INHOUD MAJOIE
CUBRA HOME

© 2017

Stichting Cultureel Brabant (CuBra)  & Ben van de Pol

John Majoie - Voici

Biografische gegevens

 

Onder redactie van Ben van de Pol

 

Besprekingen Paradijs achter de Pyreneeën

 


 

Algemeen Handelsblad - dinsdag 31 mei 1960

 

 

Op de Boekenplank

 

Voor de vakantiegangers

 

PANORAMA-REEKS

 

 

SPANJE

"Vaak een onbegrijpelijk land", zegt John Majoie op een der eerste bladzijden van zijn boek over Spanje, "Paradijs achter de Pyreneeën". "Dat ik 't helemaal begrijp, mag ik nog steeds niet beweren", schrijft hij op een van de laatste. Op de driehonderd bladzijden, die er tussen liggen, geeft hij echter zoveel bijzonderheden, zoveel karakteriseringen, dat hij de toerist in ieder geval veel begrip bijbrengt.

John Majoie, een Nederlander, die als journalist, later als reisleider, heel wat jaren in Spanje heeft doorgebracht, neemt de toerist bij de hand en laat hem alles zien wat Spanje te zien heeft, brengt hem ook naar de heerlijkste eetgelegenheden, geeft meteen een inheems middeltje tegen ingewandsstoornissen, vertelt hem wat hij waar moet kopen, waarschuwt hem voor de zon ("Spanjaarden zitten in de zomer nooit in de zon"), vertelt hem dat hij een kelner alleen maar mag roepen door even te sissen of bescheiden in de handen te klappen, leert hem de sfeer van de stierengevechten kennen ("menig ouderpaar met een kinderrijk gezin kan even trots zijn op een priesterzoon als op een bekend stierenvechter"), ja - wat vertelt Majoie niet!

Al deze gegevens maken het boek voor de rechtgeaarde toerist onmisbaar. Dikwijls gaat hij dieper op Spaanse toestanden in. Het is hierbij opmerkelijk, hoe vaak en hoe hij Franco prijst. Voor de rijpere lezer, moeten we er dus aan toevoegen. Een turf van een boek, met vele interessante foto's, talrijke minder interessante tekeningen. Uitgave: A.J.G. Strengholt, Amsterdam. Prijs f 12,50.

 

v. B.

 

 

Nieuwsblad van het Zuiden - woensdag 1 juni 1960

 

 

Tilburgse Spanjaard beschreef "Paradijs achter de Pyreneeën"

 

 

TILBURG, 1 juni.

 

De Tilburgse journalist John Majoie, die volgende week zaterdag 11 juni Abraham zal zien, heeft in het jaar 1936 een vaste stelregel bepaald: Hij werkte elf maanden per jaar dag en nacht voor de Tilburgse courant en in de twaalfde maand wilde hij dag en nacht niets met de krant te maken hebben. Hij ging dan met vakantie zo ver als hij maar kon. Daarom ging hij naar Biarritz aan de Spaanse grens, waar hij geen Nederlanders en zeker geen Tilburgers hoopte te ontmoeten. Toen hij op de eerste avond van zijn verblijf in Biarritz een openbare gelegenheid bezocht, trof hij daar twéé mannen en anders niemand. Die twee mannen waren T. Aelen en B. de Beer, uit Tilburg. Het liep verder ook helemaal verkeerd af met die vaste stelregel. Want op de 18e juli 1936 brak in Spanje de burgeroorlog uit. John kon het niet laten en trok Spanje in om een echte oorlogsreportage te maken.

Het is ook weer niet bij die ene oorlogsreportage gebleven. Hij maakte de gehele burgeroorlog mee als correspondent bij de troepen van Franco. Hij was een van de eerste buitenlandse journalisten die een vrijgeleide kreeg van de Falangisten. Hij laat dit document nog steeds met trots zien en nog altijd gaan in Spanje alle deuren open op vertoon van dit oude document. John bleef tot vlak voor de oorlog in Nederland uitbrak in Spanje. Alleen met tussenpozen van de maanden dat het front "verstarde" was hij in Tilburg.

