CUBRA HOME
INHOUD MAJOIE

© 2015

Stichting Cultureel Brabant (CuBra)  & Ben van de Pol

 

Johnny Majoie

LICHTE VERZEN UIT TILBURG

 

Onder redactie van Ben van de Pol

 

Aflevering 3 (041-060)

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 2 februari 1929

 

 

041 Miss Holland!

 

Heeft ze kuiltjes in haar wangen?

Schoone oogen, rasecht haar?

Heeft ze mooie slanke beenen,

Staan d'r tandjes naast elkaar?

Dit werd laatst heel streng bekeken

In Tuschinski, Amsterdam,

Waar een stel Hollandsche meisjes

Voor het groote voetlicht kwam.

Eentje werd er uitgekozen,

Opgezonden naar Parijs

Om met and'ren ginds te dingen

Naar de eerste schoonheidsprijs.

 

Maar wat gaan we nou beginnen?

Waar wil Holland nu naar toe?

Gaan we nu voort'ook al meedoen

Aan dat vrees'lijk flauw gedoe?

Zoekt gij Holland's mooiste vrouw soms?

Gaat dan langs het kille strand,

Daar vindt gij de zeemansvrouwen,

Schoonste vrouwen van ons land!

Gaat ze zoeken bij de zieken,

Waar ze waken dag en nacht;

In de groote ziekenhuizen

Is de vrouw die gij verwacht!

Gaat ze zoeken in de mijnstreek,

Waar ze zwoegen om hun brood,

Waar ze elke dag bedreigd zijn

Met heur mannen zwarte dood!

Zoekt op kleine koude kamers,

Waar de meisjesjeugd studeert;

Zoekt desnoods politievrouwen,

Grootegast heeft het geleerd!

Daar zult gij de echte vinden,

Daar vindt gij de ware VROUW!

Niet met poeders, lippenstiften,

Ook niet op een beauty-show!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant -vrijdag 8 februari 1929

 

 

042 "Es ist nicht wahr!"

 

"Al die menschen die beweren

Dat hier revolutie is,

Moet u heusch maar niet gelooven,

Want dat hebben zij toch mis!

Ik zal u precies vertellen

Wat hier gaande is geweest,

Voor de rest is het verzonnen

Wat u in de kranten leest!"

Zoo sprak Primo, de dictator,

Spanje's eerste violist,

Tevens rechterhand des Konings

En daarbij militarist.

Dooden zijn er geen gevallen,

En gewonden evenmin

Zij die dit durven verzinnen

Gaan direct de doos nog in.

Primo is ook uit gaan dagen:

Hij geeft ieder duizend pond,

Die bewijst dat er maar één slechts

Werd gedood ofwel gewond.

 

Primo heeft weer goed gesproken,

Hij beveelt met strenge hand

Om de goede naam te redden

Van zijn troebel vaderland.

Maar wij weten het wel beter:

Iets is er daarginds toch scheef,

Al is 't waar dat d'een of and're

Krant een beetje overdreef.

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 18 maart 1929

 

 

043 Socialisme?

 

Wat een vreeslijk' ontdekking!

Wat een reuze mop was dat!

Hoort eens hoe Polak zijn vrienden

Schitterend te pakken had!

Leden van de Eerste Kamer,

Van de Tweede even goed,

Hangen in een garderobe

Heel gerust hun jas en hoed.

Die Polak is nu gaan snuff'len,

Heeft er heimelijk geloerd,

En daar vond hij toen twee jassen

Allebei met bont gevoerd.

Nu wou hij toch ook eens weten

Wie de eigenaar wel was

Van elk dezer kledingstukken

En het resultaat was kras!

d'Eene was van Lou de Visser,

Zeker een kapitalist?

Neen, dat moet u heusch niet denken,

Want hij is "de" socialist.

En die and're, moet u weten,

Die behoorde aan van Kol!

Waar blijft nu het socialisme?

