Parijs - 19e eeuw Heinrich (Henri) Heine De dood van Cocotte

"De zaak peterselie - The Case of the Poisoned Parrot - Perroquet et persil" 

CuBra

HOME

 

Wat vooraf ging

HPM

Dat Henri en Mathilde Heine een papegaai hielden, lezen we voor het eerst in de geciteerde brief van Heine aan Laube, 7 januari 1839. Deze papegaai heet Cocotte.

Sommige biografen nemen aan dat er ook een Cocotte II geweest is, de papegaai die Cocotte opvolgde na diens dood. 

In de brieven van Heine vinden we niets met betrekking tot de lotgevallen van beide Cocottes. Dus ook niet over de legendarische anekdote waarin beweerd wordt dat Heine zo'n hekel kreeg aan de geluidsoverlast die Cocotte veroorzaakte dat hij haar vergiftigde, of liet vergiftigen. Het enorme verdriet van Mathilde om de dood van Cocotte zou echter vrijwel onmiddellijk geleid hebben tot de aanschaf van een nieuwe vogel, Cocotte II.

Op deze pagina zoekt het Papegaaienmuseum 'De zaak Cocotte' tot op de bodem uit.

Daarbij worden de volgende aspecten uitputtend behandeld:

Onderzoek naar de omstandigheden van de vermeende gifmoord

Onderzoek naar het vermeende moordwapen: peterselie

Onderzoek naar Heine's gebruik van de koosnaam Nonotte

Onderzoek van biografische bronnen.

Papegaai en gif, zie ook: Jacquot van Dumas fils & Loulou van Gustave Flaubert Coco van Henri Murger Monsieur Persil van Alexandre Dumas père
Onderzoek naar de omstandigheden van de vermeende gifmoord
Het slachtoffer

HPM

Dit is de enige afbeelding van Cocotte en, naar men zegt, de tweede van die naam.

De bronnen geven echter geen definitief uitsluitsel of er wel twee Cocottes geweest zijn.

 

Mogelijkheid 1

Zeker is, dat Cocotte 1 in 1844 met Heine is meegereisd naar Hamburg. Op 16 oktober van dat jaar keren ze terug in Parijs. Als Cocotte 1 dus vergiftigd is, dan na die datum.

Als Cocotte 1 vergiftigd is, dan is het Cocotte 2 die een natuurlijke dood sterft, kort voordat Heine in 1856 overlijdt (cf. Caroline Jaubert)

En dan is het Cocotte 1 die door Kohn-Arbrest in opgezette vorm wordt waargenomen in de eetkamer van huize Heine.

 

Mogelijkheid 2

Cocotte 1 is niet vergiftigd.

Er is dus ook geen Cocotte 2.

Er is dus ook geen opgezette papegaai, zoals Kohn-Abrest wil, of althans was die opgezette papegaai niet Cocotte 1.

En het is Cocotte 1 die een natuurlijke dood sterft, kort voordat Heine overlijdt.

Cocotte

Bron: Caroline Jaubert: Souvenirs de Madame C. Jaubert: Lettres et correspondances (1884)

Soortbepaling en autopsie

De afbeelding geeft geen uitsluitsel over het feit of er een opgezette dan wel een levende papegaai afgebeeld is, zelfs niet of we naar een foto of een knappe tekening zitten te kijken... Desalnietemin, ondanks de wazige zwart-wit verschijning van Cocotte, kan gesteld worden dat het hier handelt om een exemplaar van het geslacht Psittacula , en meer specifiek: een van de soort Psittacula cyanocephala, voor het eerst beschreven door Linneaus in 1766. Pruimkopparkiet in alledaags Nederlands. De houding van het beest komt een beetje vreemd over, alhoewel niet onmogelijk. Van nature neemt een papegaai van het geslacht Psittacula een wat virielere houding aan, meer rechtopstaand. Meer als een mannelijk geslachtsdeel in erectio, welke gelijkenis deze papegaaien overigens ook tot uitdrukking brengen in hun tekening en kleuring. Eikelkopparkiet zou een betere naam zijn voor deze soort.