In 1949 trok hij weer terug naar het land, dat hij niet meer vergeten kon. Nu bleef hij tot 1952. De slechte gezondheidstoestand van zijn moeder was oorzaak van zijn terugkeer. Maar in 1954 keerde hij opnieuw terug naar Spanje. Ditmaal ging hij als reisleider voor een Nederlands reisbureau. In de vijf jaar die daarna volgden, trok hij week in week uit kris kras door Spanje. Tweeduizend Nederlandse toeristen liet hij in drieweekse reizen het "Paradijs achter de Pyreneeën" zien. John Majoie werd nu ook buiten Tilburg bekend als "den bonten hond". Bekende figuren werden aan zijn zorg toevertrouwd: Joan Fontaine (I know Johannes de Meester), ene mijnheer Dulles (broer van Foster en Allan), en zekere Jimenez (Als de kinderen bij ons de hele week zoet zijn, mogen ze 's zondags mee naar de revolutie gaan kijken), hoofdcommissaris Gualthérie van Wezel (stopte in Den Haag voor de verbaasde Tilburger en zei: Ik gelast je in te stappen en een borrel mee te gaan drinken).

Waarom we dit alles vertellen. Om te onderstrepen, dat het boek van deze Tilburgse journalist, dat bij Strengholt N.V. verschenen is, op gedegen kennis van het land van Franco berust. Het is geen literair werk geworden, maar een tot de finesses gedocumenteerde vertelling. Wanneer men naar Spanje gaat, kunnen we geen andere raad geven dan eerst dit boek te lezen, zo niet te "leren". Bij al zijn sympathie voor Spanje en voor (de katholieke) Franco, is Majoie niet overstag gegaan. Hij blijft Spanje als zijn tweede vaderland zien. Hij vergeet door de zon de schaduw niet. "Maar als ik niet in Tilburg ben, dan wil ik in Spanje zijn", zegt hij.

In zijn boek geeft de Tilburger eerst een aantal nauwkeurige informaties over de talloze kleine dingen, die een toerist het leven tot een hel kunnen maken (als hij onkundig is), hij geeft een aantal Spaanse woorden mee (met uitspraak) voor de allernoodzakelijkste onderhandelingen en dan begint hij te vertellen. Als men het boek gelezen heeft, denkt men alles van Spanje af te weten. Maar dan moet u John Majoie niet zelf horen. Die kan weken doorgaan. Binnenkort gaat hij weer terug naar Spanje. En naar Portugal. Want er staat een tweede boek op stapel. Over Portugal. "De tuin van Europa".

 


 

Nieuwe Tilburgse courant - woensdag 8 juni 1960

 

 

"Paradijs achter de Pyreneeën"

 

John Majoie op z'n best

 

 

Prachtig boek over Spanje

Sedert enkele jaren is ook bij ons Nederlanders Spanje zeer in trek als vakantieland. Het heeft even geduurd, vooraleer wij, evenals trouwens vele andere naties, Spanje als zodanig ontdekten, maar van lieverlede trekken jaarlijks meer landgenoten erheen en vrijwel zonder uitzondering komen zij enthousiast terug. Zoals dat dan pleegt te gaan, verschijnen er regelmatig boeken op de markt, die Spanje in al zijn bonte verscheidenheid, zijn folklore, zijn prachtige architectuur en in tal van andere facetten beschrijven. En dat is goed, want wie zich aan de hand van zulke boeken voorbereidt op zijn reis, geniet naderhand, eenmaal ter plaatse, dubbel. Dit alles slechts ter inleiding op het nieuwste boek over Spanje, bij A.J.G. Strengholt's Uitgeversmaatschappij te Amsterdam onder de titel "Paradijs achter de Pyreneeën" verschenen en geschreven door de TILBURGSE journalist-reisleider JOHN MAJOIE.

Een prachtig boek! Want Majoie, in wiens aderen onmiskenbaar journalistiek bloed vloeit, heeft al hetgeen hij in een lange reeks van jaren als reisleider van grote en talrijke Nederlandse gezelschappen in zijn "tweede vaderland" aan ervaringen opdeed met vaardige pen neergelegd in meer dan 300 bladzijden tekst, waarin hij de veelzijdige schoonheid en de genuanceerde bezienswaardigheden van Spanje op uiterst boeiende en (men kan het van een journalist nauwelijks anders verwachten) instructieve wijze heeft beschreven.

