CUBRA HOME
INHOUD MAJOIE

© 2015

Stichting Cultureel Brabant (CuBra)  & Ben van de Pol

 

Johnny Majoie

LICHTE VERZEN UIT TILBURG

 

Onder redactie van Ben van de Pol

 

Aflevering 14 (261-280)

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 4 juli 1940

 

 

261 Fiets

 

Ze stond er al jaren

De stof te vergaren;

Door niemand gezocht

En bijna verkocht.

Werd nimmer bekeken,

Door ieder ontweken;

Ze roestte geducht

En snakte naar lucht.

Was zeer overbodig,

Sinds lang niet meer noodig;

Een gammel model

Met zeer schorre bel.

Een rasechte flodder,

Verzot op de modder;

Had altijd gepiept,

Was dikwijls gekiept.

Zat zeer ongelukkig

Liep meestal wat snukkig;

Deed altijd zoo zot,

Was dikwijls kapot.

Liet graag zich betrappen,

Te vies om te gappen;

Een prul van een kast

Geen nut maar een last.

Te stroef om te sturen,

Hing 't liefst tegen muren;

Kortom: een "mesjien"

Da'k niet meer wou zien!

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Ik moet me vergissen,

Hoe kon ik haar missen;

En zei zoo maar iets

En waardeer thans... m'n fiets!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 5 juli 1940

 

 

262 Uw nationale plicht!

 

Morgen zal't er dan van komen,

Morgen is de groote dag,

Op denwelke Tilburg toone

Wat saamhorigheid vermag.

Laat uw hart een woordje spreken,

Offert ook uit dankbaarheid,

Dat ú niet is overkomen,

Waar een ander thans om schreit.

Denkt nu aan het leed van velen,

Die van alles zijn beroofd,

Want men heeft aan deze menschen

Ook úw gulle gift beloofd.

Ja, op ieder wordt gerekend,

Die't maar éven missen kan

Om een steentje bij te dragen

Tot dit helpt-elkander-plan.

Allerwegen is een streven

Één en nationaal te zijn,

Wel, zoo ooit, dan kan dit morgen

Op breed uitgezet terrein.

Zelden is voor zulk een schoone,

Goede zaak uw hulp gevraagd

En zoo ooit dan geldt het morgen

Dat g'elkanders lasten draagt.

Het beroep - op u gedaan - zij

Morgen niet vergeefs gericht;

Toont u één en solidair en

Doet uw nationale plicht!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 5 juli 1940

 

 

263 De trouwe hit

 

Het mooiste nieuwtje van den dag

Viel gisteren te lezen,

Waarmee het "alles-komt-terecht"

Opnieuw weer is bewezen.

De heele stad leek in de war

Om het gestolen "plofje";

Het is terecht - ik zég terecht:

"Nou, redacteur, dan bof je!"

Het stadsbeeld leek niet meer normaal,

Er bleek iets te ontbreken:

Men heeft naar dat verchroomde ding

Toch steeds zoo graag gekeken.

Men vond het in een roggeveld,

Hoe is het daar gekomen?

Dit had beslist zijn eigen baas

Toch ook nooit kunnen droomen!

Benzine huilend heeft het ding

Een week daar neergelegen;

Je vraagt je af: hoe heeft die dief

Het in z'n hoofd gekregen?

Hij heeft niet veel pleizier gehad

Van zijn gestolen ritje;

Het ding heeft zich daarbij getoond

Een baas-getrouw hitje.

Want toen het plots dien vreemden last

En ruwe hand ontdekte,

Begrijpt u wel dat deze "plof"

Het verder gauw ……..

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 6 juli 1940

 

 

264 Er is iets veranderd!

 

Ze zeggen alsdat ze geen kranten meer lezen

En niets meer gelooven wat niet is bewezen;

Ze zitten intusschen vol sterke verhalen,

Die kunnen we missen: om koffie te malen!

Dan zijn er ook nog van die makk'lijke menschen,

Die't oude het liefst maar terug zouden wenschen,

Die willen het nieuwe nog steeds maar niet snappen,

Die kunnen we missen: dat zijn zoo maar slappen!