Zijn de rooden soms op hol?

 

Deze mop is onbetaalbaar,

En ze geeft een goeden kijk

Op het ware socialisme,

Socialisme in practijk!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 21 maart 1929

 

 

044 In Memoriam

 

Bij de dood van Foch

 

Foch, de groote veldmaarschalk,

Foch, de roem der Fransche vaan,

Heeft zijn laatste strijd gestreden,

Is in stilte heengegaan…

Hij, de trotsch der legerscharen,

Groote krijgsheld van weleer,

Liet zijn leven op het ziekbed,

Stierf niet op 't veld van eer.

Neen, hij mocht de lauw'ren oogsten

Na de groote wereldstrijd,

Lauw'ren die hij wel verdiende

Om zijn moed en wijs beleid.

Frankrijk zal hem nooit vergeten,

In hem eeren ze een groote held,

Die zijn dapp're mannen leidde

Op het vlammend oorlogsveld.

Hij was kalm, vastberaden,

Schikte zich in ieder lot;

Hij behield zijn groot vertrouwen

Trots de tegenspoed in God.

Voor deze brave Fransche veldheer,

Altijd stipt en nauwgezet

Richte men naar God hierboven

Voor zijn rust een kort gebed.

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 22 maart 1929

 

 

045 Lente!

 

't Groote leed is thans geleden,

Die felle kou is nu voorbij:

Vriend'lijk lacht de zon ons tegen,

Wij wanen ons reeds in de Mei.

Hoort die vogels buiten fluiten,

Zie, de lente is in zicht;

't Zware ijs op de rivieren

Is voor de warme zon gezwicht.

Niemand denkt meer aan die winter,

Aan die winter met z'n kou:

Wat eischte hij weer vele offers,

En hoe bracht hij weer veel rouw…

Doch dat alles wordt vergeten,

Want de tijd raast vliegend voort;

Gister winter, heden lente,

Straks de zomer ongestoord.

Zoo is 't leven: Immer weiter!

Wat voorbij is, is voorbij;

Lente! Alles trekt naar buiten,

Naar de bosschen, naar de hei!

Lente juicht in alle harten,

Weg de winter met z'n leed;

Zon en lente zorgen nu wel

Dat men alles weer vergeet!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 30 maart 1929

 

 

046 Paschen!

 

Paschen juicht in alle harten!

Paschen jubelt alles uit!

Ziet de zon eens heerlijk schijnen!

Hoort der vogelen gefluit!

Paschen is weer aangebroken,

Vreugde ligt op elk gelaat;

Ieder wenscht u Zalig Paschen,

Waar men nu ook komt of gaat.

Alles trekt nu vrij naar buiten,

Weg uit kamer en kantoor;

Alle kommervolle zorgen

Gaan in vreugderoes teloor.

Ieder trekt in deze dagen

Uit de stad naar 't platteland,

Waar men heerlijk kan spazieren

In de bosschen, zelfs op 't strand.

Weg van rook, benzinedampen,

Eind'lijk uit die helsche stad;

Nu kan men eens rustig wand'len

Op een bosch- of heidepad.

Heele zwermen auto's, fietsen

Snorren, pedd'len langs het veld,

Waar men nu echt kan genieten,

Vrij van razend stadsgeweld.

Treinen puilen uit van menschen,

Tram en bus hebben hun "jour";

Dinsdag leest men statistieken

Van een nieuw recordvervoer.

 

Profiteert van zulke dagen!

Zet uw zorgen nu opzij!

Dit zijn ware vreugdedagen,

Weest thans opgewekt en blij!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 2 april 1929

 

 

047 Vliegers die niet opgaan

 

Ja, daar kunt u nou mee lachen,

Maar ik vind het toch echt wel sneu,

Ook al ben ik die mislukte

Congo-vluchten reeds lang beu.

Ik geloof reeds twaalf keeren,

Dat ook België probeert

Naar hun Congo heen te vliegen,

Doch dat gaat niet erg gesmeerd.

