CuBra

HOME

 

Verkoopprijs: 11,50 euro

 

Omvang: 120 pagina's

 

Formaat: 21 x 21 cm

 

Afwerking: genaaide paperback

 

ISBN -nummer: 978-90-6663-053-6

 

‘De schonste taol van’t laand’ is het eerste deel van ‘In Tilburg’, een nieuwe reeks boeken van Drukkerij Gianotten. In december verschijnt deel 2: ‘De kapel op de Hasselt’, waarmee de restauratie van de Hasseltse kapel ondersteund wordt.

Ed Schilders & Ronald Peeters

[kinkenduut]

De schonste taol van't laand

De mooiste Tilburgse woorden

‘Siendereklaos’ en zijn trouwe knecht ‘Sjaksjoer’ staan er niet in, maar Ed Schilders nam wel ‘klňttere’ (sinterklaasinkopen doen) en ‘ötgepakt’ (uitgepakt) op in zijn nieuwe boek over het Tilburgs dialect: ‘De schonste taol van’t laand’. Daarin worden ongeveer zeventig Tilburgse woorden uitgebreid verklaard en toegelicht met voorbeelden uit Tilburgse teksten. Ronald Peeters voorzag de woorden van toepasselijke Tilburgse afbeeldingen. Sommige woorden, zoals ‘klotteren’, zijn nog steeds in gebruik, andere zijn uit het taalgebruik verdwenen maar bieden niettemin opmerkelijke doorkijkjes naar het dagelijks leven in vroeger tijden. Zo ging men vóór de oorlog in de sinterklaastijd ‘naar het uitgepakt’ kijken, dat wil zeggen: de fraai ingerichte en verlichte etalages in de Heuvelstraat bewonderen.

 

 

Het boek bevat uiteraard de ‘klassieke’ Tilburgse woorden. De ‘krčůkezččker’ mocht niet ontbreken, evenmin als ‘meepesaant’ (ondertussen), ‘affeseere’ (opschieten), en ‘toepertoe’ (gulzig). Een tweede groep die beslist moest worden opgenomen, bestaat uit woorden die exclusief in Tilburg en directe omgeving voorkomen. Die groep is niet zo groot, schrijft Schilders in het voorwoord, maar behoort wel tot het meest originele wat de Tilburgse volksmond heeft voortgebracht. ‘Kinkenduut’ (kikvors) bijvoorbeeld, de bastaardvloek ‘gatvermiedenhoed’, en ‘appetjoek’ (zot). De ‘appetjoeke’ zijn trouwens goed vertegenwoordigd, want ook de familieleden ‘gňlliepaop’ (gaperd) en ‘taotňlf’ (sufferd) kregen een plaatsje.

Vrijwel altijd geeft het uitverkozen woord aanleiding tot uitbreidingen. Met ‘ččgetilt’ werd in de oorlogsjaren tabak bedoeld die in de eigen achtertuin geteeld was. Om de slechte kwaliteit met gevoel voor humor te compenseren werd die ook wel ‘fleur de matras’ genoemd. Maar als de tabak gesmokkeld was, sprak men van ‘Bčlze sjčk’. Het mooiste voorbeeld van creativiteit in het dialect zijn de namen die Tilburgers voor ‘tuinboon’ hadden. Waaronder ‘knaawbôon’ en ‘flňdderbôon’. Schilders vond er zeven: ‘Zo konden Tilburgers de hele week hetzelfde eten, en toch elke dag wat anders.’

‘Op sjanternčl’ in de Heuvelstraat in 1929. ‘Sjanternčl’ is een verbastering van de Franse jachtterm ‘chanterelle’, wat ‘lokvogel’ betekent. Wie ‘op sjanternčl gaat’ laat zich verleiden door iets plezierigs of feestelijks.

 

Affeseere Aflčggesgeręed Aonrikkemedeere Appetjoek Baomes Bčls Bestčůte Bestrčůve Bčůl Biezemňrtele Blaasjeszeege Blomzuut Bronsgist Daawtrappe Desineetje Dinteloordspčk Dwalkschaop Ečgetilt Ečrepel Ečrepel schčlle Fččn trip Fieldekňs Fleur de matras Flötjesbroek Gatvermiedenhoed Gňlliepaop Gruitere Hčůverbrôojke Honsgezččk Interesaant Kakhiele Kaojkes Kinkenduut Klapse pččre Klasjeneere Klňttere Knaawboon Koezemčm Kreugel Krčůkezččker Labbezoe Lambčls Lewaajsaus Meejpesaant Miezezon Ölleger Onjeklonje Ont Ötgepakt Palletoo Paopeköltje Peesteeker Pčrsmňp Pesjonkele Pestoorstuk Pietelččr Pňrtefezeedeure Pront Ręepe Saoke Schrččverke Semčnketij Sjanternčl Sňkkelôoper Spčkbukkem Taotňlf Tččne Tčůsplčůster Toepertoe Vuurvlam Zeenňks Zibbedeejuske Zuutekrčp 

 

[Kakhiele]