Wie kent niet die gasten die telkens weer draaien,

Die meedoen wanneer d'r maar iets valt te graaien,

Die juist als een weerhaan herhaaldelijk zwenken,

Die kunnen we missen: die zullen nooit denken!

Past op voor die lieden die alles voorspellen

En het u wel eens eventjes zullen vertellen;

Dat zijn van die rare onzekere kwasten,

Die kunnen we missen: dat zijn de fantasten!

Dan heb je d'r óók nog die altijd maar klagen,

Nooit met ideeën eens aan komen dragen;

Die varen nooit uit maar die blijven voor anker,

Die kunnen we missen: die zitten vol kanker!

Wijkt uit voor die menschen die pratend vervelen

En vroeger steeds zeiden: "Mij kan het niet schelen!"

Die kunnen wel kletsen maar weinig presteeren,

Die kunnen we missen: valt niks van te leeren!

Nog erger zijn zij die steeds alles vergeten

En toch nog beweren: "Ik hè't wel geweten!"

Laat z'in den bond van bètweters blijven,

Die kunnen we missen: dat zijn ouwe wijven!

En zij die steeds zeggen: "We moeten, we zullen!"

Dat zijn van die dravers maar eigenlijk prullen;

Die hebben met branie zichzelve verraden,

Die kunnen we missen: die stellen geen daden!

Wat heb je aan menschen die janken en treuren,

In stamkroegen alles maar af zitten keuren,

Maar zelf geen betere oplossing weten;

Die kunnen we missen: dat zijn de proleten!

Dan zijn er die nooit energie konden toonen,

Nog steeds in hetzelfde winkeltje wonen;

Die zullen het nu wel eens even probeeren,

Die kunnen we missen: die parasiteeren!

 

We hebben behoefte aan frissche gedachten,

Aan kerels waarvan je iets goeds kunt verwachten,

Aan mannen die willen en op zullen bouwen,

Die kunnen we hebben en zijn te vertrouwen!

(De nieuwe gemeenschap is niet te verkrijgen

Door stukjes van toen aan elkander te rijgen;

Er is iets veranderd en dat moet men begrijpen,

Of wilt gij soms dansen naar andermans pijpen?)

Geen winst voor den enkel, doch welvaart voor allen,

Geen kakelpartijtjes die alles vergallen;

Benut de talenten die ons zijn gelaten,

Men stelle thans daden en moet niet meer praten!

Niet alles was slecht maar toch veel was versleten,

Een nieuwe tijd klopt aan de deur van't geweten;

Nationaal strevend naar hoogere waarden,

Dát moeten we hebben: in lout'ring op aarde!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 9 juli 1940

 

 

265 Donkere tijden

 

Wanneer de zomernacht begint

Met vaak veel stergeflonker,

Dan sluimert reeds het grootste deel

Van onze stad in 't donker.

Een enkeling begeeft zich laat

Door onverlichte straten

En wie soms niet gezien wil zijn,

Loopt niet meer in de gaten!

Men ziet dan hier en daar heel vaag

Gekleurde pitjes zweven

Van fietsers die op goed geluk

Zich snel naar huis begeven.

En nauw'lijks als het klokkenkoor

Weer twaalf heeft geslagen,

Dan hoor j'een "bromvlieg" wier "woe-woe"

Schier niemand kan verdragen!...

Hoe stil en vredig ligt de stad

Dan in het diepe duister;

Vanzelf gaat een laat gesprek

Dan over in gefluister.

Deez' toestand heeft toch wel wat vóór:

Hij drukt d'electro-meter,

Men ligt er vroeger door in bed

En 's morgens gaat het beter!

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Intusschen blijft een groot deel van

Europa streng verduisterd,

Omdat het in de ketens nog

Van Mars ligt vastgekluisterd.

Het ziet er zoo maar donker uit,

Het is niet te vermijden,

Doch hoe 't ook zij - wie hunkert niet

Naar meer verlichte tijden?...