Majoie houdt van Spanje - hij huwde er trouwens een volbloed Spaanse - en dat is in zijn visie op het "Paradijs" ook wel te merken. Hij voert lezer en potentiële bezoeker langs prachtige plekjes, langs majestueuze kathedralen, langs het Escorial en door de binnenlanden van het oude Castilla, maar hij vergeet ook het vele fijne "kleingoed" niet, die talrijke parels van schoonheid, waaraan menig toerist achteloos voorbijgaat. Daarnaast wilde Majoie kennelijk ook in dit boek reisleider zijn. Want men treft er opgaven in aan van hotels, paradores en refugios; hij vertelt het een en ander over prijzen en Spaanse hotel-gebruiken; hij geeft afstanden en adressen van consulaten; hij organiseert trips en een bezoek aan het stierengevecht en ook als men iets weten wil over benzine, Spaanse gewoonten, fooien, taxi's en verkeersborden kan men bij hem terecht.

Wie Majoie kent - en wie kent hem in Tilburg niet?? - weet, dat juist in dit soort beschrijvend en instructief werk zijn grote kracht ligt, dat hij daarin op z'n best is. En het zal hem dan ook niet verwonderen, dat het resultaat van deze coalitie geleid heeft tot een uiterst prettig leesbaar en bijzonder nuttig boek, dat niet alleen een schat aan wetenswaardigheden bevat voor wie een reis naar Spanje in 't hoofd heeft doch evengoed voor hen, die daaraan (nog) niet toe zijn. En juist deze laatste categorie kan op bijzondere wijze van de literaire en journalistieke kwaliteiten van Majoie meeprofiteren, omdat de lust, Spanje-waarts te trekken, hem bij het lezen van het boek ongetwijfeld zal bespringen…

Wat men ook in Spanje zoeken wil: geen beter gezelschap dan deze fonkelende gids op Uw reis naar pracht, schoonheid en romantiek. En niet alleen dat, want noch in zijn boek noch in zijn persoonlijke gesprekken heeft John Majoie het contact met de alledaagse werkelijkheid verloren. Beter dan wie weet ook hij, dat het in Spanje al evenmin als elders op de wereld slechts goud is dat er blinkt. Maar dat maakt juist dit boek zo waardevol: het geeft Spanje zoals het is, het grote zo goed als het minieme, het blinkende in combinatie met wat minder glanst.

Daar komt dan nog bij, dat de uitgever voor een fraaie vormgeving zorgde met tal van illustraties en tekeningen (van de hand van de Madrileense illustrator Jaime Forniés) en dat de prijs van het boek nauwelijks in overeenstemming is met de voortreffelijke en waardevolle inhoud. Geen wonder, dat er nu reeds zowel in Engeland als in Duitsland grote belangstelling voor een eventuele vertaling aan de dag gelegd wordt.

Wij voor ons zouden willen eindigen met een opmerking, die maar al te vaak als gemeenplaats dienst doet, maar in dit verband zonder enige reserve op haar plaats is: wie interesse heeft voor reizen in 't algemeen en Spanje in 't bijzonder haaste zich een exemplaar van dit "Paradijs achter de Pyreneeën" in zijn boekenkast te krijgen. Hij zal, daarvan zijn wij overtuigd, nimmer spijt van het opvolgen van dit advies hebben.

