> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

◄Ad Nouwens

 

 

 

 

Ad Nouwens

zes gedichten


 

 

 

Verlangen

 

Een vroeg opgestane

mist wandelt traag over

aarde die zich opent

alsof het grondwater

buiten zijn oevers trad,

de verlegen ochtend

hangt te drogen langs wat

rafelige wolken

in falend blauw gebint,

het schrale zonnetje

tussen kale bomen

zwerft door droeve dagen

in weemoed verzonken

en ik loop kuierend

door tinten november

1000 kilometer

in mijn schoenen gestrikt

om iets van het verlangen

te begrijpen om

de lente en zomer

over te kunnen doen.

 

 

 

 

Het laatste blad

 

De dagen dat blaadjes

romantisch ruizelen

zijn gegaan,

Ik wandel somberend

in een wereld

vol vergrijzen,

In donkere dagen

die de ochtend

willen verijzen,

En hoor

de weggewaaide klanken

met de wind heengaan,

Ik wil het laatste blad zijn

dat de herfst

zou laten hangen,

In ongewisse

welke dwarrelende richting

te gaan,

Als flarden levenslied

over een moeder

hoog in de hemel bestaan,

Zo wil ik vallen

in een ruis waarin

een nieuwe lente is gevangen.

 

 

 

 

Klompen

 

Het land bleef wachten

Seizoenen deden hun ding

Die er woonden

Wisten van geen haast

Van de wereld alle tijd

De akker, met leegte gevuld

Liet water glimmen naar groen

Drie boerderijen waren een dorp

In een tijd die langzaam gleed

Waar eens huisjes gehurkt

Tegen wilgen leunden

Waar de stilte wolken kleurde

Het land met wind mee boog

Werd dorps stads

Boerenluchten verdwenen

Zelfs de vogels zochten

Een ander luchtruim

Om te hangen

Het asfalt dat heimwee verfoeide

En beton dat straatbeeld werd

Dan word het tijd terug te gaan

Ik genoot van een verdwenen stilte

Hoopte mijn verlangen te vinden

Net als een houten gulden

Maar het dorp

Bleef in mijn hoofd staan

Net als het gemis

Naar het geluid

Van klompen.