INHOUD VAN DUINKERKEN
SPECIAAL
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
BRAABANS
HOME

Anton van Duinkerken

Bio- en bibliografie

Uit: Winkler Prins Lexicon van de Nederlandse Letterkunde (1986)

Duinkerken, Anton van, pseudoniem van Wilhelmus Johannes Maria Antonius Asselbergs (Bergen op Zoom 2 januari 1903 - Nijmegen 27 juli 1968), had door zijn publicaties maar ook als boeiend spreker en geestig improvisator, een belangrijk aandeel in de definitieve emancipatie van het rooms-katholieke volksdeel in nederland; tevens speelde hij een grote rol in de toenemende culturele samenwerking van Nederland en Vlaanderen. Asselbergs studeerde aanvankelijk voor priester, doch wijdde zich weldra geheel aan literair werk. Hij werd in 1929 letterkundig redacteur van het dagblad De Tijd te Amsterdam, in 1937 doctor honoris causa van Leuven, in 1940 bijzonder hoogleraar in de Vondelwetenschap te Leiden en in 1952 gewoon hoogleraar in de letterkunde te Nijmegen. Door zijn veelzijdige begaafdheid en kritisch-polemische stijl behoorde Van Duinkerken al vroeg tot de leidende figuren van de rooms-katholieke jongerenbeweging rondom het maandblad De Gemeenschap. Toen sommige vrienden zich ontwikkelden in fascistische richting, koos hij onvoorwaardelijk voor de democratie. Tijdens de oorlog was hij enige maanden gijzelaar in St.-Michielsgestel. Zijn zeer omvangrijk werk omvat gedichten, kritieken, essays, cultuurhistorische beschouwingen en literair-historische studies. In zijn poëzie, die uiteenloopt van verliefd tot hekelend, van vroom tot joviaal, spreekt zijn bewogenheid zich uit inn eenvoudige vorm: Lyrisch labyrinth (1930); Hart van Brabant (1936). In zijn kritisch werk toetste hij binnen- en buitenlandse publicaties aan de normen van een ruim katholicisme: Twintig tijdgenooten (1934). In zijn essays verdedigde hij zijn christelijke waarden en waarheden tegen de aanvallen van vitalisme en onkerkelijk humanisme: Hedendaagse ketterijen (1929). In zijn cultuurhistorische beschouwingen toonde hij de grote geestelijke stromingen en samenhangen van de westerse cultuur: Verscheurde christenheid (1937). De naoorlogse situatie en zijn universitaire taak hebben het historiserend element in hem versterkt en de apologetische toon verminderd. Zijn ontwikkelingsgang blijkt duidelijk, als men de sterk herschreven drie delen Verzamelde geschriften (1963) met de oorspronkelijke teksten vergelijkt. Van Duinkerken ontving in 1960 de Constantijn Huygensprijs en voor zijn essayistisch werk werd hem de P.C. Hooftprijs 1966 toegekend.

WERK. (behalve de genoemde): Poëzie: Onder Gods ogen (1927): Het wereldorgel (1931); Verzen op Kerstmis (1941): Drie balladen (1945. onder pseud. Andries van Doorn); Verzen uit St-Michielsgestel (1946); Tobias met den engel (1946); Het vierenswaardig wonder (1946); Odysseus' hartsgeheim (1947); Proza: Ik ravenzwarte (1928; novelle); Verdediging van carnaval (1928); Achter de

vuurlijn (1930); Katholiek verzet (1932); Dichters der Contra-Reformatie (1932: bloeml. met inl.); Welaan dan beminde geloovigen (1933); Dichters der middeleeuwen (1935; bloeml. met inl.); De menschen hebben hun gebreken (1935); Twee vierkante meter (1938); Dichters der emancipatie (1939; bloeml. met inl.); Legende van den tijd (1941); Nederlandsche vormen van den nieuwen tijd (1941);

Ascese der schoonheid (1942); St. Bernard (1943; bloeml.); Het tweede plan (1946); Wereldhistorie per post (1946; bloeml.); Waarom ik zo denk (1947); Begrip van Rome (1948); Antoon Coolen (1949); Mensen en meningen (1951); G. Gezelle (1958); Vlamingen (1960); Brabantse herinn. (1964; autobiogr.); Gorter, Marsman, Ter Braak (1967).

LIT.P.Brachin, A. van Duinkerken (1961; met bibl.); Brabantia, speciaal nummer (1963); Th. Kroon, Anton van Duinkerken 1903-1968 (1983); A. Roes. Een schaduw die verschuift: leven en werk van de jonge Anton van Duinkerken (1984); H. Scholten, in: Dietsche Warande en Belfort (1985).

Onderstaand bibliografisch overzicht is afkomstig uit het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1968-1969

Het is vrijwel ondoenlijk binnen dit kader een volledig overzicht te geven van het gehele oeuvre van Asselbergs/Van Duinkerken. De onderstaande keuzelijst beperkt zich daarom tot vermelding van eerste drukken. Vertalingen uit of in een vreemde taal zijn in beginsel niet vermeld. De titels, waarachter een asterisk (*) staat, zijn door Asselbergs in samenwerking met anderen gemaakt. Publicaties die onder de eigen naam zijn verschenen zijn als zodanig onderscheiden door een letter (A) achter de titel.