Vooralsnog houden wij het erop dat de afbeelding een opgezette Cocotte betreft, en wel opgezet door een preparateur die niet goed thuis was in de wereld van verschijning en gedrag van papegaaien.

We zien hier dan dus ofwel de na oktober 1844 vergiftigde Cocotte, ofwel de Cocotte die even vóór Heine gestorven is.

Wanneer de afbeelding fotografisch is, bestaat de geprepareerde Cocotte mogelijk nog, en autopsie zou definitief uitsluitsel kunnen geven over de doodsoorzaak.

 

Het geslacht Psittacula - Een andere soort van dit geslacht zien we afgebeeld op een prent van Albrecht Dürer -- Adam en Eva uit 1504 -- en op een van zijn tekeningen uit 1500: de zogenaamde Psittacula krameri, voor het eerst beschreven door Scopoli in 1769.

psittacula cyanocephalus

psittacula krameri

Dürer: Adam en Eva

Dürer: Prent uit 1500

De veronderstelling

Martin van Amerongen: Het Matrassengraf, H. 16: 1855

 

(...) Niettemin was hij [Heine] blij als een kind met zijn nieuwe behuizing, (avenue Matignon nr.3, 5e etage) vooral omdat hij eindelijk verlost was van dat zenuwslopende pianogetingel en het geklos van zware, Parijse werkmanslaarzen. De enige bron van geluidsoverlast, behalve natuurlijk Mathilde, was thans Mathilde’s innig geliefde papegaai Cocotte II. Heine had een grondige afkeer van het dier, wiens gekrijs, als het een beetje in goede vorm stak, vier huizenblokken ver te horen was. De dichter had Cocotte I, de voorganger van deze bontgevederde schreeuwlelijk, in een onbewaakt ogenblik vergiftigd, een ongetwijfeld afkeurenswaardig, maar alleszins begrijpelijk initiatief. Mathilde snikte hartbrekend: ‘Nu ben ik helemaal alleen op deze wereld’ – waarna haar teergevoelige echtgenoot onmiddellijk een andere papegaai kocht. Dat was de genoemde Cocotte II, die nog harder bleek te kunnen  schreeuwen. Het dier was slechts tot rust te brengen door middel van tuchtiging met het zweepje, dat gebruiksklaar naast de kooi lag.

De beschuldiging: Heinrich Heine had de hand in de dood door vergif van Mathilde Heine's papegaai Cocotte
Bevestiging van de veronderstelling dat Heine de hand had in de dood van Cocotte

Ethel Colburn-Mayne: Enchanters of men (1909): Mathilde Mirat

 

(…) This [the new parrot] was Cocotte Number Two. Number One had met his death at Heine's own hands. (For we must in justice show both sides of the picture!) He had suddenly become possessed by a furious jealousy of the bird, and with Weill's connivance, he gave it poison. The three, Henri, Mathilde, and Weill, had been dining at a restaurant and, coming home, found the dead parrot in the cage. Mathilde uttered a terribly poignant cry then flung herself on the ground, and exclaimed, " Me voila seule au monde " The men laughed, somewhat guiltily no doubt, and Heine said, " Am / nothing? " She rose, and with a tragic gesture: " Nothing, nothing, nothing! " Still Heine laughed; and Weill, foreseeing tumult, effaced himself. But next day when he arrived, all was calm only Henri drew him aside : "Never let her know it was I. She would be incapable of forgiving me."

She never did know; he got her another Cocotte in a week. . .

Een verdachte getuige
Rattengif?

Birgit Rühe-Freist: Mathilde Heine, Lebenspartnerin und Ehefrau von Heinrich Heine, 125. Todestag am 17. Februar 2008

...Cocotte, den er [Heine] mit Rattengift umbrachte, um ihr sofort einen neuen zu kaufen.. 

