CuBra
NIEUWS
Te bestellen online bij
boekscout.nl of bij uw
boekhandel met ISBN 9789402204810.
Link naar webshop:
klik
hier |
KOORDANSEN OP KLOMPEN
DEBUUTROMAN VAN HANS F. MARIJNISSEN
Multiple sclerose en een oorlogstrauma spelen
grote rollen in de zojuist verschenen debuutroman van Eindhovenaar
Hans F. Marijnissen. Het boek heet Koorddansen op klompen, speelt
grotendeels in Ginneken, Breda-Zuid in de jaren '50 en '60, en
verdient daarom uw belangstelling. De titel refereert aan de eerste
symptomen van ms en aan het balanceren van de schrijver tussen de
rauwe emoties van jeugdherinneringen en de rationele relativering in
zijn terugblik. Hier is de omslagtekst.
"Alleen jij kunt het navertellen, Hans."
Hans Lambregts, man van middelbare leeftijd, ervaart dagelijks
nawerkingen uit zijn jeugd. Hij is de oudste zoon van een
getraumatiseerde vader (gerepatrieerde dwangarbeider in de Tweede
Wereldoorlog) en een aan MS lijdende moeder van gemengde afkomst. In
de jaren '50 was de opvang van ex-dwangarbeiders en hun gezinnen
absoluut onvoldoende en op begrip van hun omgeving hoefden ze niet
te rekenen. Katholieke dorpsgenoten, nonnen en een kerkbestuur
hebben het kennelijk op Hans en zijn ouders gemunt. Door zijn
kwetsbare status en de onmogelijkheid om zich te verweren wordt de
jonge Hans een makkelijke prooi voor een studieadviseur, die hem
seksueel misbruikt.
De twee laatste mensen die dit verhaal nu nog kunnen navertellen
zijn Hans en zijn zus. Zijn zus geeft hem dan ook de opdracht om hun
verhaal over hun jeugd in Ginneken, bij Breda, op papier te zetten.
Hij doet dit in deze (auto)biografische roman.
Hans F. Marijnissen (Breda 1949) woont en werkt in Eindhoven. Hij
was werkzaam in de Brabantse metaalindustrie en speelt percussie in
diverse bands en orkesten. Koorddansen op klompen is zijn
debuutroman, na publicatie van korte verhalen, delen van vroegere
romans, gedichten en songteksten in de jaren '70 en '80. Dit is de
eerste van drie romans over de complexiteit van een mensenleven:
Resonanties. Hans werkt nog volop aan de volgende delen.
Mijn blote voeten op zeil en
kokosmatten, vader rent heen en weer en schreeuwt, moeder
weet niet wat zij moet doen om hem te kalmeren, oom Sjef en
opa duwen hem weg, weg van moeder in nachtpon met Laurie op
haar armen, weg van mij in pyjama, op koud vinyl, op hard
kokos. Ik ril van de slaap, ben verkleumd.
Vader in razernij, dol van angst... alleen zijn
interlock onderhemd en één schoen aan, zijn lange ivoorwitte
onderbroek en zijn pantalon over zijn arm...
'... ze komen er aan, ik hoor hun laarzen, luister! ...
hoor ze blaffen, de honden...! "Schnell! Kommen Sie mit!
Los!", als ze ons nu gaan vooruit duwen in die regen buiten,
in die sneeuw, door die storm, zal ik verdomme toch niet op
blote voeten, in mijn ondergoed mee moeten... eerst mijn
sokken aan, schiet op jullie, vooruit Lieneke, schiet op met
die jong, loop me niet gruwelijk voor de voeten, kom...
gullie moet altijd paraat zijn, altijd... en mijn
onderbroek, maar liever eerst mijn pantalon zonder
onderbroek dat ziet geen mens, maar zonder pantalon... nou,
eerst vlug mijn ondergoed, en snel die broekriem dicht...'
Vader heeft ons gewekt, als vaker midden in de nacht,
helemaal in het zweet, hij ruikt naar bier en tabak, hij
praat en praat als bezeten, hij wil dat wij ons aankleden,
maar ook weer niet, opa moet het tumult door de muur gehoord
hebben, moeder huilt, Laurie schreeuwt, en vader brult met
harde stem, onherkenbaar voor mij...
Dat bonzen is oom Sjef, hij rammelt aan de voordeur, oma
heeft hem zeker gehaald, hij alleen kan vader kalmeren, hij
is sterker dan opa, ik ben klein, ik begrijp het niet, maar
vaders angst doorsijpelt mij, mijn tanden klapperen, ik zie
tante Henriėtta moeder en Laurie meevoeren. |
|