Klaas de Graaff

 

Een wanhopige moeder

 

Misdaad: kindermoord - infanticide

Jaar: 1871

Topografie: Wuustwezel, Zundert

 
INHOUD DE GRAAFF MOORDZAKEN IN BRABANT

CUBRA HOME


© 2019 Klaas de Graaff & Stichting Cultureel Brabant


 

 

 

Een wanhopige moeder

Wat doe je als je als 18-jarige ongehuwde moeder met een dochtertje Cornelia van drie maanden oud opgescheept zit?  Het kind kon ze tegen de afgesproken gulden per week niet meer onderbrengen bij Jacoba Dirckx. Deze vrouw verklaarde later dat zij die gulden niet meer kreeg en keihard de dienstverdeling op 10 mei 1871 beëindigde.  Maria Borgmans, zelf kind van een ongehuwde moeder, moest op die dag als dienstmeisje bij Cornelis Vissers in Wuustwezel voor het eerst haar opwachting maken. Zij was bang dat zij met een kind erbij die betrekking mis zou lopen en kwam uit wanhoop op het onzalige idee zich van het kind te ontdoen. Voor dat doel stopte ze de baby in haar voorschoot en drukte de zuigeling zo hard tegen haar lijf aan dat het kindje onderweg stikte.  Adriaan Balemans uit Zundert kwam haar op weg naar Wuustwezel tegen en dacht nog als daar een kind in ligt, zou het wel eens kunnen overlijden. ’s Avonds kwam Maria bij Cornelis Vissers aan en legde het pakje in een lege sloop in een lege bedstede van de kinderen en daags erna daaronder.  Een week later was zij bij Vissers weg gegaan en had nadien geen contact meer met hem opgenomen. Veldwachter Johannes van Raaij uit Zundert had een vermoeden dat er iets niet pluis was en had haar gevraagd waar haar kindje was gebleven. Uiteindelijk erkende zij dat zij Cornelia had omgebracht en voerde de diender op 18 mei naar de plaats waar het lijkje was verborgen. De artsen Huismans en Giebers die het lijkje onderzochten, konden niet anders verklaren dan dat het was doodgedrukt. Het kind was overigens verhongerd en had in zeer slechte conditie verkeerd. Het provinciaal hof dat de zaak op 7 augustus behandelde, veroordeelde haar wegens doodslag tot zes jaar. Aan de verzachtende omstandigheden waar haar advocaat Van Zinnicq Bergmann om had gevraagd, werd dus gevolg gegeven. Zij moest haar straf in de gevangenis voor vrouwen, destijds in het kasteel te Woerden ondergebracht, ondergaan. Zij heeft daar niet lang gezeten: zij overleed al enkele maanden later op 24 januari 1872.