 

Een verdachte handlanger: Alexandre Weill
Verdachte Weill legt een bekentenis af

Albert Weill - Souvenirs intimes de Henri Heine, 1883

Heine, jaloux de l'amour de sa femme pour sa perruche, qu'elle adorait, me dit ; "Je vais la lui empoisonner, mais pour Dieu, ne lui dites rien, je serais perdu dans son esprit pour toujours!"  Je lui achetai donc du persil et le lui remis en cachette. Ce Jour-là, nous dînâmes dehors ensemble dans un restaurant. Rentrés rue Bleue, car Heine, prévoyant une scène, me pria de rentrer avec eux, Mathilde, trouvant sa perruche morte, poussa un cri terrible, un vrai cri du coeur!

Alexandre Weill

Alexandre Weill

Nader verhoor door Het Papegaaienmuseum van medeplichtige Weill
Verdachte Weill licht zijn bekentenis toe

Albert Weill - Souvenirs intimes de Henri Heine, 1883

 

La première fois que Heine me demanda mon avis sur Mathilde, je iui dis: Physiquement, elle ressemble à Marie Stuart, moins, j'espère, le vice et le crime. Il me semble, dit-il, qu'elle ne ressemble à aucune figure connue. Elle est tout à fait originale et sui generis. C’est pourquoi je l'aime tant. Avec sa nature excessive elle ne ferait pas de mal à un chat. Elle adore les bêtes, surtout les perruches, et elle ne lit pas de romans. J'ai dépensé plus de dix mille francs pour lui apprendre à lire et à écrire, car quand je l'ai prise elle ne savait rien. Marie Stuart était jalouse, Mathilde ne l'est pas. Je ne répondis pas, mais à mesure que j'étudiais le caractère de cette femme originale, je crus m'apercevoir que malgré sa coquetterie et son désir d'être adorée, elle était froide et n'aimait pas son amant avec la même passion qu'il l'aimait, qu'en vérité elle n'aimait aucun homme — je ne lui en ai pas connu au moins. — Un jour (ici j'anticipe), elle était mariée alors et demeurait rue Bleue; Heine, jaloux de l'amour de sa femme pour sa perruche, qu'elle adorait, me dit ; «Je vais la lui empoisonner, mais pour Dieu, ne lui dites rien, je serais perdu dans son esprit pour toujours!» Je lui achetai donc du persil et le lui remis en cachette. Ce Jour-là, nous dînâmes dehors ensemble dans un restaurant. Rentrés rue Bleue, car Heine, prévoyant une scène, me pria de rentrer avec eux, Mathilde, trouvant sa perruche morte, poussa un cri terrible, un vrai cri du cœur ; puis se pâmant, et comme s'il n'y avait qu'elle, en présence de son mari et de moi, elle se roula sur le parquet en sanglotant et en criant : « Me voilà seule au monde!»  Nous éclatâmes de rire. « Comment! s'écria Heine, je ne te suis donc rien! » Brusquement alors elle se leva, et prenant l'air d'Alice devant Bertram, elle lui dit: « Rien! rien! rien!» Heine riait toujours; mais comme je prévoyais une forte scène conjugale, car j'avais déjà assisté à plusieurs batteries et roulements sur le parquet, je m'éclipsai. Le lendemain, la paix était faite, mais ces paroles: « Me voilà seule au monde ! » jaillies involontairemènt de son coeur comme une source du rocher, ont fait pendant des années le sujet de nos conversations de table. Mme Heine n'a jamais su que son mari lui avait empoisonné sa perruche. Elle ne le lui aurait pas pardonné. Mais lui, au bout de huit jours, lui en acheta une autre, moins jolie, il est vrai, et beaucoup moins chère, et pour laquelle elle n'eut plus la même passion exclusive.

Twijfels

door H. van Boxtel, Het papegaaienmuseum

De scène moeten wij ons  als volgt voorstellen:

Peterselie was niet in voorraad in huize Heine, zodat dus aan verdachte Weill gevraagd wordt er wat van te gaan kopen. Weill bezorgt de dichter het gewenste kruid zonder dat Mathilde daar weet van heeft. Cocotte krijgt dit opgediend. Fijngehakt, of in takjes, en... dood. Mathilde weet niet beter dan dat hier sprake is van een natuurlijke dood.

