|
1853,
30 maart |
Vincent van Gogh geboren in Zundert.
|
|
1873,
circa 9 mei: Van Gogh naar Londen
Jo
van Gogh-Bonger’s Herinneringen aan Vincent van Gogh |
Deze [Vincent]
is in Mei 1873 overgeplaatst naar de zaak in Londen. (...) Als een
echte zakenman koopt hij zich een hoge hoed, "waar men in Londen
niet buiten kan," schrijft hij, en hij geniet van de dagelijkse
tochten van zijn woning in de voorstad naar de zaak in
Southamptonstreet in de City.
Zijn
eerste kosthuis
is bij een paar dames, die er twee papegaaien op na houden. Het is er
wel goed maar hem wat te duur.
Daarom verhuist hij in Augustus [naar Brixton, 87 Hackford Road]
en komt inwonen bij Mrs. Loyer, de weduwe van een curate uit 't Zuiden
van Frankrijk, die met haar dochter Ursula een dagschool houdt voor
kleine kinderen.
|
|
1873,
13 juni
Vincent van Gogh
aan Theo van Gogh |
Theo, London
13 juni 1873
Ik heb een
kosthuis gekregen waar het mij voorloopig zeer goed bevalt. Er zijn
nog 3 Duitschers in huis die veel van muziek houden & zelf piano
spelen & zingen, wat de avonden heel gezellig maakt. Ik heb het
hier niet zoo druk als in den Haag, daar ik maar van s’morgens 9 tot
s’ avonds 6 uur in de zaak behoef te zijn & Zaterdags reeds om 4
uur gedaan heb. Ik woon in eene der voorsteden van Londen, waar het
betrekkelijk stil is, het heeft wel iets van Tilburg, of zoo.
(Brief 009)
|
|
1874,
november |
Op verzoek van
oom Cent wordt Vincent van Gogh overgeplaatst naar Parijs, om kennis
te maken met het hoofdkwartier van Goupil & Cie.
|
|
1875,
2 januari |
Terugkeer in Londen naar Goupil.
|
|
1875,
eind mei |
Herplaatsing naar Goupil in Parijs.
|
|
1876,
30 maart |
Laatste dag bij Goupil in Parijs.
|
|
De
Groene Papegaai
Olieverf
op doek
48x43cm
(f
14, jh 1193) |
|
|
Jan
Hulsker
Van Gogh en
zijn weg, het complete werk (1977) |
(...) Een
apart groepje wordt gevormd door enkele tekeningen en schilderijen van
opgezette dieren (nrs. 1189 – 1193): een uil, een ijsvogel, een
kalong en een groene papegaai. Ze zijn hier bijeen geplaatst, omdat ze
wat onderwerp betreft iets gemeenschappelijks hebben, maar een ook
maar enigszins nauwkeurige datering lijkt onmogelijk. In de
oeuvre-catalogus 1970 heten de eerste vier nummers: ‘Parijs 1886’
en bij de groene papegaai, nr.1193, die door De la Faille in Nuenen
was geplaatst en door Vanbeselaere in Parijs, tekenden de redacteuren
aan: ‘De datum en periode lijken onzeker’.
Op het kleine
schilderijtje 1191 lijkt de ijsvogel in de vrije natuur te zijn
waargenomen, maar de redactie van de oeuvre-catalogus vermeldt: ’V.
W. Van Gogh heeft de ijsvogel geïdentificeerd als een opgezet dier,
nog in zijn bezit, dat Vincent in Parijs had gekocht’.
|
|
1885 |
Van Gogh bezat opgezette vogels, getuige
ook de beschrijving die Anton Kerssemakers in 1912, in een brief aan
De Groene, gaf:
|
|
1912
Anton
Kerssemakers
Herinneringen
aan Vincent van Gogh; brief aan De Groene, 14 en 21 april
1912 |
(...) In zijn
atelier, hij had een paar vertrekken bij den koster in huur, zag het
er ook echt Boheemsch uit.
