Klankvorm
en betekenis 5
De
macht van het woord 5
Taalpsychologische
processen 6
Woordherkenning
6
Een
hoogst persoonlijke zaak 9
De
grenzen van de interpretatie 10
Wat
essentieel is in taal 12
2.
Ik heb af de stoel gevald 13
-
Over de primaire code -
Woorden
en regels 14
Een
oneindige verzameling 15
Individuele
verschillen 15
De
grammatica 16
Taalvermogen
17
Communicative
competence 17
Taal
en situatie 18
Taalverwerving
19
Empirische
cyclus 20
Reinforcement
21
Primaire
code en secundaire code 22
De
poëtische functie 23
Taal
en mens 24
3.
Dit is de tijd gestenigd 26
-
Over de secundaire code -
Erbij
stilstaan 30
Visie
31
Verstandhouding
33
Klank
en maat 34
Onjuistheden
en absurditeiten: de metafoor 36
Isolatie
en concentratie 37
4.
A thing of beauty... 38
-Over
het wezen van poëzie-
Het
lyrische genre 39
Herhaling
40
Herhaling
van akoestische of fonologische
elementen
42
Bijzonder
taalgebruik 44
Beelden
45
Kiemcel
47
Iconische
betekenis 47
Equivalenties
49
‘Er
staat niet wat er staat’ 51
Blokkades
52
Interpretanten
53
5.
De versregel, metrum en ritme 57
Metrum
57
Ritme
en antimetrie 59
Muzikaliteit
63
‘Zielsbeweging’
65
Rijmelarij
68
Abstract
ideaal 69
Het
vrije vers 70
‘Parvenu’
72
Periodiciteit
73
Het
thema van de versregel 74
6.
Het brekende hart en de zingende ziel 78
Korte
inleiding 78
Van
‘klankkast’ naar grammatica naar betekenis 80
Een
vrij vers 80
Woordgroepen
en zinnen 81
Interpretatie
83
7.
De klankgazelle die ik vond 86
-Over
klank en rijm-
Klanknabootsing
86
Klankexpressie
87
Muzikaliteit
87
Klanksymboliek
92
Poésie
pure 93
Rijm
94
Het
rijm en de muziek 96
De
esthetiek van het rijm 97
8.
Traditionele vormen en inhouden 100
De
strofe 100
Distichon
102
Terzine
104
Het
kwatrijn 105
Andere
strofevormen 105
Het
rondeel 106
Het
sonnet 107
Traditie
en inhoud 111
9.
Een duivenveren hemel 115
-Over
beeldspraak-
De
speelruimte van de secundaire code 115
Metonymie
116
Metafoor
117
Een
taalpsychologisch intermezzo 118
De
als-vergelijking 120
Homerische
vergelijking 122
Allegorie
124
Synesthesie
124
Personificatie
126
Taalmetaforen
en clichés 127
Oorspronkelijkheid
en neologismen 128
Bezielde
retoriek 128
‘Omgekeerde
retoriek’ 130
Taalplastiek
132
De
metafoortheorie 133
Reichling
en Stutterheim over de metafoor 134
De
interpretatie van een metafoor 136
Besluit
140
10.
Le style c’est l’homme 142
-Over
taal en stijl-
Communicatie
142
Interpretatie
143
Stijl
145
Stijlelementen
146
Retorica
146
Stijl
en woordkeus 148
Neologismen
en archaïsmen 150
Stijl
en woordgroep 150
Vooropplaatsing
en postpositie 151
Herhaling
151
Tegenstelling
en opsomming 152
Paradox
153
Chiasme
154
Stijl,
woordbetekenis en gevoelswaarde 155
Stijl,
spelling, typografie 156
Stijl
en zinsbouw 157
Bibliografie
159
Register
163