Echter. Een papegaai is geen propere eter. Op de bodem van de kooi zullen zeker sporen van de peterselie achtergebleven zijn, en wanneer deze gehakt is geweest, zullen er stukjes aan de bek van het dode beest hebben gekleefd. Onwaarschijnlijk dus dat Mathilde aan een natuurlijke dood gedacht heeft.

Het spoor - de vermoorde papegaai - leidt Het Papegaaienmuseum naar Henri Murger en Giacomo Puccini

Henri Murger

Giacomo Puccini - 1896

Opera La Bohème op basis van Henri Murgers toneelstuk (1849) en novellen (1851) Scènes de la vie de Bohème. Het libretto van La Bohème , werd geschreven door Luigi Illica en Giuseppe Giacosa.

Opmerkelijk is dat in het libretto van La Bohème eveneens sprake is van een moord op een papegaai... met peterselie.

 

BEWIJSSTUK 1

-- Mais, milord, dit Schaunard, il y a un moyen de vous débarrasser de cette bête: c'est le persil. Tous les chimistes n'ont qu'un cri pour déclarer que cette plante potagère est l'acide prussique de ces animaux; faites hacher du persil sur vos tapis, et faites-les secouer par la fenêtre sur la cage de Coco: il expirera absolument comme s'il avait été invité à dîner par le pape Alexandre VI.

 

"But milord," said Schaunard, "there is a sure way to rid yourself of this creature -- parsley. The chemists are unanimous in declaring that this culinary plant is prussic acid [Blauwzuur: HCN] to such birds. Chop up a little parsley, and shake it out of the window on Coco's cage, and the creature will die as certainly as if Pope Alexander VI had invited it to dinner."

Henri Murger, Scènes de la Vie de Bohème Chapter XVII The Toilette of the Graces.

 

BEWIJSSTUK 2

(Schaunard): ... when should we start our lessons?... (realising that no one is paying any attention) ... I present myself, he accepts me, and I ask him: when do we start lessons?

(Rodolfo): (imitating the English accent) Right now old chap!..."Look!" he says and he points to a parrot on the first floor, then adds: "until the parrot dies you go on playing."...

(… )

(Schaunard):  ... I prepared a parsley mix...

(Rodolfo): ... the feast!

(Schaunard): ... Lorito spread his wings out, Lorito opened up his beak; I fed him my parsley mix, and then like Socrates, he died!

 

Net zo lang pianospelen dus, tot de papegaai sterft.

Er wordt eten bereid, en de papegaai krijgt ook een hapje. Peterselie. Als een Socrates sterft hij. De pianist kan stoppen.

 

Zijn de librettisten geïnspireerd geweest door het levensverhaal van Heine? Hadden zij het boek van Weill gelezen?

Onderzoek naar het moordwapen: peterselie
Van het internet - 2010

 

Parsley is a particularly nutritious green plant but for whatever reason, it has long been suspected of being poisonous to birds. Parsley is not toxic to birds and can be fed in moderation without any problem. It is a good source of iron, beta carotene and vitamins B1, B2 and C. Parsley contains most of the amino acids that are the "building blocks" of protein. Medicinal benefits: Parsley is useful as a blood purifier. It detoxifies harmful contaminants, promotes healthy skin and feathers, tones the digestive system, prevents kidney ailments and treats arthritis. It also acts as a natural antibiotic.

Dat peterselie giftig is voor vogels blijkt een mythe uit het volksgeloof. Zie ook volgende:
Van het internet - 2010 Contrairement à beaucoup de rumeurs et de "on dit", le persil n’est pas toxique. Heine door Het Papegaaienmuseum vrijgesproken van de aanklacht
Vrijspraak bij gebrek aan bewijs

HPM

Niets wijst erop dat Heine opdracht heeft gegeven tot de moord op Cocotte, behalve de bekentenis van Weill. Het verhaal van de moord op Cocotte is alleen bekend van Weill. Heine zelf heeft er met geen letter over geschreven. Hij keek wel uit. Zijn vrouw kon dan weliswaar niet lezen, een dergelijk verhaal zou haar vroeg of laat wel ter ore zijn gekomen. Via via, of op straat. Weill heeft de omstandigheden van de dood van Cocotte waarschijnlijk naar zijn hand gezet op basis van het algemene, folkloristische vooroordeel uit die tijd dat peterselie dodelijk was voor vogels. Dat deed ook Henri Murger in zijn Scènes de la vie de Bohème, en dat deed ook Puccini in de opera La Bohème.