Nauw'lijks zijn ze opgestegen

Of ze liggen al terstond

Met gebroken hals en beenen

Languit op de harde grond.

Elke tocht is een fiasco,

Ze mislukken één voor één;

Ik zou meenen voor 't prestige:

Onderneemt er dan maar geen.

Ofwel doet die Congo-vluchies

Nu voorlopig maar niet meer,

Stuur die Belgische piloten

Eerst bij ons eens in de leer!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 3 april 1929

 

 

048 Paschen 1929

 

Neen, we zijn maar niet gaan toeren,

Al bestond daartoe het plan,

Want het regende zoo heerlijk

En wat heb je er dan ân?

Onze fietstocht naar de bosschen

Ging tot aller spijt niet door;

In zoo'n wind je dood gaan trappen

Daar dankte ieder feest'lijk voor.

d'Een wou met een tent de hei op,

Waar hij overnachten wou,

Maar het weer deed hem besluiten

Dat hij thuis maar slapen zou.

d'Ander droomde van een picknick,

van een buiten-dejeuner;

Dat hij binnen bleef vervelen,

Werkte wel het weer toe mee.

Onze clubtour naar de heide

In een groote Jan Plezier

Viel in duigen, niemand kwam er,

Uitgezonderd de koetsier!

 

O, het waren reuze dagen!

Dagen waar je prat op gaat,

Die een desillusie werden,

Dank zij't Hollandsche klimaat!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 5 april 1929

 

 

049 Daar gaan ze weer!

 

En daar zijn ze weer vertrokken

Holland's helden van de lucht;

Over landen, over zeeën

Gaat naar Ind'je weer de vlucht.

Deze keer zijn ze met drieën,

Met z'n drieën bij elkaar,

En dan spelen ze deez' vliegtocht

Nu wel zeker netjes klaar.

Holland's luchtvaart, ieder weet het,

Heeft nu reeds een zeek're faam;

Door de vele luchtprestaties

Hebben wij een goede naam.

Dat deez' tocht óók zal gelukken

Dáár zijn w'allen zeker van:

Dat de roem nog meer zal stijgen

Twijfelt dan ook niemand ân.

Laat ons daarom allen hopen,

Dat de moeite wordt beloond,

En de zware tocht der vliegers

Met succes weer wordt bekroond.

Dat zal Holland's roem vergrooten

Tot ver in het buitenland,

En zal tevens nog versterken

Met de Oost de vriendschapsband!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 6 april 1929

 

 

050 Als de zon wil schijnen…

 

O, wat scheen die zon toch heerlijk

Nog maar enk'le dagen t'rug.

En wat ging ze prachtig onder,

Zelfs danst'r reeds een mug.

Het beloofde wat te worden,

Lente scheen 't als nooit weleer,

Maar het zou zoo lang niet duren,

Want het werd een vrees'lijk weer.

Eerst een Paschen 'lijk een Kerstmis

Met veel regen, nog meer kou;

Niemand wist waar dat naar toe ging,

Wat dat nu toch worden zou.

Pessimisten bleven binnen,

Staken weer de kachel aan,

Die door een vervalschte zon haast

Op den zolder had gestaan.

Deze Paaschweek was nog kouder,

Zelfs vroor het hier en daar

Vele graden onder nul nog,

Wat deed die natuur toch raar!

Sneeuwen deed het ook al even,

Regen striemde door de lucht:

En vacantiehouders slaakten

Niet ten onrecht' menig zucht.

Ja, het was een aak'lig weertje

Zooals Holland dat slechts kent;

't Is gelukkig dat wij nimmer

Door de zon worden verwend.

Anders hielden wij voorzeker

Het niet uit bij zulk een weer,

Doch nu leggen w'ons gelaten

Bij deez' lente-jopje neer.

