CUBRA HOME
INHOUD MAJOIE

© 2015

Stichting Cultureel Brabant (CuBra)  & Ben van de Pol

 

Johnny Majoie

LICHTE VERZEN UIT TILBURG

 

Onder redactie van Ben van de Pol

 

Aflevering 19 (361-370)

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 4 augustus 1942

 

 

361 De artistieke agent

 

De agent van politie Ch.J. Kemper te Overschie, die als amateur-schilder den eersten prijs heeft gewonnen in den Schiedamschen stadsgezichtenwedstrijd, is door den burgemeester in de gelegenheid gesteld zich op de academie verder in de schilderkunst te bekwamen.

 

Ik heb me wel eens afgevraagd:

Wat doet nou zoo'n agent

Wanneer hij niet in functie is

En geen rapporten pent?

Hij heeft voorzeker ook een thuis,

Is al of niet getrouwd

En is natuurlijk ook een mensch,

Die met z'n bonnen sjouwt.

Nu lees ik daar dat zoo'n agent

Zich in zijn vrijen tijd

Heel nuttig en verdienst'lijk aan

De kunst van schild'ren wijdt.

Die maakt dus van een botsing wel

Een situatie-ets

En van de tronie van een boef

Beslist meteen een schets.

Die zét ze niet maar téékent vast

De menschen op de bon

En bijna zou je wenschen dat

Hij j'eens bekeuren kon!

Een meisje zonder bel of zoo

En met een leuke snuit,

Dat zegt tot zoo'n agent-artist:

"Zeg, schilder mij maar uit!"

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 14 september 1942

 

 

362 Een duister punt

 

De dagen korten langzaam in,

Steeds vroeger wordt het donker,

Waarbij wij buiten soms volstaan

Met slechts wat stergeflonker.

Wij moeten streng verduisterd zijn,

Dat is nu eenmaal noodig;

In dezen duist'ren oorlogstijd

Is't licht licht overbodig.

U moet geen licht vanuit uw huis

Naar buiten laten stralen;

Wat heb j'er aan om voor één spleet

Drie tientjes te betalen!

Wanneer de voordeur open gaat

Dan moet u er op letten

Om 's avonds niet de heele straat

Eens flink in't licht te zetten.

Och, niet alleen in Nederland

Maar in veel and're landen

Ligt door zoo'n oorlog immers óók

Het licht aan enge banden.

Wij moeten nu verstandig zijn,

Deez' kwestie breed begrijpen,

Zoodat men zich het licht niet voor

Drie dagen af laat knijpen!

Zoo meende ik dit duister punt

Eens aan te moeten snijden

En als u het goed overweegt,

Kunt u veel last vermijden!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 18 september 1942

 

 

363 Extra zoet!

 

Wat een aardige verrassing

Zoo maar midden in de week

Toen ik gist'ren zoo terloops eens

In dit dunne krantje keek.

Dus nu kunnen alle menschen,

Ook de rookers, wel verstaan,

Om een extra zoetig hapje

Naar een bonbonnière gaan.

Da's toch aardig zoo'n versnaap'ring,

Ja, dat doet je toch wel goed

En zoo houdt men ook de menschen

Met wat zoet een beetje zoet.

Oh, wat zullen nu veel vrouwen

- Want die vinden dit wel fijn! -

Dezer dagen voor hun mannen

Uitermate liefjes zijn!...

Ja, die kijken nu natuurlijk

Naar hetgeen haar mannen doen

En verwachten van die lieverds

Afstand van hun zoet rantsoen.

Menig man heeft in geen maanden

Ooit een stukje snoep gehad,

Moet hij nu dit extra snoepje

Óók nog afstaan aan zijn schat?

Nee, want vele vrouwen rooken

Tóch al van haar mannen mee;

Laat die nou dat snoep maar houden,

Da's tenminste mijn idee.

Mannen, laat u niet verleiden,

Trekt nu resoluut één lijn;

Laten wij óók maar eens snoepen

Ook al zal't zoo "puur" niet zijn!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 2 november 1942

 

 

364 Wintertijd

 

Nu was er toch geen reden om

Vanmorgen nog te gapen,

Want één uur langer dan normaal

Heeft ieder kunnen slapen!

De klok werd één uur terug gezet

En menig luilak "zwijnde",

Maar dit beteekent ook meteen

Den zomertijd z'n einde.

