terrorismebestrijding Met Mensenrechten", Gehouden Ter Gelegenheid Van Het 30-Jarig Bestaan Van Het Njcm Op 8 April 2005 in Het Vredespaleis Te 's-Gravenhage, 131.

Ellian, A. (2008). Allah weet het niet beter: Columns. Amsterdam: Meulenhoff.

Ellian, A. (2008). Media & strafrecht. S.l: s.n.

Ellian, A. (January 01, 2008). Monotheism as a Political Problem: Political Islam and the Attack on Religious Equality and Freedom. Telos St Louis Mo Then New York-, 145, 87-102.

Ellian, A. (January 01, 2008). De juridisch, ideologische strijd over de strijd tegen het islamitische terrorisme. Terrorisme : Studies Over Terrorisme En Terrorismebestrijding, 641-698.

Ellian, A. (January 01, 2009). Polarisatie als een wezenlijk aspect van politiek. Polarisatie : Bedreigend En Verrijkend, 65.

Ellian, A. (January 01, 2009). Political Transition to a Democratic Regime: The South African Echoes of Forgiveness, Truth Commission and Negotiating Justice. Peace, Security and Development in an Era of Globalization : the Integrated Security Approach Viewed from a Multidisciplinary Perspective, 283-314.

Ellian, A., & Slootweg, T. (2010). Recht, beslissing en geweten: Beschouwingen naar aanleiding van Paul Scholten. Deventer: Kluwer.

Ellian, A. (January 01, 2011). Rechtstatelijke dilemma's: Ideologie: het cement van een terroristische organisatie. Universalis : Liber Amicorum Cyrille Fijnaut, 917-927.

Ellian, A., Molier, G., & Zwart, T. (2011). Mag ik dit zeggen?: Beschouwingen over de vrijheid van meningsuiting. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Ellian, A., & Molier, G. (2011). Terrorism: Ideology, law and policy. Dordrecht: RoL.

In Ellian, A., & In Molier, G. (2012). The state of exception and militant democracy in a time of terror.

Ellian, A. (January 01, 2012). President Bouterse en zijn amnesia: Suriname tussen waarheid en straffeloosheid. Nederlandsch Juristenblad : Weekblad Behoorende Bij De Nederlandsche Jurisprudentie, 87, 24, 1645-1651.

Ellian, A. (January 01, 2015). De sterfelijke god en de eeuwige terugkeer naar gelijkheid: Gelijkheid en vrijheid, maar voor wie en tot hoever?. De Strijd Van Gelijkheid En Vrijheid, 25-48.

Ellian, A., In Molier, G., & Awesta, A. G. (2015). Freedom of speech under attack.

 

Engel-Voeten, Fia (24 november 2015)

 

Sofia (Fia) Catharina Regina Voeten werd op 24 september 1923 geboren in Tilburg. Als glaskunstenares publiceerde zij voor hobbyïsten onder andere:

- Nieuwe ideeën met glas. Mogelijkheden met de emailleer- en keramiekoven (Cantecleer, 1976).

Lectuurrepertorium; Regionaal Archief Tilburg.

Bron: Internet 2015

 

Engelberts, Jaap


Jaap Engelberts schreef twee jongensboeken over de bekende Tilburgse wielrenner Jan Pijnenburg (1906-1979). Pijnenburg boekte in de jaren dertig veel succes. Zo reed hij vijftig zesdaagsen en won hij de zilveren medaille op de Olympische Spelen in Amsterdam in 1929. Hij had de bijnamen Jan Kanonbal en Jantje Pijn. Hij was tot in Amerika bekend. De boeken van Engelberts heten Hoe 'De Pijn' renner werd (Amsterdam, z.j.) en Pijnenburg's triomfen (Amsterdam, H. Meulenhoff, z.j.).
NvhZ van 3-12-1979.