Ja, de zon kan ons verschalken,

Dat weet ieder onzer goed,

Daarom houdt nog maar de jas aan,

Denkt niet aan een strooien hoed.

't Zal nog wel een tijdje duren

Voor dat 't mooie weer pas komt;

Je kunt het toch niet verand'ren,

Stook je kachel dat-ie bromt!

 

Houdt ze tóch in hooge eere

Onze nooit volprezen zon,

Want zij is toch ook tenslotte

Onze lust- en levensbron!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 10 augustus 1929

 

 

051 "Haagsche" conferentie

 

Wat een hooge onderscheiding!

Wat een eer voor Nederland!

Voor Den Haag is dit geval weer

Wel ten hoogste int'ressant.

Stel je voor: die groote mannen,

Waar je dagelijks van hoort,

Komen met het grootst genoegen

Zoo maar naar Den Haag gespoord.

Och, alleen ook 's Gravenhage

Was de aangewezen stad,

Die om haar cachet alleen reeds

Daarom wel dit voorrecht had.

En de groote diplomaten,

Mannen van de eerste rang,

Kwamen gaarne hier vergaad'ren

Tot elkander's landsbelang.

En Den Haag zal ook wel zorgen

Dat deez' diplomatenshow

Met respect en ware achting

Opziet naar rood, wit en blauw!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 12 augustus 1929

 

 

052 Rilland-Bath

 

Een huiv'ring gaat door ieder's leên

Bij 't hooren van deez' naam,

Maar toch bij elk ongeluk:

Den spoorweg treft geen blaam.

Hoevelen vielen hier reeds niet

Ten offer aan de spoor,

En immer raast de Jumbo toch

Maar ongehinderd door.

Hij vliegt en raast en stoomt daar heen

En dondert maar steeds voort

En aan geen enk'le overweg

Is het dat hij zich stoort.

De Franschman siddert als hij ziet:

"Passage à niveau!"

In Holland zegt men: "Ben je gek!

Bij ons gaat alles zoo!"

Men geeft zich ook de moeite niet,

Vermindert niet zijn vaart,

Geen onbewaakte overweg,

Die iemand zorgen baart.

Maar, wee, als dan eens ééne keer

Een ongeluk gebeurt,

Dan lijkt het of de hemel soms

Van verontwaard'ging scheurt!

Men geeft dan ook de schuld zoo graag

Aan spoor of waterstaat,

Maar d'ondervinding heeft geleerd,

Men er geen acht op slaat.

Wanneer men zich maar moeite geeft

Om even uit te zien,

Dan leest men van geen botsing meer

Van auto en machien.

Want onze Spoorwegmaatschappij

- Geloof me, 't is een feit -

Is niet de schuld van al dat leed

Maar wel: Onachtzaamheid!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 13 augustus 1929

 

 

053 Glück auf!

 

En morgen start weer een product

Van Duitsche energie,

Van Duitsche ondernemingsgeest,

Van durf en genie.

Wie boekte grooter resultaat?

Want driemaal achtereen

Vloog het gevaart' "Graf Zeppelin"

Naar gindsche Far West heen.

Bespotte storm en oceaan,

Omzeilde elke klip,

En brak in snelheid elk record,

Versloeg het snelste schip.

"Deutschland, Deutschland über alles!"

Och, zij roepen het zoo vaak,

Maar deze keer is 't letterlijk,

Wij geven toe: 't is raak!

Want boven in die ijle lucht,

Daarboven domineert

Een schip dat alle grilligheid

Van de natuur trotseert.

Wij brengen schip en kapitein

Bij d'aanvang van deez' route

Uit achting en uit sympathie

Een Hollandsch' eere-groet!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 16 augustus 1929

 

 

054 Oorlog?

 

Uit het vergelegen Oosten

Klinkt weer d'oude oorlogskreet

En de strijd schijnt losgebarsten

Met z'n onheil en z'n leed.