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 11 juli 1940

 

 

266 Die eene duif

 

Alle heeren duivenmelkers

Kunnen er nu van op aan,

Dat een duif niet meer geduld wordt

Als ze buitenhoks zou gaan.

Voor de laatste maal gewaarschuwd:

Houdt uw duiven uit de lucht,

Want een duif kan spionneeren,

Maakt soms een verdachte vlucht.

Wel een strop voor onze duiven,

Die zoo graag uit vliegen gaan;

Zielig dat de "melker" thans zijn

Constateur moet laten staan.

Maar het is nu eenmaal oorlog

En men heeft er mee geleerd:

Duiven zijn té slimme vogels,

Vliegen soms wel eens "verkeerd".

Weest verstandig, duivenhouders,

En bespaart U het verdriet,

Dat de overheid zich boos maakt,

Onder uwe duiven schiet!

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Maar gelukkig rest één duifje,

Dat men niet verbieden zal,

Dat eenieder toe zal juichen

Als dát vliegt door het Heelal.

Daarom turen wij toch allen

Vol verlangen in de lucht

Of de vredesduif mag vliegen

In een onbeperkte vlucht.

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant -zaterdag 13 juli 1940

 

 

267 In de puntjes gekleed!

 

Nou, dat zal me straks iets worden

Met die punten-tellerij;

Als je dan een broek wilt koopen,

Hoort je puntenlijst erbij!

('k Heb nog van die puntenlijstjes

Die van school afkomstig zijn,

Maar dáár zal 'k niet veel op krijgen,

Want dat puntental was klein!...)

Ook al lijkt het wat omslachtig,

Toch valt deze reeg'ling mee;

In practijk - op punt van zaken -

Blijkt ook dit een goed idee.

Dus we gaan straks naar een winkel

En we vragen heel beleefd

Of men soms voor twintig punten

Nog een aardig pakkie heeft.

Negen punten voor drie Jägers,

Hoogstens vier nog voor een hemd

En de rest zij puntsgewijze

Voor een onderbroek bestemd.

Ja, dat wordt een punten-rage

Tot het toppunt is bereikt

En de een of ander onder

Heel zijn puntenlast bezwijkt.

Als nu strakjes juffrouw Hupmans

In de puntjes is gekleed,

Vraagt haar buurvrouw zich weer af van

Hoeveel punten zij dat deed!

Nou, je zult wat geks gaan hooren

Als we straks uit wand'len gaan:

"Zeg, ik doe m'n vijf-punts-kousen

En m'n zes-punts-jurk aan!"

Of ons Kee zegt tot haar Janus:

Als ze dabb'ren door een plas:

"Sunde van m'ne tien-punts-maantel

En van jouwen aacht-punts jas!"

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 19 juli 1940

 

 

268 Het botert minder

 

Als ik alles heb begrepen,

Komt het dus wel hierop neer:

Er is boter meer dan anders,

Maar tóch krijgen we niet méér!

Doen het zelfs met "iets" minder,

Minder boter bij de visch,

Daarbij nú eerst goed beseffend

Wat een half pondje is!

In ons land van melk en boter

Is dit wel een zeldzaamheid,

Maar een uitkomst voor degene,

Die aan margarine lijdt.

Wie nu boter op z'n hoofd heeft,

Loope niet meer in de zon,

Doch bescheiden in de schaduw

Met een dure boterbon.

Met je neus in boter vallen,

Komt nu ook niet veel meer voor,

En men zou zich maar bezeeren

Want je valt er makk'lijk dóór!

Erger is het - nu het laagje

Dun is in de botervloot,

Dat de kans der haren-zoekers

In de boter is vergroot...

Maar met des te meer waardeering

Zien wij nu de koeien staan,

Die in koor thans tot ons loeien:

"Boot'ren jullie maar wat aan!"

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 20 juli 1940

 

 

269 Rijmelijke grapjes

 

Nationale concentratie

Is de leuze van den dag;

Concentreert de concentraties

Als ik adviseeren mag!

 

Klinkt het nu niet actueeler,

Als bv. werd verzucht:

Beter één duif in de kooi dan

Twintig duiven in de lucht!