Ronald Peeters

26 april 2015

-          Jaap Engelberts (Arnhem 1913 – Doetinchem 1983) was een telg uit een Arnhemse bankiersfamilie die naar de normen en waarden van die tijd niet wilde deugen. Hij wilde namelijk toneelspeler worden en dat was voor de Tweede Wereldoorlog nog erger dan wielrenner willen worden. Hij liep er voor van huis weg en kreeg zijn opleiding in Wenen. Hij maakte een tournee met het Salzburger Marionettentheater, werkte bij het impresariaat van Ernst Krauss en was van 1932 tot 1944 als acteur aan diverse gezelschappen verbonden. Enkele jaren trad hij op als voordrachtskunstenaar, vaak in programma's met pianist Simon Halie, daarna was hij 25 jaar bedrijfsleider en ambtenaar bij de provinciale griffie in Arnhem.
Engelberts schreef twee boeken: Hoe 'De Pijn' renner werd (Amsterdam, H. Meulenhoff, 1934), illustraties van B.J.E. Kempers (1904-1986), Reeks De Gulden Serie 10; en Pijnenburg's triomfen (Amsterdam, H. Meulenhoff, 1935), geïllustreerd door Jac. Köper, Reeks De Gulden Serie 12.

 

Heel vroeg in 't voorjaar van 1923 kocht Jantje Pijnenburg zijn eerste racefiets. Het geld ervoor haalde hij uit zijn spaarpot waarin hij Zondag aan Zondag, jaren lang, zijn kwattaverdienste opgespaard had. Het was een geweldig besluit, maar bij Jan stond het vast, muurvast, dat hij de fiets hebben moest. De groote vraag was maar geweest, welke fiets het moest wezen, welk merk, welke maat, welke kleur. Jan had verstand van racefietsen, nog voor hij er ooit een had bezeten. Op de Twem had hij racers met hun karretjes bezig gezien en met elkander hooren praten. Hij wist dat je letten moest op het gewicht, op de klank van de metalen buizen, op de kwaliteit van het hout, waarvan de velgen waren gemaakt. En dan moest je vooral opletten, of het wiel wel zuiver gespannen was en of de afstand tusschen zadel en stuur, de stand van het stuur en de hoogte van het zadel wel goed was. Goed voor wie de fiets gebruiken moest: voor elken renner is dat verschillend, naar gelang van zijn lichaamsbouw, en de houding die hij bij 't fietsen aanneemt. Jan had lang gewikt en gewogen voor hij zijn fiets kocht, hij had de handelaren tot wanhoop gebracht door al zijn vragen en kijken. Iedereen had hem raad willen geven, hem dit merk of dat model willen aanpraten, maar Jan hoefde geen raad. Hij zocht net zoolang tot hij had wat hij, hij zelf, goed vond en toen werd de koop gesloten. ...

Uit: Hoe ‘De Pijn' renner werd.

Piet Hein Honig, Acteurs- en Kleinkunstenaars-Lexicon (1984); Nieuwe Tilburgsche Courant van 28-12-1934; www.wielersportboeken.nl

 


Begin pagina

Inhoud De Paap van gramschap

CuBra Home


Engelbewaarder, De

 

Ed Schilders. Abonneewerving in 1949.


In 1885 werd De Engelbewaarder. Maandschrift tot bevordering van de godsdienstige opleiding der jeugd, zoals het aanvankelijk voluit heette, uitgegeven door kapelaan Hubert Lucas te Maastricht, en de jaargangen 6 en 7 (mei 1890-1891 en 1891-1892) door de R.K. Liefdadigheids Boekhandel van Joz. P.M. Witlox te Grave. Vanaf de achtste jaargang in 1893 (vanaf toen genaamd De Engelbewaarder. Geïllustreerd tijdschrift voor de Katholieke Jeugd) tot 1958, met een onderbreking van 1941 tot 1946, werd dit jeugdblad gedrukt en uitgegeven door het R.K. Jongensweeshuis van de Fraters van Tilburg. In 1909, toen De Engelbewaarder 25 jaar bestond, haalde het tijdschrift een oplage van 17.000 stuks, en in de beste tijd liep dit aantal op tot 28.000. De verspreiding geschiedde via de lagere scholen in Nederland, België, en in het voormalige Oost- en West-Indië. 