't Heeft er al zoo lang gespannen

In dat Oostersch werelddeel;

Elke poging tot verzoening

Hielp er niet bijster veel.

't Nieuwe China is verrezen,

d'Oude draak is opgestaan;

Zullen sikkel en de hamer

't Herrezen China kunnen slaan?

Wat zal hieruit nu weer volgen

Als het tot een oorlog komt

Tegen Rusland dat zich door een

Vredig masker lang heeft vermomd?

 

In het Westen confereert men

Over Vrede en Herstel;

In het Oosten dreigt de oorlog,

Luidt terwijl d'alarmbel…

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 20 augustus 1929

 

 

055 Tokio, uitstappen!

 

't Is nog niet zoo lang geleden,

In de goede oude tijd,

Dat men opzag tegen reizen,

Soms was't een onmoog'lijkheid.

't Was een wagen van je leven

Als men groote reizen deed,

En met wat voor moeilijkheden

Was het niet dat men toen streed!

Denk eens hoe men zich bediende

Van een trekschuit, diligence;

Voor een reisje naar Parijs toe

Was er toen maar amper kans.

Ach, wat is de tijd veranderd

En wat gaat nu alles vlug,

Voor de grootste afstandsreizen

Schrikt men heden niet meer terug.

Nog daar juist is het bewezen:

Och, dat gaat maar even zoo!

In vier dagen vlieg je mak'lijk

Van Berlijn naar Tokio.

Wel vier járen deed men vroeger

Over zulk' een lange route;

Ziet eens hoe de mensch van heden

Met comfort zoo'n reisje doet!

's Morgens stap je in een vliegtuig

En je fladdert naar Berlijn;

's Avonds kun je met gemak dan

Weer bijtijds aan tafel zijn.

Neen, de menschen van het heden

Kennen nu geen afstand meer,

Alles wordt nu overwonnen

Door het moderne verkeer!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 24 augustus 1929

 

 

056 Manoeuvres

 

Op de groote mooie Veluuw,

Op die uitgestrekte hei,

Staan in dichte grijze drommen

De soldaten zij aan zij.

Een zware strijd wordt er gestreden,

Woedend buldert het kanon

Over het verschrik'lijk slagveld,

Fel beschenen door de zon.

Deze mooie vlakke heide,

Waar het soms zoo stil kan zijn,

Is veranderd in een vrees'lijk

En verwoed gevechtsterrein.

De granaten joelen gillend

Met een dof sireen-gezucht

Angstaanjagend, onheilspellend

Door de zwaar geladen lucht.

Maar het was geen echte oorlog,

Dat gevecht van Blauw en Rood,

't Was maar wat onschuldig oef'nen,

't Leek een kinderspel in 't groot.

Op zoo'n "oorlog" is niets tegen,

En zoo'n oef'ning kan nooit kwaad,

Want in deze rare tijden

Is het wachtwoord: Weest paraat!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 18 september 1929

 

 

057 Shearer, de saboteur

 

Is me dat een schurkig heerschap,

Dat men onlangs heeft ontdekt;

Wat voor een schandalig zaakje

Is er nu toch uitgelekt!

Scheerder, viller in 't Hollandsch,

d'Eigennaam van dit product,

Wiens verschrikkelijke plannen

Juist bijtijds nog zijn mislukt.

Deze schand'lijke affaire

Kwam gelukkig aan het licht,

En men ziet weer wat er zooal

Achter schermen wordt verricht.

Stemming maken vóór den oorlog

Had hij zich tot doel gesteld;

Als belooning voor dit "werken"

Kreeg hij dan een zak vol geld.

 

Kerels nu als deze Shearer,

Van dit slag zonder gevoel,

Die verdienen pas hun einde

Op de welbekende "stoel"!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 20 september 1929

 

 

058 In de goede richting

 

Immer zal dit jaar ons heugen,

Want gekenmerkt zal het zijn

Door de algemeen' ontruiming

Van de streken aan den Rijn.

