|
Uit
het Voorwoord van Prudens van Duyse
"Wylen
myn kunstvriend Immerzeel, even gunstig door zyne vertalingen uit
Delille als door zyn humoristisch werkje Voor opgeruimden van geest,
gekend, verklaerde in 1831, my meer dan eens de pen opgevat en
neergelegd te hebben by het besluit om Ver-Vert
een nederlandsch rokje aen te trekken. Ik was nog jong toen hy
my dit vertelde: Welnu! zeide ik, ik zal 't wagen, en wat gy liet
steken, goed of slecht voltrekken : ik ben van Vlaenderen, en derhalve
kan ik de kloosters meer van naby kennen dan gy, myn vriend. Die
kennis is misschien eene vereischte in den vertaler van Ver-Vert.
Wat er van zy, gy zult myne pooging beoordeelen, en, die onverbeterd
in't vuer, of, door u verbeterd, ter perse zenden."
"—
Juist, amice. Ver-Vert, en hier op zyn alle natiën het eens,
die den schranderen vogel kennen en niet vertaeld hebben, is een
meesterstuk. Het is maer een poème de Chevalet,een kunstwoord
dat hier niemand letterlyk zal vertalen; maer dit tafereeltje is
hoogstkeurig in alle zyne deelen uitgevoerd; het kostelyk gesteente is
klein, maer zeer kunstig geslepen. Dan, Ver-vert is het kind
van zyn tydstip, en dat tydstip is zelfs voor de franschen ver af.
—
't Is zoo, doch voor België heeft het stuk misschien eene soort van
oogenblikkelyk belang, of actualiteit, die het thans grootendeels voor
Frankryk mist. Onze vrouwenkloosters groeijen dagelyks
aen, en in deze kloosters zyn er denkelyk ook papegaeijen, gelyk
eertyds."
"Ook
heb ik myn Groentje, voor zoo ver ik hetzelve het myne mag noemen, aen
eene doorluchtige blinde dichteresse
voorgelezen, even beroemd door haren verheven geest als hare
godvrucht, en zy heeft er eens hartelyk om gelachen. Wat meer is, eene
hollandsche Dame, die ik de eer heb onder myne vriendinnen te mogen
tellen, heeft er de opdragt van willen aenvaerden." 
|
Wie deze 'hollandsche Dame' is, wordt uit
het exemplaar waarop deze weergave gebaseerd is, niet duidelijk. Het
ex. bevat twee handgeschreven mededelingen die beide als opdracht
gezien zouden kunnen worden. Zie hieronder.
De identiteit van 'de blinde dichteresse'.
|