Aanvankelijk was het bedoeld voor kinderen vanaf negen jaar. Later werden er drie edities uitgegeven, De Engelbewaarder voor de jonge lezertjes, voor kinderen vanaf zes jaar, De Engelbewaarder, voor kinderen van negen tot twaalf jaar, en Onder de Gouden Wiek van de Engelbewaarder, voor leerlingen van het voortgezet onderwijs. Het tijdschrift bevat vervolgverhalen, raadseltjes en een brieven- en vragenrubriek. Vele verhalen zijn, nadat ze als afleveringen in De Engelbewaarder waren verschenen, als boek bij de Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis uitgegeven. Voorbeelden zijn de verhalen van Jon Svensson en de stripverhalen van Tante Leida Pannelat en Steven Sterkenarm. Het meest bekend zijn wel de verhalen van Puk en Muk van Frans Fransen, pseudoniem van frater Franciscus Xaverius van Ostaden, die vanaf 1926 in De Engelbewaarder stonden. Zo verschenen er in het tijdschrift onder de naam Christine artikelen door de vrouw van de Vlaamse schrijver Ernest Claes, en verhalen van de schrijfster Melati van Java, pseudoniem voor Nicoline M.C. Sloot (die in de vorige eeuw ook al in het letterkundige tijdschrift van de Fraters Bloemkrans publiceerde).
Het laatste nummer van De Engelbewaarder verscheen in 1958 door verkoop aan Uitgeverij De Spaarnestad te Haarlem. De jeugdbladen Okki en Taptoe zijn er in feite voortzettingen van.
Fr. M. Tharcisio Horsten, De Fraters van Tilburg van 1844-1944, deel 2, Tilburg, 1951, p. 159-161; drs. Kees Kolen, Puk en Muk uit de Schaduw van Tilburg, Tilburg, uitg. Antiquariaat De Schaduw, 1986, p. 13-14; J. Adriaans, R. van Raay en M. van der Weerd-Damen, 'Catalogus van de tentoonstelling 'Kennis en Deugd'. Over de geschiedenis van de Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis te Tilburg', in: Kennis en Deugd, Nijmegen, Dienstencentrum Kloosterarchieven in Nederland, 1991, p. 58.
juli 2001: Caesarius Mommers & Ger Janssen, Zwijsen een passie voor uitgeven. Geschiedenis van een educatieve uitgeverij (Tilburg, Uitgeverij Zwijsen, 1996).


Ronald Peeters


15 oktober 1956

 

Ed Schilders

De bestandsnamen bevatten de bibliografische gegevens.

 

 

Februari 1953.

 

 

 

 

Voorgaande en volgende omslag getekend door frater Vincenzo de Kok.

 

 

Grotere weergave

De 'Engelbewaarderreeks' van uitgeverij RK Jongensweeshuis. Bron: Catawiki 2015.

Engelbewaarderreeks, deel 1 tot en met 6 (gehele reeks?). Nummer 1 en 5 door Rud. Radbouds. Nummer 3 door Caesare Peters.

 

Logo's van de Engelbewaarderreeks

Ed Schilders


Erasmus


Gotere weergave


In oude perkamenten boekbanden worden zo nu en dan bij restauratiewerkzaamheden handschriften ontdekt die vaak veel ouder zijn dan het boek zelf. Door de schaarste aan perkament werden destijds gebruikte perkamenten voor die boekbanden gebruikt. In archieven kunnen veel verrassende ontdekkingen worden gedaan. Zo bevat het Algemeen Schepenprotocol van de heerlijkheid Tilburg en Goirle uit 1545, dat zich in het Rechterlijk Archief van het Tilburgse Gemeentearchief bevindt, tussen de folio's 19 en 20 een merkwaardige minuut van een schepenakte. Deze werd geschreven door secretaris mr. Laureys Zwijsen en is gedateerd 26 september 1545. Het merkwaardige zit hem in het feit dat de akte begint op de achterzijde van een gedrukt fragment van het titelblad van een onbekende uitgave van twee gedichten van Philippus Beroaldus (1453-1505) en van Erasmus (1467-1536). De akte vervolgt op de voorzijde van het blad. De bewaard gebleven tekst van het titelblad luidt:

 

Philippi Beroaldi Bononien(sis) Carme(n)
lugubre de dominice passionis die.


