Tegendraads
– Een Tilburgse roman
Een tegendraadse zoektocht
Veel
schrijvers hebben hun feitelijke herinneringen aan hun leven in
Tilburg te boek gesteld maar romans waarin Tilburgers en het
verleden van de stad Tilburg de hoofdrol spelen zijn zeer schaars.
De laatste was Jasper Mikkers die met Karl Marx Universiteit in 2009
terugblikte op de bezetting van de Katholieke Hogeschool in 1968.
Oudere Tilburg-romans zijn van de hand van Ed de Nčve (Bij ons op
den Heuvel), Jan Horsten met onder andere De Vier winden en Een stad
ontwaakt, en de zesdelige textielreeks van Wim Hornman Het geslacht
Van Galen.
Met Tegendraads sluit Ineke van Pelt dus aan bij een kleine maar
voor Tilburgers uiterst herkenbare traditie waarin de stad zelf
nadrukkelijk aanwezig is. Moerenburg, Broekhoven, het St.-Annaplein,
‘d’n Atteljee’, de Korte Heuvel, museum De Pont, en het Huis
der Duizend Likeuren op Prinsenhoeven, het zijn slechts enkele van
de vele locaties waar de roman zich afspeelt, en waar veel
Tilburgers herkenbaar figureren.
De hoofdpersoon, de vertelster van het verhaal, is Geertje, die na
de dood van haar moeder een aantal geheimzinnige gebeurtenissen in
haar familie probeert te ontrafelen. Die speurtocht voert haar langs
drie generaties en naar het harde leven van de arbeiders in de
textielindustrie, de oorlogsjaren, de drankzucht, en de tanende
invloed van het katholicisme. In die familiegeschiedenis speelt
tegendraadsheid een grote rol. Chris, Geertje’s broer (of is hij
toch niet haar broer?), is een tegendraadse, net als de
kunstschilder Frans Mesech, wiens levensloop door Van Pelt gebaseerd
is op het leven van Vincent van Gogh. De geheimen worden ontrafeld,
de antwoorden gevonden.
Tegendraads is behalve een speurtocht door het verleden echter ook
een zoektocht naar toekomstig geluk.