Het zal nu vroeger daglicht zijn,

Doch dá's mij om het even,

Want wat wij 's morgens winnen, wordt

Des avonds toegegeven.

Wij zullen 's avonds eerder met

Een lichtje moeten loopen,

Wat practisch is wanneer je dan

Een batterij kunt koopen…

Wij zullen de gordijnen ook

Des avonds eerder sluiten,

Maar blijven zuinig met het licht,

Want anders kost het duiten!

Dan moesten wij maar allemaal

Des morgens eerst ontwaken

Bij daglicht want dan hoef je niet

Het kunstlicht aan te maken.

Zoo gaan wij weer een winter in

Met licht- en duister-zorgen,

En kijk ik elken avond uit:

Hoe vroeg is't morgen "morgen"?

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 4 november 1942

 

 

365 Ook een ideaal!

 

De volgende advertentie was dezer dagen in een groot dagblad te lezen: Huwelijk - Liefhebber Amerik. dansmuziek zoekt kennism. met vlot meisje.

 

Dus dit hoeft nu eens geen meisje

Van bepaalden stand te zijn;

Zij mag roomsch of kettersch wezen,

Leelijk, knap en groot of klein.

Hoeft geen foto in te sturen,

Mag wat oud zijn of te jong,

Als ze zeker maar kan "swingen"

Of verstand heeft van een "song"?

Laat ze kromme beenen hebben

Of geen kijk op kokerij:

'tIs al goed als zij van jazz houdt

En nog "vlot" is dan daarbij!

Ja, je leest toch tegenwoordig

Gekke dingen in de krant,

Maar zoo'n rare advertentie

Is toch minstens wel genant!

Stel je voor da'k zóó'n conditie

Even voor een "huuw'lijk" stel,

Nou, dan zouden velen zeggen:

Blijf jij liever vrijgezel!

Ik zou naar zoo'n kerel schrijven

Met dat dwaze ideaal:

Laat je eigen onderzoeken,

Want je bent - u weet wel - "straal"!...

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 6 november 1942

 

 

366 Van reizen gesproken

 

De spoordirectie heeft gemeend

Er op te moeten wijzen

Zoo weinig moog'lijk of slechts dan

In noodzaak te gaan reizen.

Om voor pleizier op reis te gaan

Is waarlijk niet meer noodig

En lijkt derhalve dit verzoek

Een beetje overbodig!

Toen auto's werden afgeschaft

En fietsen veel verdwenen,

Toen restte ons nog slechts de trein

En straks nog net de beenen?

Die worden nú al goed getraind

Al is het dan met wachten

Op de perrons waar velen thans

Naar treinen staan te smachten.

En als de trein dan eind'lijk komt

Dan mag je lekker dringen

Om moeizaam 'tingedrukte lijf

In een coupé te wringen.

Voor onze stad is het wel goed

Het reizen wat te luwen:

Dan hoeven wij elkaar niet meer

Den "uitgang" uit te duwen…

Want door die zeer kleinsteedsche pijp,

De sleuf der klaaggezangen,

Daar kun je zoo gezellig op

En aan elkaar gaan hangen!

Maar voor de rest toch steeds respect

Voor onze spoorwegmenschen,

Die doen wat moog'lijk is en zelf

't Óók anders zouden wenschen!

 

VOICI

 

 

HONDERD VERSJES VAN: VOICI - donderdag 31 december 1942

 

 

367 Een versje vooraf ter inleiding*

 

In dezen bundel heeft "VOICI"

- De rijmelaar vermaard -

De vruchten van zijn ironie

En schalkschheid saâmgegaard.

Zijn vruchten zijn als medicijn,

Wel pittig maar niet wrang;

Ze werken als de beste wijn

Bij snarenspel en zang.

"VOICI" heeft, dunkt me, goed gedaan

Dat hij ze samen bond

En zorgde voor haar voortbestaan,

Want humor is gezond.

In dagen van melancholie,

Als alles tegenstaat,

Leest dan deez' bundel van "VOlCI",

Zijn humor werkt probaat!