Erasmi Roterodami Theologi Expo- (sic)
stulatio Jesu cum homine suapte culpa
pereunte.


letterlijk vertaald:

Philippus Beroaldus uit Bologna 
Rouwlied over de dag van 's Heren lijden.

Van Erasmus uit Rotterdam
Woordenwisseling 
van Jezus met de mens die door eigen schuld
ten onder gaat.

 

Daaronder is een gedeelte van een houtgravure zichtbaar, voorstellende Christus aan het kruis. Deze houtsnede is bekend uit meerdere vroege drukken uit het begin van de zestiende eeuw, en verscheen in 1500 voor het eerste in de Delbecq-Schreiber-Passiereeks. In 1952 publiceerde dr. P.C. Boeren deze bijzondere vondst. Hij identificeerde de Latijnse spreuk boven de gravure als het handschrift van secretaris Adriaan Buckincx of Backinck, een voorganger van Zwijsen. Deze was van 1507-1519 secretaris van de heerlijkheid en zou het boekfragment in die tijd of vlak erna in het schepenprotocol hebben gelegd. De oudste druk van de Expostulatio van Erasmus, 90 versregels groot, dateert van 1512, hoewel de rudimentaire vorm ervan in 28 versregels reeds in 1499 bestond. Tilburg bezit een uniek fragment van een Erasmusdruk, geen boek maar wel een archiefstuk !
GAT, Rechterlijk Archief, nr. 292 (1545), tussen fol. 19 en 20; P.C. Boeren, 'Tilburgs kleingoed I. Een onbekende uitgave van een gedicht van Erasmus', in: Het Boek, deel 31, 's-Gravenhage, uitg. Martinus Nijhoff, afl. 1, 1952, p. 41-44.

Erlach van der Bilt La Motthe, Cornelis van


Cornelis van der Bilt la Motthe, geboren in 1829 te 's-Hertogenbosch, voegde aan zijn geslachtsnaam Van Erlach toe. Hij beoefende vele functies, onder andere die van bediende in een boekhandel in 's-Gravenhage. Daarna was hij journalist van achtereenvolgens de Nieuwe Rotterdamsche Courant en van het Haagsche Dagblad. Hij heeft onder enkele pseudoniemen geschreven, onder andere Sylvanus (Den Bosch). Als letterkundige woonde hij in Besoyen, Oisterwijk en Oirschot. Van Erlach van der Bilt la Motthe schreef enkele boeken: Het oude huis (1855), Eene vertelling voor meisjes (1855), Een kerkgang te Tilburg (1855) en De roman van Blijdenhoeve (1857). Hij overleed op jonge leeftijd 'door overmatige inspanning', in 1868.
Willem van Toorn (red.), Querido's letterkundige reisgids van Nederland, Amsterdam, 1982, p. 550 (door Carel Swinkels); Encycl. van Noord-Brabant, 1, 1985, p. 151.
Een kerkgang te Tilburg
 

Erve, John van

 

John van Erve (1947) is geboren en getogen in Utrecht. Na de middelbareschool ging hij naar de gemeentepolitie Utrecht. Daar bekleedde hij gedurende 20 jaar verschillende functies, zoals rechercheur bij de Kinder- en Zedenpolitie, chef illegaal vuurwapenbezit en illegale kansspelen. Hij was medeoprichter van een bureau Opleiding en Vorming. In 1985 stapte hij over naar de Leusdense locatie van de Politieacademie. Hij was daar enkele jaren docent en werd later verantwoordelijk voor de public relations en internationale contacten. Hij gaf les in communicatieve vaardigheden op de politieacademies van Madrid, Barcelona, Praag, Warschau en Rouen. Hij was voorzitter van de Nederlands-Spaanse commissie die de wetgeving op het gebied van mensenrechten moest beoordelen van kandidaat-lidstaten voor de Europese Unie.

