Klaas de Graaff

 

Meikermis in Geldrop

 

Misdaad: moord

Jaar: 1922

Topografie: Geldrop

 
INHOUD DE GRAAFF MOORDZAKEN IN BRABANT

CUBRA HOME


© 2019 Klaas de Graaff & Stichting Cultureel Brabant


 

 

 

Meikermis in Geldrop

Op zondag 7 mei 1922 was het meikermis in Geldrop en dus vloeide het gerstenat uitbundiger dan op andere dagen. Tussen tien uur en half elf in de avond gooide één van de drie opgeschoten jongelui de ruit in van Jan Maas op het Bogardeneind. Kennelijk bestond er een vete met deze agressieve figuur die ook geen onbekende was van de politie en justitie in deze plaats. Jan Maas stormde dan ook briesend van woede onmiddellijk naar buiten, waar de drie uit Zesgehuchten hem opwachtten. Hij bleek echter gewapend te zijn met een vleeszaag die hij had overgehouden toen hij nog werkte bij een beenhouwer: een gevaarlijk wapen dus.

In een gevecht kwam Martinus van de Leensel onder Jan te liggen en liep hij kans het slachtoffer te worden, omdat Jan de zaag vervaarlijk op de hals van Tinus plaatste. Gelukkig wist zijn vriend Antonius van de Rijt uit het café van Adelaars een stoel te grijpen waarmee hij op het tweetal in sloeg en daarna kans zag beide vechtenden van elkaar te scheiden.

Kennelijk wilde de derde maat uit het gezelschap, Hendrik van de Hurk, toch nog zijn gram op Maas halen en stortte zich op Jan die nog op de grond lag. Met een mes stak hij vervolgens met volle kracht meermalen in de borst en buik van de onderliggende vechtersbaas. Het duurde slechts enkele minuten totdat Jan de geest gaf. Het mes had hij in de IJzeren Man gegooid, waar de politie het later had opgevist.

Noodweer beweerden  Hendrik en zijn advocaat W.K.S. van Haastert tijdens de rechtszaak op 8 augustus, maar daar trapten de rechters niet in, want op het moment dat Hendrik op de liggende Jan plaats nam, was er geen sprake meer van een dreiging met de vleeszaag. Dokter Mettrop die de autopsie op het lijk van Jan uitvoerde constateerde drie steekwonden die inwendige bloedingen teweeg hadden gebracht, elk van dodelijk karakter.

Dat kostte Hendrik een straf van drie jaar, waartegen hij in hoger beroep ging, maar het gerechtshof hield het op dezelfde straf, die hij in de gevangenis in Rotterdam moest uitzitten. Burgemeester Fleskens van Geldrop verklaarde dat het misdrijf niet uit ‘moordlust’ was voortgekomen, maar dat de drank de schuld was.

Na zijn straf trouwde Hendrik op 23 april 1931 in Eindhoven met Josephine Melanie van Schwamer.