Maar toch...
Onderzoek naar het vermeende moordwapen: peterselie
Het moordwapen nader beschouwd

HPM

Het papegaaienmuseum heeft onderzoek gedaan naar het volksgeloof omtrent peterselie, zoals dat in de 19e eeuw nog gangbaar was. Daaruit blijkt dat peterselie traditioneel in verband is gebracht, en werd aangezien voor of verward met dodelijke familieleden als dolle kervel en gevlekte scheerling. Heeft het milieu waaruit peterselie afkomstig was de biografen van Heine bevooroordeeld? Een dubbelganger van de dader?
Het geslacht peterselie

HPM

Rijk: Plantae (Planten)

Stam: Embryophyta (Landplanten)

Klasse: Spermatopsida (Zaadplanten)

Orde: Apiales

Familie: Apiaceae (Schermbloemachtigen)

Geslacht: Petroselinum

Genus: Petroselinum crispum (peterselie)

Geslacht: Chaerophyllum

Genus: Chaerophyllum temulum (dolle kervel)

Geslacht: Conium

Genus: Conium maculatum (gevlekte scheerling)

Tot de familie van de schermbloemachtigen worden dus zowel peterselie, dollekervel, als gevlekte scheerling gerekend.

Peterselie

Dollekervel

Gevlekte scheerling

Peterselie al vaker beschuldigd

De onschuldige peterselie in de volkstaal aangezien voor de dodelijke dollekervel of gevlekte scheerling

 

Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten ; H. Heukels, 1907

Conium

Gevlekte scheerling

Wilde peterselie

Wilde scheerling

Dolle kervel

Vergiftigde kervel

Sokrates - Een beroemde voorganger van Cocotte?
Stierf ook Socrates aan de gifbeker met dolle kervel?

Plato, Faedo: 117e-118a, in de vertaling van Gerard Koolschijn:

De papegaai die sterft als een Socrates.

Hij [Socrates] liep rond en toen hij zei dat zijn benen zwaar werden, ging hij op zijn rug liggen – dat had de man hem gezegd – en daarbij pakte hij, degene die hem het gif had gegeven, hem beet en na een poosje begon hij zijn voeten en benen te onderzoeken. Daarna kneep hij hard in zijn voet en vroeg of hij dat voelde en hij zei van niet. En daarna weer in zijn schenen. Zo ging hij omhoog en liet hij ons zien dat hij koud werd en verstijfde. Zelf voelde hij ook en hij zei dat hij wanneer het bij zijn hart kwam zou overlijden. Toen het nu ongeveer zover was dat het rond zijn buik koud werd, sloeg hij zijn mantel terug – hij had hem over zijn hoofd getrokken – en zei, en dat waren dus de laatste woorden die hij sprak: ‘Kriton, we zijn Asklepios een haan schuldig. Geef hem die en verzuim het niet.’

‘Ja’ zei Kriton ‘het zal gebeuren. Maar bedenk of je nog iets anders wilt zeggen.’

Op die vraag van hem gaf hij geen antwoord meer. Korte tijd later bewoog hij en toen de man zijn mantel wegtrok, was zijn blik star. Toen Kriton dat zag sloot hij zijn mond en zijn ogen.

Wat kreeg Socrates te drinken? 

Plato spreekt slechts van to pharmakon, het medicijn…

Alle essays waarin de dood van Socrates wordt toegeschreven als het gevolg van de dronk uit een gifbeker zijn slechts interpretaties met als usual suspects de dollekervel en de gevlekte scheerling.  

Het invullen van de  gestelde vergelijking laten wij aan de verbeelding van de lezer over. De papegaai die nog wat rondkuiert op de bodem van zijn kooi, die zware voeten krijgt, gaat liggen, die koud wordt, en stijf, van zijn poten uit, en onderwijl naar laatste woorden zoekt, en rustig, beheerst bijna, het loodje legt. Dat het zeer dramatisch en aangrijpend moet zijn, lijkt ons duidelijk.