Voor een bibliografisch overzicht van het oeuvre van Asselbergs voor zover als monografie verschenen, wordt de lezer verwezen naar de losbladig verschijnende lijst van Afzonderlijk verschenen werken van het Nederlands Letterkundig Museum en het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, waaraan het onderstaande grotendeels is ontleend.

1927

Onder Gods ogen. Maastricht 1927.

1928

De ravenzwarte. Maastricht 1928.

--

Verdediging van carnaval. Utrecht 1928.

--

Het letterkundig onderwijs op onze middelbare scholen. Tilburg 1928. (*)

1929

Roofbouw. Tilburg 1929.

--

Vertelsel in de hut. Tilburg [1929].

--

Hedendaagsche ketterijen. Hilversum 1929.

1930

Liturgische gewaden uit de ateliers van het Sint Bernulphus-huis. Amsterdam 1930.

--

Wij en de politiek. Om hart en vurigheid. Utrecht [1930].

1930

Achter de vuurlijn. Hilversum 1930.

--

Lyrisch labyrinth. Utrecht 1930.

1931

Groot-Nederland en wij. [Utrecht 1931].

--

Noord-Brabant. Breda 1931. (A)

--

Het wereldorgel. Utrecht 1931.

1932

Katholiek verzet. Hilversum 1932.

--

Eduard Brom, Bloemlezing. Utrecht 1932.

--

Dichters der contra-reformatie. Utrecht 1932.

1933

Welaan dan, beminde geloovigen. Hilversum 1933.

--

Beauraing en Banneux. Amsterdam 1933. (A)

--

De beweging der jongeren. Hilversum 1933.

1934

Katholieke godsvrucht. 's-Hertogenbosch [1934].

--

Twintig tijdgenooten. Schiedam [1934].

--

Losse gedachten van jonge katholieke schrijvers. Haarlem 1934.

1935

De menschen hebben hun gebreken. Hilversum 1935.

--

Hedendaagsche kerstlyriek van katholieke dichters. Nijmegen [1935].

1936

Voor vrijheid en democratie. [Amsterdam 1936] (*)

--

Het christendom bedreigd door rassenwaan en jodenhaat. Amsterdam [1936] (*)

--

Hart van Brabant. Antwerpen [1936].

--

Vondels lyriek. Amsterdam [1936]. Katholicisme en nationaalsocialisme. Assen 1936.

--

In Holland staat een huis. Amsterdam 1936. (*)

--

Een tweede Spanje? [Utrecht] 1936.

1937

Wordt Nederland een tweede Spanje? [Utrecht 1937].

--

Nederlandsche litteratuur van nu. Amsterdam-Sloterdijk 1937. (*)

--

Verscheurde christenheid. Hilversum 1937.

--

Het christendom. De Vrije Bladen 1937. (*)

--

De dichters van het jaar. Amsterdam 1937. (*)

--

Ballade van den katholiek. [Amsterdam 1937].

1938

Poëzie uit den pruikentijd. Amsterdam [1938]. (*)

--

Bloemlezing uit zijn gedichten. Baarn [1938].

--

L. Berger, Eenheid door Oranje. Amsterdam 1938.

--

Twee vierkante meter. Amsterdam [1938].

--

God en de cultuur. Heemstede 1938.

--

Vertellingen door het kerkelijk jaar. Bussum [1938].

--

De dichters van het jaar. Amsterdam 1938. (*)

1939

Dichters der emancipatie. Bilthoven 1939.

1940

Maria moeder Gods. Amsterdam-Antwerpen 1940. (*)

--

Pascha problemen. Hilversum 1940. (A)

--

Fantastische figuren in de letterkunde: Tijl uilenspiegel. Amsterdam-Sloterdijk 1940.

--

Noodlot der intellectuelen? Wageningen [1940].

1941

Legende van den tijd. Hilversum 1941.

--

Literatuur en samenleving. [Amsterdam] 1941. (*)

--

J Stalpart van der Wiele, Gulden jaars feest-dagen. Amsterdam 1941.

--

Verzen op kerstmis. Hilversum 1941.

--

Nederlandsche vromen van den nieuwen tijd. Hilversum 1941.

--

Ascese der schoonheid. Amsterdam [1941].

1942

Historisch kaartspel. Waalwijk [1942].

--

Voorbijgang. 's-Gravenhage [1941].

1943

Nieuw-Nederlandsch lied. [Amsterdam] 1943.

1943

St. Bernard. Baarn [1943].

--

Bescheiden gastgeschenk. [Oosterhout 1943].

1944

Waaiend pluis. ['s-Gravenhage 1944].

--

Prieel in Troje. [Utrecht 1944]. Onder pseud. Pieter Bakx.

--

Bij de geboorte van Henri Philip Mayer op 3 augustus 1944. Haarlem [1944].

--

Drievuldige begroeting. [Breda] 1944.