 

C. VAN WESTWOUD

 

 

* Aangezien de titel van de bundel "Honderd versjes van: Voici" luidt en er na bovenstaand vers maar 99 volgen, nemen wij aan dat de inleiding óók door Voici geschreven is. Als datum noteerden wij de laatste dag van 1942, omdat de bundel volgens een aanvulling op de Paap van Gramschap in 1943 verschenen is.

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 4 januari 1943

 

 

368 Het nieuwe jaar in

 

Hier staan wij weer in't nieuwe jaar!

Wat zal dit ons nu brengen?

Ik weet alleen dat langzaam nu

De dagen weer gaan lengen!

Het afscheid van het vorige jaar

Is ons niet zwaar gevallen;

Het heeft meer leed dan lief gebracht

En weinig soep met ballen!

Het afgeloopen jaar is wel

Zeer vluchtig heengevloden;

Gelukkig maar, want niet veel goeds

Heeft het den mensch geboden.

De oorlog duurt nog immer voort

Met al zijn grimmigheden

En daarom gaan wij't nieuwe jaar

Thans in met loome schreden.

Toch moeten wij ook nú nog niet

Den goeden moed verliezen,

Want niemand wordt er beter van

Door steeds te zitten kniezen.

De nood kan vaak een deugd ons zijn,

Een oorlog om te lout'ren;

Aan zulk een "vloed" ontkomt men niet

Door op het dak te klaut'ren!

Al komen er nog bonnen bij

En met dat al ook zorgen:

Bedenkt dan dat op ied'ren nacht

Steeds volgt een frisschen morgen.

Al zal er nog wat minder zijn

En soms nog meer verdwijnen:

Tóch blijft de zon onaangetast

En achter wolken schijnen.

Ze zeggen dat het nieuwe jaar

Een hard en zwaar zal wezen;

Hoe WIJ dan zijn, dat moeten wij

Uit Neêrland's wapen lezen!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 3 mei 1945

 

 

369 It's a pitty

 

Ons Kitty was een leuke meid

Van twee-en-twintig jaren;

Ze kende wel geen Engelsch maar

Zij sprak veel met gebaren.

Op zeek'ren dag ontmoette zij,

Omdat ze óók wou sjansen,

Een leuken, blonden "Canidees"

Die vroeg of zij kon dansen.

"Wè gère", zei ze toen spontaan

En hij kon daaruit snappen,

Dat zij heel veel van dansen hield

En van "sjooklaade" happen.

Zoo gingen zij genoeg'lijk uit:

Ze dansten en ze lachten;

Ze zeiden wel niet veel, maar zij

Begrepen wat ze dachten.

Hij bracht haar als een gentleman

Naar huis door donk're straten;

Hij kneep eens in haar arm, maar oh

Ze hield 'em in de gaten!...

En vlak bij't ouderlijke huis

Wou hij een kusje geven,

Maar dáár kwam Kitty niet van in

En Billy zat er neven!

Zij zei: "No, no!" Hij zei: "Why not?"

Maar op haar stuk bleef Kitty;

En Billy drong niet verder aan,

"Well, it's a pitty!" zit-ie…

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 11 mei 1945

 

 

370 Europa's vrede

 

Nu is het uit en echt gedaan!

Europa heeft weer vrede!

De Duitsche tyrannie behoort

Voorgoed tot het verleden.

Het is wel mooi dat "Nazi's" nu

Door "Naties" zijn geslagen,

Die steeds de V in hun banier

Met reden konden dragen.

Na Hitler kwam er nog een man,

Die deed heel eigenaardig,

Maar was er ooit een kerel als

Die Doe-niets zijn naam waardig?!

In plaats van't zwarte hakenkruis

Weer d'eigen frissche kleuren;

Eenieder met Oranje-tooi,

Waar wij nu vrij mee geuren.

De vlaggen uit, de lichten aan!

Wij kunnen weer vrij praten!

De landverraders zitten nu,

Waar eens hun prooien zaten.

En in ons midden weer de Vrouw,

Die ons zoo leidt met eere,

Rond Wie wij de saamhorigheid

Met liefde demonstreeren.

Wij zullen in een dankgebed

Voor God nu nederknielen

En nóóit vergeten hen die eens

Voor onze vrijheid vielen.

Wij zullen na het feest met kracht

Aan het herstel beginnen,

Want na den oorlog moeten wij

Toch ook den Vrede winnen!

 

VOICI

 

 

Foto: Regionaal Archief Tilburg