‘Epos op Pukkie’

Wie leest nog de artikelen en boeken van architect en stedenbouwkundige Granpré Molière?(1) Zijn publicaties zijn, alsmede zijn architectuur, grotendeels verzonken in de poel der vergetelheid. Desondanks wordt zijn dubbele naam tegenwoordig nog wel gebruikt voor een nieuwbouwproject in Slootdorp.(2)

M.J. Granpré Molière (1883-1972) werd in de jaren twintig bekend door het ontwerp van Tuindorp Vreewijk in Rotterdam.(3) Omdat hij van 1924 tot en met 1954 als hoogleraar was verbonden aan de Technische Hogeschool in Delft heeft hij een relatief klein oeuvre nagelaten. Het door hem ontworpen woonhuis De Boogerd (1929) in Rotterdam werd door Albert Otten in 1930 als volgt gekarakteriseerd: ‘Een eenvoud die eenvoudigen voorbij doet gaan zonder om te zien, een eenvoud die gevoeligen voor verhouding doet stilstaan in bewondering.’(4) Toch worden zijn ontwerpen zelden genoemd in een boek over de Nederlandse architectuur van de twintigste eeuw.(5)

Woonhuis De Boogerd (1929), Rotterdam (foto collectie NAi, Rotterdam)

Door zijn talrijke publicaties was Granpré Molière in het tweede kwart van de twintigste eeuw de ideoloog van het traditionele bouwen en de uitgesproken criticus van het Nieuwe Bouwen. Ter gelegenheid van zijn 25-jarig hoogleraarschap werd in 1949 een keuze uit zijn artikelen en een overzicht van zijn werk, bijeengebracht door zijn vrienden en leerlingen, gepubliceerd onder de titel ‘Woorden en werken van Granpré Molière’. In het ‘Ten geleide’ van de bloemlezing wordt aangegeven dat door de samenstellers is gepoogd ‘om door een oordeelkundige keuze recht te doen wedervaren aan alle zo verschillende kanten van ’s schrijvers persoonlijkheid, alsook aan de ontwikkelingsgang die hij heeft doorgemaakt’.

Voorzijde verkoopfolder ‘Woorden en werken van Granpré Molière’

 

Het prille begin van zijn schrijversschap was de redactie van ‘Woorden en werken van Granpré Molière’ vrijwel zeker onbekend. De eerste publicatie van Granpré Molière, ‘Epos op Pukkie’, werd namelijk al in 1895 in Oudenbosch, zijn geboorteplaats, uitgegeven door ‘Gebr. T.J.M.’.(6) Achter de afkorting en de initialen verscholen zich zijn twee oudere broers, Thom en Jan Granpré Molière.

De familie Granpré Molière in 1882. V.l.n.r: Jkvr. Wilhemina S. Granpré Molière-Schuurbeque Boeije, Emm G.M., Thom G.M., Abel César Granpré Molière met Pukkie, Phie G.M.

 

Epos op Pukkie.

Pukkie in zijn bedrijf.

Pukkie is een ware held,
En er erg op gesteld
Muizen en ratten dood te maken,
Hoewel die hem geheel niet smaken.

Met mollen is hij ook in strijd,
Hij vangt ze dan ook met veel vlijt.
Hij kan er uren lang op loeren,
Zonder iets anders uit te voeren.

De zaadzolder is zijn liefst verblijf,
Tot uitoefening van zijn bedrijf.
Muisjes zijn daar bij de vleet,
Hij doodt ze ras met eene beet.

Eens was hij er weer naar toe gegaan,
En trof daar vele muisjes aan.
Pukkie pakte onvervaard,
Een der muisjes bij zijn staart.

Het muisje liep luid piepend heen,
Maar Pukkie was nog vlug ter been.
Hij pakte het muisje nu bij een poot,
En weldra was het diertje dood.

Hij is een groote vijand van puiten,
En dikwijls gaat hij zijn perken te buiten.
Hij gaat dan naar de kikkersloot,
En maakt daar vele puitjes dood.

Hij heeft al veel ratten verdelgd,
Want hij is zeer op hen gebelgd.
Als hij afzag van zijne zaken,
Zou het huis vol ratten raken.

Dit is de geschiedenis van onzen held,
En nu ben ik uitverteld.
Pukkie is nu oud en stijf,
En durft geen ratten meer te lijf.

 

NB: puit is Noordwestbrabants dialect voor kikker.

 

Arnoud Geux

 

Noten
1) Een groot aantal artikelen verscheen in Katholiek Bouwblad. Publicaties: ‘Over mijn terugkeer tot de moederkerk’ (1939), ‘Het kleed der vrouw’ (1942), ‘Woorden en werken van Granpré Molière’ (1949), ‘Zoeklicht op de architectuur’ (1953), ‘De eeuwige architectuur I. De hedendaagse architectuur in het licht der geschiedenis’ (1957), en ‘Het huis in de Twintigste Eeuw (z.j.). ‘De eeuwige architectuur’ zou uit drie delen bestaan, Deel II ‘Het huis, voorheen, nu en altijd’ en III ‘De wetenschap van het bouwen’ zijn nooit gepubliceerd.
2) Granpré Molière was vanaf 1927 als adviseur betrokken bij het ontwerp van de dorpen en het landschap in de Wieringenmeer (Noord-Holland).
3) Tuindorp Vreewijk (1916-1942), een ontwerp van bureau Granpré Molière, Verhagen en Kok, was door het stratenplan, de laagbouw en beplanting toonaangevend. Het is de ‘traditionele’ tegenhanger van de ‘moderne’ wijk Kiefhoek (1928-1930) in Rotterdam, een ontwerp van architect J.J.P. Oud.
4) Alb. Otten, ‘Landhuizen bij Rotterdam’, in: ‘Bouwkundig Weekblad Architectura’, 18 januari 1930, p. 18-19.
5) Een uitzondering is het boek ‘Nederlandse Bouwkunst. Een geschiedenis van tien eeuwen architectuur’ (1997) van Koen Kleijn, Jos Smit en Claudia Thunnissen. Het traditionele bouwen en het werk van Granpré Molière wordt uitgebreid besproken in het hoofdstuk ‘Het sobere bouwen. Eeuwige waarheid en traditionele vormen’.
6) ‘Epos op Pukkie’, formaat: 64 x 58 mm, 16 pagina’s, Oudenbosch, 1895.