1945

Drie balladen. [Wormerveer] 1945. Onder pseud. Andries van Doorn.

--

Holland is vrij! z.p. 1945,

--

Zij zijn weg! Breda 1945.

--

Undique carmina sonant. Bussum 1945.

--

Het tweede plan. Amsterdam 1945.

1946

Verzen uit St. Michielsgestel. Utrecht [1946].

--

Wereldhistorie per post. Amsterdam [1946].

--

Tobias met den engel. Utrecht [1946].

--

Het vierenswaardig wonder. Amsterdam 1946.

--

Dichters om Oranje. Baarn 1946. (*)

--

Het erfdeel van de vreugdebloem. Antwerpen-Amsterdam 1946.

1947

Waarom ik zo denk. Utrecht-Brussel 1948.

1948

Vier drinkliederen. 's-Gravenhage 1948.

--

Joost van den Vondel, Leeuwendalers. Utrecht-Brussel 1948.

--

Begrip van Rome. Bussum 1948.

--

Het Wilhelmus. Amsterdam [1948]. (A)

--

Een paradox der twaalfde eeuw. Maastricht [1948]. (A)

--

Honderd jaar wijn- en likeurhandel J. A. Verbunt. Tilburg [1948]. (*)

--

Geschiedenis van Sinterklaas. Bussum 1948.

--

Pater Bernardus, Rhytmica oratio. Haarlem 1948.

1949

Antoon Coolen. 's-Gravenhage 1949.

--

Nicolaus van Milst, 1645-1706. Brussel 1949.

--

Samenklank I. Amsterdam [1949].

1951

Mensen en meningen. 's-Gravenhage 1951.

--

Veertig jaar katholieke uitgeverij. Bussum 1951.

1952

Het tijdperk der vernieuwing van de Noordnederlandse letterkunde. 's-Hertogenbosch-Antwerpen-Brussel [1952]. (A)

--

Techniek en muze ['s-Hertogenbosch 1952]. (*)

1953

Vijftig jaar na Schaepmans dood. Bussum 1953. (A)

--

Ballade van Brabant. Amsterdam [1953].

1954

Vader Noë. Amsterdam 1954.

--

Joost van den Vondel, Lucifer. Zwolle 1954. (A)

1955

De blijvende waarde van verzetspoëzie. Amsterdam [1955].

--

Het spel vanden heilighen sacramente vander Nyeuwervaert. Zwolle 1955. (A) (*)

--

Onderlinge verstandhouding. Bussum 1955. (*)

--

Nijmegen. [Nijmegen] 1955.

--

Het goud der gouden eeuw. Utrecht-Antwerpen [1955].

1956

Zeven eeuwen katholieke poëzie. Utrecht-Antwerpen [1956].

1957

Verzamelde gedichten. Utrecht-Antwerpen [1957].

--

Kardinaal De Jong. z.p. [1957].

--

Beeldenspel van Nederlandse dichters. Utrecht-Antwerpen [1957].

1958

Guido Gezelle, 1830-1899. Brussel [1958].

--

Guido Gezelle's Kerkhofblommen, 1858-1958. Amsterdam 1958. (A)

--

De dichter en de ouderdom. Haarlem-Antwerpen [1958].

1960

Gerard Brom in memoriam. Nijmegen 1960. (A)

--

Vlamingen. Hasselt 1960.

--

Noord-Brabant edel en schoon. Amersfoort [1960]. (*)

1961

Het kazuivel van Heeze. Eindhoven 1961. (*)

--

[Grammofoonplaat] SVS 6116-1. [Den Haag-Amsterdam 1961].

1962

Zilveren bruiloft. Nijmegen [1962].

--

De muze en de zeventien provinciën. [Amsterdam] 1962.

--

Verzamelde geschriften I-III. Utrecht-Antwerpen 1962.

--

Joost van den Vondel, Vijftig gedichten. Hasselt [1962].

1964

Brabantse herinneringen. Utrecht-Antwerpen 1964.

--

Tweemaal Dante. Utrecht-Nijmegen 1964. (A)

1965

De Katholieke Universiteit in 1964-1965. Nijmegen-Utrecht 1965. (A)

1966

De reis met Rafaël. Hasselt [1966].

--

Festoenen voor een kerkportaal.Leuven 1966.

1967

Dirk Coster, Verzamelde werken. Leiden 1967.

--

Gorter, Marsman, Ter Braak.Utrecht-Antwerpen[1967].

1968

Nijmeegse colleges. Zwolle 1967. (A)

--

Tussen Vosmaer en Tollens. Amsterdam 1968. (A)

--

De stijl van Elkerlijk. Zwolle 1968. (A)

Anton van Duinkerken heeft zijn medewerking verleend aan, of is als redacteur opgetreden van een groot aantal tijdschriften. Hier worden in het bijzonder vermeld:

Dietse Warande en Belfort

De Gemeenschap

De Gids

De Nieuwe Eeuw

Raam

Roeping

De Tijd

Vlaamse Arbeid

 

 
TERUG NAAR BEGIN VAN DEZE PAGINA