Ge stond
verbaasd zooals alles vol hing en stond met schilderijen, teekeningen
in waterverf en krijt, koppen van mannen en vrouwen, waarvan de
kafferachtige wipneuzen, uitstekende jukbeenderen en groote ooren
sterk geaccentueerd, de knuisten vereeld en gegroefd, wevers en
weefstoelen, spoelsters, aardappelpooters, onkruidwiedsters, ontelbare
stillevens, wel tien studies in olieverf van het oude reeds genoemd
kapelletje in Nuenen, waarmee hij zoo dweepte en dat hij dan ook in
alle jaargetijden en onder alle weersgesteldheid geschilderd had.
(Later is dit kapelletje door de Nuenensche vandalen zooals hij ze
noemde gesloopt).
Een groote
hoop asch rondom de kachel, die nooit borstel of kachelglans gezien
had, een paar stoelen met uitgerafelde biezezittingen, een kast met
wel dertig verschillende vogelnesten, allerlei mos en planten uit de
heide meegebracht, eenige
opgezette vogels, spoel,
spinnewiel, bedpan, alle boerenwerktuigen, oude petten en hoeden, gore
vrouwenmutsen, klompen enz. enz.
|
|
|
Opgezette
vogels weliswaar, maar wel te midden van alles wat los en vast zit in
Brabant.
Zou daar de
opgezette papegaai tussen hebben gestaan?
En zo ja, als De
Groene Papegaai inderdaad in Nuenen geschilderd is, wat dan?
Dan kunnen we
spreken over een pre-figuratie van de zon, over een zon die opkomt uit
het Brabantse land, uit het font van het schilderij, dat van rechts
naar links verglijdt van lichtbruin naar het donkerst bruin, waaruit
de papegaai zijn kop opsteekt. Hij slaat zijn vleugels op, wil weg.
De papegaai
met zijn gele hoofd is dan een voorbode van wat komen gaat. Het eerste
licht van de opkomende zon. De zon die branden gaat, in het zuiden van
Frankrijk, die het werk in vuur en vlam zet, die de landschappen
overgiet, en schroeit, de korenvelden... het gele huis dat blakert. De
zon, gevolgd op zijn weg door de zonnebloemen, in deemoed, in
adoratie... De zon, uiteindelijk, de zon van Van Gogh...
|

|
|
De papegaai
die geschilderd is, is een Grote geelkop amazone, een Amazone
ochrocephala oratrix.
Het beest is
knap opgezet, door een preparateur met kennis van zaken. Door iemand
die weet hoe een papegaai zich gedraagt, die zijn fysiek kent, en zijn
houdingen begrijpt.
Zou Van Gogh
die in Brabant gevonden kunnen hebben..? Hoogst onwaarschijnlijk, maar
omdat Van Gogh nog al eens in Parijs kwam, in het Parijs dat in de ban
was van de papegaai, behoort een dergelijke vondst tot het
mogelijke...
Of zal hij
zijn Groene Papegaai in Parijs schilderen..?
|
|
1886,
2 januari, Antwerpen
Vincent van Gogh
aan Theo van Gogh |
Waarde Theo
(...) Daar
hebt ge nu sommige erg beroemde Rubens – Vierge
au Perroquet, Xt [Christus] à la paille &c. ik voor mij loop ze
voorbij om liever te kijken naar dat brutale mansportret
– met zoo fameus vaste hand geschilderd – nog schetsachtig hier
& daar – dat niet ver van de Saskia van Rembrandt hangt.

(Brief 551)
|
|
1886,
24 februari, Antwerpen
Vincent van Gogh
aan Theo van Gogh |
Waarde Theo,
(...) Denk er
nog eens goed over of we niet een combinatie kunnen vinden die ’t
mogelijk make ik reeds voor Juni in Parijs zij. Ik zou het zoo gaarne
willen omdat ik geloof dat het voor zooveel dingen beter ware, die ik
U reeds noemde.
Waar ik nog
wel bij mag zeggen dat wij dunkt me zooveel beter overleggen kunnen
wat het nemen van een atelier tegen Juni betreft, indien wij reeds van
te voren beiden in Parijs waren en poolshoogte konden nemen van vóór
of tegen. Enfin. Schrijf me weer spoedig, met een handdruk.
(Brief 566)
|
|
|
En dan plotseling:
|
|
1886,
28 februari, Parijs
Vincent van Gogh
aan Theo van Gogh |
Paris, 28
february 1886
Mon cher Theo,
Ne m’en veux
pas d’être venu tout d’un trait. J’y ai tant réfléchi &
je crois que de cette manière nous gagnons du temps.