 

Tilburg wordt met 25

"Plisiegenten" uitgebreid;

Dit beteekent in de toekomst

Nog méér "bonnen"-narigheid!

 

Nu naast boter ook het vette

Danig wordt gerantsoeneerd,

Zal er weinig meer in't vet zijn,

Wordt er veel op vet geteerd.

 

Strakjes hobb'len weer de bussen

Door deez' meer "bebuste" stad,

Die bewees dat zij voor "bussen"

Een royaal' attentie had.

 

Voor de rest zou'k moeten zeggen

Heel oprecht: "Méér-weet-ik-nie!"

Doet het daarom voor vandaag maar

Met deez' "grapjes" van

 

                                     VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 22 juli 1940

 

 

270 Bons...

 

Ik heb in dezen bonnentijd,

Beheerscht door rantsoeneering,

Voor ied're huisvrouw meer dan ooit

Een groote schep waardeering.

Wat heeft zoo'n vrouw veel aan haar hoofd,

Wat moet ze al niet weten,

Wat is het in haar keuken nu

Een passen en een meten!

Een pondje dit - een onsje dat,

Van alles maar een hapje;

Gewoekerd wordt er met de bons

Voor pudding of een papje.

Bon zóóveel voor een boterham,

Ook bons voor grutterswaren;

Van alles maar bij mondjesmaat

En dan nog wat besparen!

Een bon voor boter of voor vet,

Zoowaar ook gort op bonnen,

Want anders loopt het in de gort;

Hoe krijgen ze 't verzonnen!

De huisvrouw wikt en weegt en kookt

Haar potje overwogen;

Er is nog nooit zoo weinig in

Het huishoudboek gelogen!

Want alles is nu afgepast

Er valt niets meer te foez'len;

Een hoedje is nu niet meer in

De suiker te verdoez'len...

Inmiddels is de vrouw de baas,

De mannen moeten zwijgen;

Van haar is 't beter iets op bons

Dan iets dat bonst te krijgen!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 23 juli 1940

 

 

271 Met z'n oogen!

 

Toen de Spaansche politie, blijkens de berichten, naar een Hindoe zocht, die banken, hotelkassen e.d. beroofde, zonder ander wapen dan zijn hypnotischen blik.

 

Zoo schijnt men dus in Spanje thans

Een Hindoe na te jagen,

Wiens blik geen enkele kassier

Onwrikbaar kan verdragen.

Zeg, stel je voor, je zal zoo'n vent

In 't donker tegenkomen:

Hij kijkt je aan en steelt je leeg,

Terwijl je staat te droomen!

Toch heeft de man in elk geval

Zachtzinnige gebruiken

Om zonder wapens naar je beurs

Of vestjeszak te duiken.

Hij maakt gewoonweg iemand weg

Met zijn hypnotisch' oogen;

Je weet van niks maar als j'ontwaakt

Dan blijk je pas bedrogen!

Wat heeft zoo'n man een wapen in

Zijn akelige blikken;

Men moest hem op z'n oogen en

Niet op z'n vingers tikken!

Als wapen voor kassiers zou mij

Het toch wel beter lijken:

Je klanten niet in d'oogen doch

Meer op de vingers kijken!!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 24 juli 1940

 

 

272 De kat en de boom

 

Het is weer zoo - ze zit er weer,

Ze wordt weer flink bekeken;

Heeft trouwens altijd veel bekijks,

Dat is al méér gebleken!...

Ze wordt van allen kant beloerd,

Ze wordt ook veel besproken;

Het meest door hen die - als't er spant -

Zich houden weggedoken…

Ze komen allen op hun beurt

Toch wel eens even neuzen;

Ze nemen echter geen besluit,

Ze blijven zonder keuze.

Ze komen schuchter naderbij,

Ze scherpen hunne blikken,

Maar om waarachtig iets te doen:

Dát zullen ze vertikken!

Toch is ze duidelijk te zien,

Men ziet het "beest" goed zitten

En toch staan vele gapers daar

Met open oog te pitten!