Wekelijks werkt hij een dag er week als vrijwilliger op het Regionaal Archief Tilburg. Voor dit archief beschrijft hij documenten van de schepenbank van Tilburg van vóór 1811. Hij bestudeert deze archieven en publiceert regelmatig over zijn vondsten.

Een aantal artikelen van zijn hand op basis van de Tilburgse archieven heeft hij op CuBra gepubliceerd. KLIK HIER om naar de inhoud van die publicaties te gaan.

Mededelingen van de auteur, november 2018

 

Evers, R. (24 november 2015)

 

Maria Johanna Helena Evers werd op 25 september 1930 geboren in Tilburg in de Hoefstraat. Ze was onderwijzeres en schreef daarnaast een aantal meisjesboeken onder de naam R. Evers.

- Annelies, het dochtertje van de vliegenier (Haarlem, De  Spaarnestad, 1958)

- Annelies in Rotterdam (Haarlem, De Spaarnestad, 1959)

- Annelies terug in het dorp: Een leuk boek voor alle kinderen onder de tien jaar (’s-Hertogenbosch,  L.C.G. Malmberg, 1968)

Lectuurrepertorium; Regionaal Archief Tilburg.

 

Bron: Internet 2015

 

Eyk, Henriëtte van


 

Emile van der Wilk (links) en Ronald Peeters.


Henriëtte van Eyk werd op 15 februari 1897 te Amsterdam geboren. Zij was van 1936 tot 1946 getrouwd met de Tilburgse schrijver Ed. de Nève (pseudoniem voor Jean Lenglet, 1889-1961) die zij in 1933 leerde kennen, toen zij beiden dezelfde uitgever hadden (EM. Querido). Haar eerste boek was De kleine parade (1932). De Nève begint met een citaat uit dit boek in zijn roman Kerels (1933). Daarna schreef Henriëtte van Eyk de boeken Gabriël. De geschiedenis van een mager mannetje (1935), Intieme revue (1936), een bundel van haar artikelen uit De Groene Amsterdammer, en Truus de nachtmerrie (1939). Samen met Ed. de Nève schreef zij de verhalenbundel Aan den Loopenden Band (Amsterdam, Querido, 1934). In 1937 ontving zij de Van der Hoogt-prijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Tijdens de oorlog zat zij in het kunstenaarsverzet. In 1949 publiceerde zij samen met Simon Vestdijk Avontuur met Titia, een roman in brieven. Na de scheiding met De Nève in 1945 zou zij gedurende tien jaar een verhouding met Vestdijk hebben. Zij vertaalde ook het boek Reis door het Duister (1969) van de vorige vrouw van De Nève, de bekende Engelse schrijfster Jean Rhys. Haar herinneringen publiceerde Henriëtte van Eyk in 1973 in het boek Dierbare Wereld (1973). Zij overleed op 21 november 1980 te Amsterdam.

Bron: Internet

Persoonlijkheden in het koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld, Amsterdam, 1938, p. 459; H.J.M.F. Lodewick, W.A.M. de Moor en K. Nieuwenhuijzen, Ik probeer mijn pen. Atlas van de Nederlandse letterkunde, Amsterdam, 1979, 143, 156, 157; Emile van der Wilk, Ed. de Nève schrijver, journalist, verzetsman, 1889-1961, Tilburg, De Schaduw, 1989.
 


Begin pagina

Inhoud De Paap van gramschap

CuBra Home


Eerenbeemt, prof. dr. H.F.J.M van den
Eijkens, Anton

Eijkens, Joep
Eligh, Piet

Ellian, Afshin
Engel-Voeten, Fia

Engelberts, Jaap
Engelbewaarder, De
Erasmus
Erlach van der Bilt

Erve, John van
Evers, R.

Eyk, Henriëtte van