‘Dit huis zal eeuwig staan,
het zal van kind tot kind gedurig overgaan’, zo jubelde een
enthousiaste dichter ter gelegenheid van de inzegening van
de Goirkese kerk in 1839. Of het waar is, van die
eeuwigheid, dat valt nog te bezien, maar ondertussen ‘staat’
de kerk toch al 176 jaar, en een bijna afgeronde restauratie
van het complete interieur doet het beste vermoeden voor de
toekomst. Daarmee bevindt de Goirkese kerk zich in een
uitzonderlijke positie in deze tijden van kerksluiting en
herbestemming. Dat is mede te danken aan de Stichting
Vrienden van de Goirkese Kerk. Op initiatief van deze
stichting is nu het boek O prachtig huis verschenen,
waarin kunsthistoricus Joost van Hest de geschiedenis van
het kerkgebouw en de inventaris voor het eerst zeer
gedetailleerd beschrijft. Je zou het de biografie van een
godshuis kunnen noemen, waarin Van Hest de hoofdrolspelers
en de vele bijrollen tot leven wekt. Dat zijn uiteraard de
opeenvolgende pastoors, de architecten en de kunstenaars die
het uiterlijk van kerk en interieur bepaald hebben, maar ook
de parochianen. Van de rijke Goirkese fabrikanten die altijd
wel bereid waren om een glas-in-loodraam of een kerkklok te
financieren, tot de duizenden anonieme parochianen die hun
duit in het zakje van de collectant deden. Daardoor is de
Goirkese kerk vooral aan de binnenkant uitgegroeid tot een
van de fraaiste van Tilburg, rijk aan devote kunstwerken. De
doopvont uit 1590 en de uit hout gesculptuurde preekstoel
uit 1853 zijn daarvan de topstukken, maar Van Hest bespreekt
nog tientallen andere grote en kleine kerkelijke
kunstwerkjes. Hij bewijst daarmee dat de Goirkese kerk ook
een prachtig museum is, en zijn boek de catalogus daarvan. |