CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 7 juni 1930

 

 

Van vroeger dagen 159: Spotrijmen 3

 

Wat spot betreft, weet men, dat Ford tegenwoordig als reclame niet afkeerig is van spot op zijn product. Ook in 't verleden zag men te Tilburg (op bescheidener schaal) iets dergelijks. Zoo had tijdens een Pausfeest, toen zeer algemeen gevlagd werd, een Israëliet in z'n etalage geschreven:

     Al ben ik Jood of Smous,

     Toch vlag ik voor den Paus.

En het destijds zo bekende type "Toontje Roet", de schoorsteenveger, die ook wel met een ezelwagentje beschuiten ventte voor de firma Knegtel, zong ter aanprijzing zijner waren:

     Hoort, vriendenschaar, kom bij elkaar,

     Want Toontje heeft zoo'n goeie waar!

 

Sekwa, de kwakzalver, die onder oorverdoovende muziek boeren, burgers en buitenlui op de markten met kajapoetolie 'n pijnlijke behandeling deed ondergaan, waardoor jicht- en reumathieklijders tijdelijk van hun pijn bevrijd werden, had tot het versje geïnspireerd van:

     Sekwa is gekomen, en Sekwa die is daar.

     En heb je 't niet verzonnen, hij geneest ze allegaar,

     Van jicht of reumathiek,

     Hij geneest je met muziek.

 

Elders zong men daarvoor:

     En heb je niet gelezen,

     Al in die Bossche krant,

     Dat Sekwa is gekomen

     Al in ons Vaderland?

 

     Al heb je kromme beenen,

     Of heb je rummethiek,

     Dan ga naar Sekwa henen,

     Die geneest je met muziek.

 

Voor onze streek is de "strijkster uit Middelbeers" een tijd lang de vrouw geweest, die aantrekkingskracht op lijders oefende, doordat zij al strijkend veler vertrouwen won en pijnen deed verdwijnen. Talrijk waren de Tilburgers die er voor pijn of kwaal heen togen. Er werd 'n "lieke" op gemaakt, waarvan ik volgend brokstuk opspoorde:

     De bakker van het Heike,

     Die ging er ook naar toe.

     Hij zou zich laten strijken,

     Al kostte 't ook een koe!

     Maar toen het strijken was gedaan,

     Gaf hij er maar een kwartje aan.

     En de pijn die kwam weerom...

     En de bakker liep weer krom...

 

     De mottige bewoner van Tilburgs kasteel

     Die heeft zich laten strijken. (Wie completeert het?)

 

Het zou vroeger jaren zoo druk geloopen hebben, dat op den hoek van de Markt, waar nu de winkel van Jamin is, een wegwijzer stond, die in de richting Middelbeers wees. Si non e vero...

 

Als spotnaam der inwoners van Goirle noemt men "Ballefrutters", wijl er vroeger een fabriek bestond, waar kaatsballen werden gemaakt, niet van gomelastiek, want die waren toen nog niet bekend, doch gevuld met draden, waarschijnlijk afval van draad der handwevers, welke tot een vasten bal ineengewerkt, "ineengefrut" werden. De werklui uit die fabriek noemde men spottend "Ballefrutters", welke schimpnaam op de geheele bevolking is overgegaan. De scheldnaam der Tilburgers wordt eveneens voor de inwoners van Dongen gebezigd, waar vroeger ook lakenindustrie bestaan heeft.

 

Spotrijm op gemeenten, welke we vorig maal noemden, kan nog aangevuld worden met:

     Heusden, Heusden, klinkt schoon,

     Aalburg spant de kroon,

     Wijk is allerbest,

     Veen is maar een kraaiennest,

     Andel is een waterpoel,

     Giessen is een preekstoel,

     Rijswijk is nog wat,

     Maar Woerkom is een mosterdgat,

     Loevestein is een molshoop,

     En in Gorkum is alles te koop.

 

Niet alleen ons Zuiden schonk in 't verleden spotrijmen. Zoo hield bijv. rond de zeventiger jaren de "Rotterdamsche Handelsvereeniging" met haar directeuren Pincoffs en Kerdijk het Rotterdamsche zakenleven niet alleen, doch vrijwel de heele stad, bezig doordat zij allerlei concessies in erfpacht en eigendom van de stad had weten te krijgen om handelsgelegenheid op Feyenoord tot bloei te brengen. De aandeelen stegen telkens meer en iedereen trachtte een paar van die rijkmakende stukjes in z'n bezit te krijgen. Tot dat alles met nog sneller vlucht kelderde, toen de zaak wind bleek, en de directeur Pincoffs veilig zich naar Amerika had weten in te schepen, waar hij later nog ergens burgemeester heeft weten te worden, terwijl Kerdijk, minder fortuinlijk, in Brussel met den kraag gegrepen kon worden. Natuurlijk had zoo'n avontuurlijk verloop de spotlust gewekt en het aantal liedjes - met en zonder begeleiding - steeg tot ongekende hoeveelheid. Curiositeitshalve laten we uit één dier pianostukjes getiteld "Geflatteerd" 'n coupletje volgen:

     In kennis van Buitenlandschen handel doorkneed,

     Schiep hij een "Vereeniging" wier naam ieder weet;

     En had hij verliezen en won hij geen cent,

     Heer Pincoffs gaf jaarlijks een goed "dividend";

     Zoo werden haar actie's gewild en begeerd,

     En Pincoffs, haar stichter, in haar geflatteerd.

 

Nu mogen de tijden veranderd zijn en de zeden gekeerd, bij voorkomende gelegenheid wil men een versje vol geest en prikzucht. Tilburg heeft pas 'n prachtgelegenheid tot praatjes maken gehad, doordat men meende dat brokken wee over de goede stad gekomen waren. Daarop vierde men zijn spotlust bot in rijm en teekening, welke we nog niet behoeven te herhalen, wijl ze nog te versch in 't geheugen liggen.

Dat zooiets de betrokken partijen kwetsen kan en pijnlijk hinderen zal, staat vast, terwijl het stellig achterwege gelaten zou worden, als de maker zelf de twijfelachtige eer moest genieten het voorwerp dier spotzucht te zijn. Hier voegt de tekst, waaronder eenmaal de eerste Duitsche Academie speelde "Spaansche Brabander Jerolimo" van G.A. Bredero: "Al siet men de Luy, men kensse niet".

 

A.J.A.C. VAN DELFT

Tilburg, Mei 1930