De dood van Sokrates door David

Onderzoek naar Heine's gebruik van de koosnaam Nonotte
Een merkwaardig toeval?

HPM

Bron: Das Heine Portal

 

Cocotte is het verkleinwoord van Coco, een koosnaam. Het is opmerkelijk dat Heine ook voor Mathilde graag een koosnaampje gebruikte, namelijk 'Nonotte'.

In het licht van de onderhavige moordzaak heeft het Papegaaienmuseum ook het Nonotte-spoor nagetrokken aan de hand van Heines brieven aan Mathilde:

 

Hambourg ce 2 Nov. 1843

Mon beau trésor! ma nonotte cherie!

 

Hamburg ce 5 Novembre 1843.

Ma nonotte cherie!

 

Hambourg ce 13 Nov. 1843

Ma nonotte cherie!

 

Hambourg, (Lundi) ce 12 (?) Août 1844

Ma chère Nonotte!

 

Hamburg 16 Aug 1844;

Ma chère Nonotte!

 

Hamrg ce 23 Août 1844

Ma chère Nonotte!

 

Hambourg ce 27 Aout 1844

Ma chère Nonotte!

 

Hambourg ce 2 Septembre 44

Adieu, ma nonotte bien aimée

 

Hambourg ce 1 Octobre 1844

ma Nonotte cherie, ma bien-aimée, mon pauvre trésor, ma seule joie sur cette terre!

De dubbelgangster van Mathilde: Nonotte.
Conclusie

HPM

Nonotte en Cocotte! Heine gebruikt de koosnaam 'Nonotte'  niet meer -- althans niet in geschrifte -- na oktober 1844. De indruk kan nu gewekt zijn dat dit voorkomt uit Heine's schuldgevoel na de dood van Cocotte. 

Het Papegaaienmuseum steunt deze hypothese niet. Er bestaan bijvoorbeeld gewoonweg geen brieven van Heine aan Mathilde ná oktober 1844.

In 1848 stortte het lichaam van Heine in, in het Louvre, voor de Venus van Milo, en hier begon zijn acht jaar durende sterfbed, op zijn 'matrassengraf'. Hierna is hij amper meer van huis weg geweest, zodat hij ook geen brieven meer hoefde te schrijven aan Mathilde. De koosnaam Nonotte kan dan ook in de periode 1848-1856 slechts gebruikt zijn in de huiselijke sfeer.

De vraag is of de echtelieden na oktober 1844 langer dan één dag alleen zijn geweest. Zeker niet na 1848…

Een en ander kan dan ook volgens het Papegaaienmuseum niet ten laste worden gelegd aan verdachte Heinrich Heine.

Onderzoek van de biografische bronnen
Nog meer getuigen

HPM

Nimmer en te nooit kan ik weten of ik alle biografieën van Heine heb bekeken die geschreven zijn tussen 1856 en 1883. Het beste wat ik kan doen is zoeken naar die ene die over een gifmoord spreekt. Alleen in het geval van het aantreffen van dat ene boek spreekt Het Papegaaaienmuseum Alfred Weill vrij. Van leugen. Van bedrog. Van een mooi verhaal...

Over de waarde die wij in het licht van al het voorgaande moeten hechten aan de getuigenissen
De postume getuigen
Mirecourt, Eugène: Henri Heine (Paris, 1856) Geen woord over de moord; ook niet over een papegaai.
Meissner, Alfred: Heinrich Heine, Erinnerungen (Hamburg,1856)

Behalve een luidruchtige Cocotte die gesteld wordt (zie onder Heine), tevens een anekdote over Weill die Cocotte bijna heeft doodgezongen:

"... Weill war ehedem Vorgänger in der Synagoge, er besißt eine metallreiche Tenorstimme und trägt die alten Wüstengesänge Juda’s in Ihre ursprünglichen Reinheit der Tradition, von Ihrer ganzen monotonen Einfachheit an bis zu de vollen Höhe alttestamenlicher Coloratur vor. (...) Als Weill seine erste Piece vortrug, verkroch sich der Pudel Rinko unter dem Sopha und Cocotte, der Papagei, wollte sich zwischen dem käfiggitter erhängen. Monsieur Weill! Monsieur Weill! rief Mathilde ängstlich, treiben Sie doch nicht allemal den Spaß zu weit! Weill fuhr fort. Sie wendete sich an Heine und fragte dringend: Henri, sage mir, was sind das für Lieder?  Es sind unsere deutschen Volksgesänge erwiederte er; er ist bei dieser Aussage hartnäckig verblieben."