Ze voelen wel en zijn het eens:

D'r moet iets mee gebeuren!

Ze weten echter niet goed wát

En blijven dan maar zeuren.

Dat zijn de muizen onder ons,

Die - net als muizen - vinden,

Dat liefst een ander maar de kat

De bel moet aan gaan binden.

Intusschen laat die "kat" hier toch

Al aardig van zich blijken;

Je schiet er echter niets mee op

Door z'uit den boom te kijken!...

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 25 juli 1940

 

 

273 De zingende muis

 

(In Nijverdal, zoo werd dezer dagen gemeld, is een zingende muis ontdekt, die brutaal genoeg is om zich tijdens haar voordracht ook nog te vertoonen!)

 

Het is voorwaar van groot belang

Om juist in deze dagen

Als iets aparts de aandacht voor

Een muis, die zingt, te vragen...

Op dit zeer int'ressante nieuws

Dat ons de kranten brachten,

Zat waarlijk wel het heele land

Nou echt al lang te wachten!...

Gelukkig, dus het is niet dood,

Het muisje dat kan zingen;

We hoorden al een tijd niet meer

Van deze rare dingen.

Ze duikt nu op in Nijverdal

(Waar zou dat gat toch liggen?)

Men was daar zeker wat jaloersch

Op onze geit-van-Piggen!...

Men meldt van deze muis speciaal

Dat zij zich laat bekijken,

Wanneer zij als een zangeres

Luid piepend zit te kwijken.

Toch ga ik niet naar Nijverdal

Om deze muis te hooren,

Wijl mij bv. meer Jeanette

MacDonald kan bekoren!

Doch, wie het wil, kan zich alsnog

Ter plaatse vergewissen,

Hoewel: er zijn in dezen tijd

Wel and're muizenissen!...

 

Toch is dit Nijverdalsch geval

Zeer vreemd, want, alle donders:

Hier heeft een dál een muis gebaard,

Da's toch wel iets bijzonders!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 30 juli 1940

 

 

Antwoord op een vraag van Voici waar Nijverdal ligt

 

Geachte vriend mijnheer Voici

Ik heb uw vers gelezen

Betreffende een kleine muis,

Die alom werd geprezen.

Doch even was mijn trots gekrenkt,

Niet om de geit van Piggen,

Doch om die zeer onnooz'le vraag:

"Waar zou dat gat toch liggen?"

Dat gat, mijnheer de Rijmelaar,

Tracht het goed in te prenten,

Ligt ergens in Nederland,

Om juist te zijn in Twente.

Ik zou zoo zeggen, beste vriend,

Uw kennis der natuur

Is niet bijzonder groot geweest,

Of… niet van langen duur?

Neem tijdens uw vacantie nu

Uw velo eens ter hand

En peddel opgewekt en blij

Naar 't Oosten van ons land.

En fietst gerust naar Nijverdal,

De natuur die is er prachtig,

Zoo ongerept, zoo wonder schoon,

Ja, heusch, dat is waarachtig!

Luistert naar een goede tip,

Ik geef u de garantie:

Wanneer het weer wat medewerkt

Heeft u een pracht vacantie!

 

VOILÀ

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 26 juli 1940

 

 

274 De theorie der duimen

 

(Volgens een krantenbericht heeft de een of andere Amerikaansche geleerde vastgesteld, dat het karakter van een man uit zijn duim te verklaren is).

 

Alsdat men het karakter van

De mannen kan verklaren

Uit hunnen duim zal zeker niet

Bij vrouwen opzien baren.

Die weten méér van dezen duim,

Hij gaf al veel gedonder,

Want zitten niet de meesten van

De mannen er diep onder?...

Toch leert men aan hun duim wellicht

Zeer vele mannen kennen,

Lijk zij die duimen-draaiend liefst

Een ander laten rennen.

Maar hoe zou het karakter van

Die mannen zijn te meten,

Die denken dat zij alles steeds

Wel op hun duimpje weten?