 


 

Nieuwsblad van het Noorden - vrijdag 12 augustus 1960

 

 

Boekbespreking door J.G. de Haas

 

Op dooltocht door Europa

 

John Majoie: "Paradijs achter de Pyreneeën" (Uitg. Strengholt, A'dam)

 

 

Hoeveel jaren is het al niet geleden, dat ikzelf verschillende malen dwars door Spanje zwierf zonder er over afstanden van honderden kilometers ooit een vreemdeling te ontmoeten? Hoogstens stuitte je in Madrid of Sevilla eens op een groepje Amerikanen of Engelsen en dan werden er druk impressies uitgewisseld, ook in verband met de politieke situatie in het vrijheidslievende noordoosten en het recalcitrante zuiden. Er is sindsdien een massa gebeurd. Er is een burgeroorlog over Spanje gegaan, die het land op z'n grondvesten heeft doen schudden en er is een wereldoorlog over ons gegaan, die Spanje maar matig heeft beroerd. En: Spanje werd toeristenland. Bij duizenden zijn ook onze landgenoten er naar toe getrokken, hebben de ruige schoonheid van het noorden leren kennen met de pracht van Burgos' kathedraal, hebben hun vreugden gevonden aan de culturele rijkdom van Madrid, de internationale allure van Barcelona, de Moorse schoonheid van het warme zuiden, de koele statigheid van het Escorial, de charme van Toledo, Taragona, Alicante.

Ik was dit allemaal al weer een klein beetje vergeten, omdat sindsdien en zelfs nog kortelings zovele nieuwe indrukken van vreemde landen op mij af zijn gestormd. Maar nu opeens heeft John Majoie - een Nederlander, die getrouwd is met een Spaanse - het weer springlevend voor me gemaakt, dank zij z'n vlot, verzorgd en geestig geschreven boek, waarin hij het paradijs achter de Pyreneeën onder de loep neemt. Hij treedt hiermee in de voetsporen van een Van Rossum en een Couperus, die ook zo boeiend en tegelijk zo instructief konden schrijven over de landen, die ze bereisden.

 

Majoie's boek heeft de opzet in de eerste plaats instructief te zijn; en als zodanig is het een voortreffelijke gids voor allen, die Spanje nog willen ontdekken - dat kan tot zelfs in oktober geschieden en daarom ben ik met mijn bespreking nog wel degelijk een beetje actueel - of die het al ontdekt hebben, maar het wat nader willen leren kennen. Het beschrijft de grote routes door Spanje, wijst op de voornaamste bezienswaardigheden der steden en geeft talrijke details, waar de toerist werkelijk wat aan heeft - tot zelfs woordenlijsten toe. Maar toch is dit verre van een reisgids zonder meer geworden; daarvoor bevat het te veel persoonlijke beschouwingen, geïnspireerd door een warme liefde voor het land en tegelijk door een mild-kritische geest. Spanje komt in dit boek werkelijk tot leven en dat kon alleen geschieden dank zij het onmiskenbare schrijftalent van de auteur. Niet slechts de bezienswaardigheden passeren de revue, maar ook de gewoonten, gebruiken en voorkeuren van het Spaanse volk, de goede eigenschappen en de eigenaardigheden van de Spanjaard. Tegen één vooroordeel, dat nog steeds niet is uitgeroeid, trekt Majoie van leer, namelijk dat Spanje arm zou zijn. Wie werken wil, kán werken in dit land; en verdient hij met dat werk soms niet veel, ook z'n behoeften zijn niet groot. Meer dan aan eten, drinken en luxe hecht de Spanjaard aan z'n persoonlijke vrijheid en… aan de zon, die hem 't leven luchtiger doet zien, dan wij het doorgaans beschouwen onder onze sombere luchten.

De burgeroorlog heeft blijkbaar ingrijpende wijzigingen tot stand gebracht, niet alleen in het maatschappelijk leven, maar ook in de denkwijze van de Spanjaarden. Waar het te pas komt in verband met het aanschijn van de steden en de huidige activiteiten van het volk, wijst de auteur hierop en knoopt hij er een beknopte, vaak zeer boeiende en de kern der dingen precies rakende beschouwing aan vast. Wist u bijvoorbeeld, dat Spanje vrouwendienstplicht kent? Maar dit is geen militaire dienstplicht, doch een vorm van maatschappelijk hulpbetoon, welke de geest van saamhorigheid zeker ten goede komt.

 

Spanje werd bij lezing van dit boek voor mij weer een werkelijkheid, een bekorende, hartverwarmende werkelijkheid, waarmee ik de banden stellig opnieuw ga aanknopen, zodra ik weer de kans krijg tot een vakantie in Europa.