Serai au
Louvre à partir de midi ou plus tôt si tu veux. Réponse s.v.p. pour
savoir à quelle heure tu pourrais venir dans la Salle carrée. Quant
aux frais, je te le répète cela revient au même. J’ai de l’argent
de reste, cela va sans dire et avant de faire aucune dépense je
désire te parler. Nous arrangerons la chôse, tu verras.
Ainsi viens y
le plus tôt possible. je te serre la main.
(Brief 567)
|
|
|
Van Gogh werkt
korte tijd bij de schilder Cormon, waar hij kennismaakt met Henri
Toulouse-Lautrec, met Louis Anquetin ,
met Emile Bernard en John Peter Russell,
die zijn portret schildert.
Ergens in de
herfst van dat jaar zou hij dan de Groene Papegaai schilderen.
De reden van de datering in de herfst is onduidelijk.
|
Van
Gogh door John Peter Russell
|
1887 |
Schildert: Stilleven met boeken
(F 335)
|
|
|
We zien een
boek van Jean Richepin, Braves Gens, uit 1886, vrij nieuw dus,
maar zo te zien goed gelezen.
Bij nadere
bestudering blijkt dit boek het volgende fragment te bevatten:
Décidément,
on n'était pas dans un milieu profane. L'ombre n'en revenait pas! Et
ce fut bien autre chose, quand, au cours de la conversation, il
s'aperçut que vraiment Madeline avait remué ces idées; car, si Mme
Loupiat répétait les mots comme
une perruche, et pour se donner
les gants d'être artistique, Madeline, elle, en pénétrait le
sens, et même avec une subtilité féminine, qui en faisait parfois
miroiter des facettes nouvelles.
We zien Emile
Zola’s Bonheur des dames: waarin geen papegaai of een parkiet
te vinden is.
En we zien Edmond
de Goncourts La fille Elisa: waarin evenmin een papegaai of
parkiet voorkomt.
|
|
1887 |
Van Gogh schildert
Glas absint en een karaf (F 339)
Een glas
absinth wordt un perroquet genoemd.

|
Bar au perroquet
|
1887 |
Toulouse-Lautrec portretteert Van Gogh,
gezeten aan een tafel, in een gelegenheid, met een perroquet.
|
|
1888,
19 februari |
Vincent van Gogh verlaat Parijs en reist
naar Arles.
|
|
1888,
23 oktober
Paul Gauguin: Oviri,
écrits d’un sauvage |
Paul Gauguin
arriveert in het Gele Huis
(...) Ce fut à
Arles que j’allai retrouver Vincent van Gogh, après des
sollicitations nombreuses de sa part. Il voulait, ditesait-il, fonder
l’Atelier du Midi, dont je serais le chef. Ce pauvre Hollandais était
tout ardent, toute enthousiaste. Or la lecture de ‘Tartarin de
Tarascon’ lui avait faire croire à un Midi extraordinaire, à
exprimer en jets de flamme.
(...) Dans ma
chambre jaune, des fleurs de soleil, aux yeux pourpres, se détachent
sur un fond jaune; elles se baignent le pied dans un pot jaune, sur un
table jaune. Dans un coin de tableau, la signature de peintre:
Vincent. Et le soleil jaune, qui passe à travers les rideaux jaunes
de ma chambre, inonde d’or toute cette floraison, et le matin, de
mon lit, quand je me réveille, je m’imagine que tout cela sent très
bon.
Oh! Oui, il a
l’aimé le jaune, ce bon Vincent, ce peintre de Hollande, luers de
soleil qui réchauffaient son âme, en horreur du brouillard. Un
besoin de chaleur.
|
|
1888,
24 december |
Gauguin vertrekt uit Arles
|
|
1890,
29 juli |
Vincent van Gogh sterft in
Auvers-sur-Oise.
|
|
1890,
oktober |
Theo van Gogh wordt opgenomen in de
kliniek van Dr. Emile Blanche.
|
Drs. Blanche
|
1890,
18 november |
Theo van Gogh wordt overgebracht naar de
Willem Arntzhoeve in Utrecht.
|
|
1891,
25 januari |
Theo van Gogh sterft in de Willem
Arntzhoeve in Utrecht.
|
|
|
|