Als stug en koppig laten vaak

Die mannen van zich blijken,

Die nooit te overtuigen zijn,

Geen duimbreed willen wijken.

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Maar wát zou het karakter zijn,

Heb ik al overwogen,

Van den geleerde die dit uit

Zijn duimpje heeft gezogen?...

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 1 augustus 1940

 

 

275 Een lichtende kwestie

 

Heden vraagt van ons de fiscus

Een nieuw plaatje op de fiets,

Ook al doet zij ons lankmoedig

In de eerste week nog niets.

Maar het blijft niet bij een plaatje,

Want in dezen duist'ren tijd

Is het absoluut noodzaak'lijk,

Dat men áfgeschermd rijdt.

En nu valt er niet te schermen

Met: "Dat zal zoo nauw niet zijn!"

Toont dit niet te licht te achten,

Meent niet: "Och, dat is maar schijn!"

Wijkt geen lichtstreep van datgene

Wat verordend is nu af;

Een vergrijp dat licht zou schijnen

Brengt u licht een zware straf.

Vanaf heden geen gekleurde

Rijwielbollen in de straat,

Maar een licht licht-gevend streepje

En allicht ook volgens maat!

Laat u niet zoo'n ding aansmeren,

Waar men hier en daar mee leurt,

Want model-zijn wil ook zeggen:

Goedgekeurd is niet be-keurd!

Licht de hand niet met dit lichtje,

Toont gerust licht-vaardigheid,

Weest daarbij weer niet lichtvaardig,

Of u raakt wellicht wat kwijt!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 2 augustus 1940

 

 

276 Gaat naar buiten!

 

Het is nu niet bepaald een tijd

Om kermis te gaan vieren

En in een uitgelaten bui

Te drinken en te tieren.

Wat echter ook niet zeggen wil

Nu in de vrije dagen

Maar thuis te zitten en daar stil

Te kniezen en te klagen.

Men heeft nu juist zoo'n mooie kans

Om de bedompte luchten

Van de fabriek of het kantoor

In de natuur t'ontvluchten.

We gaan dit jaar niet in de "stoom"

Of in een danstent zweeten

Of in een overdruk café

Elkaar van tafel eten!

Acht vrije dagen zijn ook niet

Acht dagen om te vrijen,

Doch om zich in de buitenlucht

Gezond te gaan vermeien!

Grijpt nu de kans en trekt er uit,

Vergeet daarbij uw zorgen;

Geniet ten volle van een dag

En start vroeg in den morgen.

Springt op de fiets en trapt u weg

Van alledaagsche dingen,

Naar buiten waar men ongestoord

Kan ademen en zingen.

Bewondert nu eens eigen land,

Ontmoet eens and're menschen,

In and're sfeer met and're praat,

Misschien ook and're wenschen…

Rijdt uw familie nou eens af

En gaat eens informeeren

Hoe tante Miet en oome Kees

Hun bonnenvet verteeren!

Fietst naar het Gooi of IJsselmeer,

Naar Zeeland of het Zuiden

(Maar trekt u 's nachts vooral niets aan

Van zeek're bijgeluiden!...)

Doch, hoe 't ook zij, ge moet er uit,

Ge moet u eens ontspannen;

Gaat allen in de frissche lucht

En laat het niet bij plannen.

Laat de fabrieksstad-atmosfeer

Door versche lucht verstooten;

Keert terug met nieuwen moed en zegt:

"Nou heb ik echt genoten!"

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 3 augustus 1940

 

 

277 De maan blijft aan!

 

Naar aanleiding van de verordening dat er ook geen lichtjes mogen branden in cafétuinen of op terrassen.

 

In deez' zeldzaam duist're tijden

Komt het evenmin van pas

Bij een schemerlamp te smoezen

In een tuin of op terras.

Dus er mag geen pitje branden

In zoo'n ja... zoo'n kieteltuin

Evenmin bij buiten-zitjes

Ook al is het afdak schuin.

Want dat geeft "aanknoopingspunten"

(Ik bedoel daarmede hier

Niet aan paartjes, maar natuurlijk

Aan zoo'n woe-woe-vliegenier).