En dan verder door het streven

Naar een vlotenpariteit

Van Amerika en Eng'land

(Zeek're Shaerer wel ten spijt!)

Dan de Haagsche conferentie

Met haar prachtig resultaat,

Waar de goede zaak der vrede

Ook weer best mee is gebaat.

Al de nasleep van de oorlog

- Eind'lijk heeft men het beseft -

Is verwijderd nu tenminste

Wat de politiek betreft.

Waar men jaren over praatte,

Waar men menig zucht voor liet,

Is nu door de goede wil slechts

In één enkel jaar geschied.

Mogen d'and're hinderpalen,

Ook al zijn ze nog zoo klein,

Door een wederzijdsch begrijpen

Spoedig weggenomen zijn.

Want de leuze die men nog maar

Al te vaak gebruiken hoort:

"Si vis pacem, para bellum",

Komt heusch uit den booze voort!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 23 september 1929

 

 

059 Nog iets over de Brockway

 

't Is opvallend dat de menschheid

Altijd foetert op datgeen'

Wat nog nieuw is of moet strekken

Tot het nut van 't algemeen.

En zoo moet het hier ontgelden

Onze Brockway-Maatschappij,

Die bestookt wordt in de kranten

Door een schuilnaam-schrijverij.

Toen nu ruim drie jaar geleden

d'Eerste bus haar ronde deed,

Stonden d'Ingezonden Stukken

Schrijvers met hun pen gereed.

Elke keer was het wat anders,

d'Een wist dit, de and're dat

Van datgene wat tenminste

Nog cachet geeft aan de stad.

Maar geloof me als het regent

Of de nood is aan den man

Niemand dezer Brockway-klagers

Buiten deze bussen kan.

Daarom, Brockway, ga je gang, hoor!

Stoor je niet aan dat gepraat,

Klink' nog vele lange jaren

Je gezoem door onze straat.

Want wat altijd is gebleken

En wel altijd blijken zal,

Is wat men goed moet onthouden:

"De beste stuurlui staan aan wal!"

 

VOICI

 

 

Voici schreef het bovenstaande vers nadat busgebruikers aardig wat kritiek op de Brockway in de NTC gespuid hadden. Reacties konden niet uitblijven. Hieronder volgen er twee.

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 24 september 1929

 

 

De Brockway

 

De polemiek der laatste dagen over bovengenoemde Maatschappij kunnen alle een kern van waarheid bevatten, de rijmelarij van Voici doet dit, zeer zeker, in geene deele. Alhoewel inhoudloos, geeft het laatste gedeelte den indruk, dat de schuilnaam-kankeraars er niets, en Voici er alles van weet, hetgeen nu niet door het overgroote deel der busgebruikers beaamd zal worden.

Zoowel aan het schrijven van een "Belastingbetaler" als aan dat van "Opmerker" dient ter bevoegder plaatse de noodige aandacht geschonken te worden, eensdeels omdat het een semi-overheidsdienst of -bedrijf geldt, anderdeels omdat de leiding voorzieningen dient te treffen in de gebreken en tekortkomingen, welke de Brockway Mij. in haar ruim 3-jarig bestaan eigen heeft weten te maken.

Het kan toch onmogelijk worden goedgepraat, dat er op een gegeven oogenblik, zonder voorafgaande waarschuwing in de plaatselijke bladen, van een vastgestelde dienstregeling wordt afgeweken, waardoor eenieder, die op het vervoer per stadsbus is aangewezen, gedupeerd kan worden.

Hetgeen "Opmerker" dan ook schrijft, zal door zeer vele gebruikers als "juist te zijn" beoordeeld worden. De bussen rijden over het algemeen niet op tijd en daaraan zal voor een groot deel te wijten zijn, dat menigeen aan loopen de voorkeur geeft. En dit, niettegenstaande de "intens" uitgeoefende controle op het Heuvelplein.