Steinmann, Friedrich Arnold: H. Heine. Denkwürdigkeiten und erlebnisse aus meinem zusammenleben mit ihm (Leipzig, 1857) Niets aan de hand.
Hornung, D.: Heinrich Heine, der unsterbliche: Eine Mahnung aus dem Jenseits, nur Thatsächliges, keine Dichtung.  (Stuttgart, 1857) Ook vanuit het Hiernamaals geen bericht over papegaaienmoord. Noch van Heine, noch van Cocotte I.
Arnold, Matthew: Heinrich Heine (Philadelphia, 1863) Niets.
Heine, Maximilian: Erinnerungen an Heinrich Heine und sein Familie (Berlin, 1868) Geen papegaai.
Strodtmann, Adolf: Immortelen Meinrich Heine’s (Hamburg,1871) Niets.
Stigand, William: The Life, Work, and Opinions of Heinrich Heine ( London , 1875) Meldt de aanwezigheid van Cocotte een aantal keren, van moord is echter geen sprake.
Hüffer, Hermann: Aus dem Leben Heinrich Heine’s (Berlin, 1878) Geen woord over een papegaai.
1883 - Weill - Souvenirs intimes de Henri Heine
Krinitz, Elise ( La Mouche ): Les derniers jours de Henri Heine (Paris, 1884) Geen woord.
Jaubert, C.: Heinrich Heine: Erinnerungen aus den lessten zwanzig Jahren seines Lebens. (Paris, Leipzig, 1884) Hoofdstuktitel: Leichenrede für den Papagei. Loos alarm. Anekdote handelt over de dood van Cocotte II, in de laatste levensdagen van Heine.
Karpeles, Gustav: Heinrich Heine’s biographie (Hamburg, 1885). Geen woord over een papegaai.
Ducros, Louis: Henri Heine et son temps (Paris, 1886). Geen woord.
Proelss, Robert: Heinrich Heine, sein Lebensgang und seine Schriften nach den neuesten Quellen dargestellt (Stuttgart, 1886). Niets.
Sharp, William: Llife of Heinrich Heine (London, 1888) Niets over een gifmoord. Slechts aanwezigheid van Cocotte wordt gesteld, in reeds vermelde anekdote.
Lewald, Fanny: Zwölf Bilder nach dem Leben: Erinnerungen (1888) En: Erinnerungen aus dem Jahr 1848 Boeken vol ijdelheid en eigendunk. Niets over een papegaai dus.
Kohut, Adolph: Heinrich Heine und die Frauen (1888).  Is zelf een papegaai, herkauwt bekende verhalen.
Heinrich Keiter: Heinrich Heine, Sein Leben, sein Charakter und seine Werke (Köln, 1891). Niets.
Nietzki, Max: Heinrich Heine als Dichter und Mensch: Beiträge zu seiner Charakteristik (Berlin, 1895) Geen papegaai aanwezig.
Karpeles, Gustav: Heinrich Heine: aus seinem Leben und aus seiner Zeit (Leibzig, 1899). Anekdote over Cocotte die met zijn Ja ja ja ja ja Heine en Mathilde bijvalt, in hun oordeel over het werk van Dumas. ( zie Heine 1854, Brief Dumas)
Fischer, Max: Heinrich Heine, Der Deutsche Jude (Berlin 1916) Geen woord over een papegaai.

 

 

 

Vonnis Het Papegaaienmuseum, overwegende al het voorgaande, spreekt de verdachte, Heinrich Heine, vrij van het hem ten laste gelegde.