In het donker zitten praten

Is zoo ongezellig niet,

Mits U dan daarbij niet alles

Van den donk'ren kant beziet!

Een gesprek kan in het donker

Toch nog zeer verheld'rend zijn,

Als men zich tenminste matigt

Met het bier of met den wijn...

Als U daar niet aan kunt wennen

(Ik bedoel aan zoo'n café,

Waar z'in't donker buiten zitten)

Wel, neemt dan Uw meisje mee...

Zoudt ge dan niet lief gearmd

Naar dat gratis plekje gaan,

Dat verlicht blijft en bekend staat

Als hotel "De volle maan"?...

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 5 augustus 1940

 

 

278 Geen tunnel!

 

Zeg, nou zijn we bij een echte

Kouwe kermis aangeland

Nu het groote tunnelvraagstuk

Vlak daarvóór is weggepland.

Na veel vijven en veel zessen

Kwam er een vrij stunt'lig plan,

Dat meteen al demonstreerde,

Dat het toch nog beter kan.

Maar er zou toch iets van komen

En we waren al zoo blij,

Doch we zijn weer uitgetunneld,

Want het plan ligt ver opzij.

Zonder centen van een ander

Kunnen wij dit plan niet aan,

Daarom zullen we gelaten

Voor de boomen blijven staan.

Bijna honderdduizend menschen

Van deez' doorgesneden stad

Zijn intusschen deze boomen,

Die veel dwars zijn, reeds lang zat!

Ja, we hebben met dien tunnel

Nogal eens een keertje pech

En nu blijven we maar zuchten

Voor dien lammen overweg…

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant -maandag 19 augustus 1940

 

 

279 Weer in de korte broek

 

Een Engelsch blad opperde het denkbeeld, om den jongemannen, die nog niet geheel volwassen zijn, aan te raden korte broeken te dragen. Dit zou een groote besparing aan stoffen beteekenen.

 

Jongemannen, niet volwassen,

Maar toch reeds in lange broek,

Dit idee zet jullie allen

Zoo maar leelijk in den hoek!

Want er is iets voor te zeggen

En het spaart weer heel wat uit,

Ook al vrees ik het vertoon straks

Van zoo'n dicht behaarde kuit.

Wel een strop voor al die jongens

Die zich dikwijls vóór hun tijd

Al een groote vent gevoelen

In zoo'n broek - vaak veel te wijd.

Niet verkeerd soms ook voor jongens

Met wat dons in hun gezicht,

Die een groote broek aantrekken

Met een air van veel gewicht.

In zoo'n korte broek te loopen,

Staat misschien een beetje klein,

Maar ze mogen wel eens toonen

Dat ze nog maar "broekies" zijn!...

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 21 augustus 1940

 

 

280 Bruine beenen

 

Opgedragen aan alle meisjes, die 's zomers meenen haar bloote beenen bruin te moeten verven!

 

Nu de kousen slechts op punten

Niet zoo vlot te krijgen zijn,

Is 't nog erger geworden

Met die bruine beenen-gijn!

Om het bleeke of de sproeten

Niet te zeer te laten zien,

Heeft men thans iets uitgevonden,

Dat zoo gek niet is - misschien.

Want de meisjes gaan heur beenen

Nu bewerken met een kwast,

Om ze zachtjes bruin te verven,

Lijk de mode heeft gelast.

Bruine beenen en geen boonen,

Is het wat de klok nu slaat,

Bovendien soms met een lijntje,

Dit bij wijze dan van naad.

Roode lippen, rose wangen,

Streepje hier en streepje daar,

Roode nagels, bruine beenen

En het schilderstuk is klaar!

'k Heb aan "kissproof" vaak getwijfeld

(De ervaring is niet klein...)

Nu de beenenstift er bij komt,

Vraag ik: zou die "knijpproof" zijn?

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Alle gekheid op een stokje:

Weg met bruine beenensaus;

Thans misstaat het niet te loopen

Met een ladder in je kous!

 

VOICI

 

 

Foto: Regionaal Archief Tilburg