Onlangs wilde schrijver dezes de bus nemen van Viaduct Bosscheweg naar het station. Na een half uur kwam er een. Op mijn vraag waarom ik zoolang had moeten wachten, ontving ik van den aanwezigen controleur de opmerking, dat de vorige lijnbus aan de "Hasselt" kapot stond en als ik haast had gehad hetzij naar het Rosmolenplein of Heuvelplein had kunnen gaan om een andere lijn op te pikken.

De vorige week stapte ik in aan een der halten Spoorlaan. Ontving voor mijn dubbeltje een plaatskaartje en direct daarna de opmerking, dat de motor defect was en ik op het kaartje met een volgende bus kon doorgaan. Reservebussen - niet aanwezig.

Het laat zich begrijpen dat het gemeentebestuur zich in de handen wrijft van de exploitatie van een gemeentelijke vervoersdienst ontslagen te zijn, maar zij kan zich moeilijk ontslagen achten van de indirecte nadeelen aan de inwoners der gemeente toegebracht door een Maatschappij, welke kwalitatief en kwantitatief niet voor haar taak berekend blijkt te zijn.

Zoodra dan ook een gemeentebestuur, of welke overheid ook, een monopolie in het leven roept, welke het karakter draagt van openbaar nut te zijn, dient door haar gezorgd te worden dat - en dit vooral bij een opkomend bedrijf of tak van dienst - "orde en regelmaat" niet wordt ondergeordend aan hetgeen men in de economie pleegt te noemen "financieel rendement", welke laatste voor eene particuliere maatschappij hoofdzaak zal blijven.

 

L. v. M.

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 15 oktober 1929

 

 

Tilb. Brockway-Bus Mij.

 

Eenige weken geleden schreef de heer Voici in zijn vers, dat de Directie der bovengenoemde Mij. zich maar niet moest storen aan dat schuilnaam-geschrijf. De naam doet hier niets ter zake. Het gaat om den goeden gang van zaken. Ik gaf toen dag en uur op en zal de Directie wel geconstateerd hebben, dat het zéér juist was.

 

Gistermorgen, op Zondag, werd ik al vroeg teleurgesteld. Ik wachtte op een halte, voor een bus, die om 10.00 uur vanaf Weber vertrekt. Tot mijn spijt… geen bus. Een mijnheer, die met mij stond te wachten, moest nog een bus hebben naar Waalwijk, welke hij hierdoor ook miste.

Nadat de bussen dus pas een uur uit de garage zijn, is de dienst al van streek. Mijnheer Voici zal me toch toegeven, dat dit niet moest voorkomen.

 

Hoogachtend,

OPMERKER

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 24 september 1929

 

 

060 Iemand met een baard

 

(Historisch)

 

Wat ik weder thans hieronder

In een puntdicht heb vervat,

Is gebeurd op een der drukste

Punten van deez' groote stad.

't Was juist volop twaalf uren

En ontzettend druk op straat,

Waar een jong verkeersagentje

Het verkeer te reeg'len staat.

Onz' agent schonk alle aandacht

Aan de reeg'ling van 't verkeer,

En zijn arm zwaaide machtig

Door het luchtruim heen en weer.

Plots'ling komt een héér op hem toe,

Deze vraagt: "Hebt u misschien

Ook zo juist een zeker heerschap

Met een zwarte baard gezien?"…

Wat d'agent op deze vraag toen,

Op zoo'n critiek moment gesteld,

Heeft geantwoord laat ik liever

In deez' reeg'len onvermeld!

 

Bij dit echt gebeurde voorval

Geef ik u de goede raad:

Vraagt nooit iets aan een agent die

Het verkeer te reeg'len staat.

Spreekt nooit met verkeersagenten,

Noch wanneer g'iets weten moet,

Vraagt het maar aan and're menschen,

Die zeggen het u even goed.

 

VOICI

 

 

Foto: Regionaal Archief Tilburg