CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 6 april 1929

 

 

Van vroeger dagen 108: "Op zun Tilburgsch"

 

"Zeg, Ááánt, 't jong dè kwèkt." Deze ontboezeming uit draadmakersmond in 't voorbijgaan opgevangen, toen 'k - alweer ettelijke jaartjes geleden - door een uithoek van Tilburg zwierf, deed me 't voornemen opvatten om uitlatingen, die de volksmond me voor en na in de ooren zou blazen, te noteeren. 'k Heb dat plan zoveel mogelijk volvoerd en dank "het schreiende kindje, waarvoor een onhandige, hulpwenschende vader moeder Antoinette's hulp inriep", is onderstaand resultaat tot heden verkregen, dat echter verre van volledig mag heeten. 't Zijn losse notities gebleven, zonder doorloopend verband, die echter wel eenig inzicht in het idioom (taaleigen) der streek kunnen geven.

 

- "Willen we gaan klappinkeren?" vraagt een jongen voor een spelletje, dat elders "sjennieën" genoemd wordt en in Loon op Zand "janeëjen" heet. Wil men deze woorden verklaren, dan zou het kunnen zijn, doordat het opgeklapte (opgewipte) houtje ja (jè) of neen (nie) het doel bereikt.

- "Eer elken heilige z'n lichtje heeft, schiet Ons Lief Vrouwke er over." Dit is: Voordat elk het zijne gehad heeft, schiet er niets meer voor de allernoodzakelijkste uitgaven over.

- "Ze bleef zitten met twee platte kinderen, terwijl ze weer op d'r leste beenen liep." Dit is: Haar man stierf terwijl ze twee kinderen had, die nog niet loopen konden, terwijl spoedig een nieuw kindje verwacht werd.

- "Als men als ezel geboren is, wordt men geen paard." Dit is: Wie arm is, blijft het in den regel. Een werkman heeft als regel geen kans zich hoogerop te werken.

- "'n Kalf kan tegen 'n koe niet stooten." Dit is: De mindere moet voor den meerdere bukken.

- "Pas op, daar komt 'n 'wout' aan." (Korvelsch Hoekje) Dit is: Een agent.

- "Men moet geen spekzwoerd in een hondsnest zoeken." Dit is: Men moet geen onmogelijkheden verwachten.

- "Hij bakt met alle pannen." Dit is: Hij is van alle markten thuis. Ook wel: Hij huilt met de wolven, waarmee hij in 't bosch is.

- "Het moet goed schoon zijn, dat eeuwig blinken zal." Dit is: Men moet een rein geweten hebben bij het sterven.

- Een levenswijs moederke slaakte bij een klacht over haar dochter de verzuchting: "Och Heer, neem ze zooals ze zijn, aanders krijg d'r geen."

- "Het is 'ne freete (trotsche, hoovaardige, fatterige) meensch, da kan d'm aanzien, mar zij is zó'n interessaant (gierig) wijf, da ze 'n dubbeltje deur zou bijten, al was 't dè ze van ouwerdom op d'r taandvleesch liep", sprak de een en de ander antwoordde gevat met de woordspeling: "Dè doen nou al d'r bessems (bezems) en vegers al." Dit is: Die trotsche man had dus een gierige vrouw en de bezems werden versleten tot op het hout.

- "Hij gooit het nie over den balk maar hij weet de kerk in 't midden te laten en kan nog eens iets voor een armen mensch missen." Dit is: Hij is zuinig, doch daarbij redelijk, zoodat hij mededeelzaam is waar 't past.

- "Wie tegen 't heilig huiske pist, heeft z'n erwten uit van dien kant en kan z'n biezen wel pakken, want hij wordt toch met den nek aangekeken." Dit is: Wie in strijd met de kerkelijke geboden handelt (of in engeren zin: wie de bedienaren der Kerk weerstreeft of tegenwerkt), kan het op den duur niet op dezelfde plaats uithouden. Hij doet het best te vertrekken, wijl hij dan van die zijde toch geenerlei hulp meer te wachten heeft.

- "Hij zoekt het spek in een hondsnest." Dit is: Hij handelt verkeerd. Hij zoekt op de verkeerde manier. Hij past verkeerde zuinigheid toe.

- Ge vangt hem niet gauw in z'n woorden: "'t Is net een aal met een natte staart."

- Ze liepen alle twee hard en ze waren "evegetij te ende". Dit is: Ze waren even vlug aan het einde.

- "Vraag me nou asteblief nie tot op m'n hemd uit." Dit is: Blijf niet zoo nauwkeurig vragen, zoodat ik vast raak.

- "Beter de broek aan een wieg gescheurd, dan een oud wijf op bed gebeurd." Gezegd tegen een man op leeftijd, die een nog jonge vrouw kiest.

- "Een zwarte hond wasch je nooit blank." Dit is: Van kwaadsprekerij blijft altijd iets hangen.

- "Hoe ziet hij er uit?" "Och, hij heeft al zijn leven hannekekost gegeten, dan weet ge 't wel." Dit is: Hij blijkt uiterlijk niet te stammen uit een gezeten burgerfamilie.

- Tegen iemand, die wat kieskeurig blijkt, wordt gezegd: "We zullen je kanarievogeltongetjes geven."

- "Dè vrammes (vrouwmensch) moes d'r ège schaome." Dit is: Die vrouw moest zich schamen.

- "Ik gao naor onze grutvadder." Dit is: Naar het Burgerlijk Armbestuur.

- "Vruuger zaten ze naacht en daag in de bosschen van onzen grutvadder." Dit is: Vroeger gingen ze dag op dag sprokkelen in de gemeentebosschen. Het sprokkelen en door de bosschen zwerven is voor sommige Tilburgers van behoeftigen komaf een soort levensbehoefte geweest. Vandaar mogelijk de geijkte Tilburgsche uitdrukking, die kort als parlementaire taal in de raadzaal gebezigd werd: "Hij liegt als een houtraper."

 

Hoe doet het volgende praatje aan?

- "Wè hee tie er veur een opgeduikeld?"

- "Jè, ties un vremde. Waor ze vandaon komt, weet ik nie precies, mèr 't moet nogal ver weg zèn."

- "O, ver is reijk."

- "Toch heb ik mèr liever de scheursteen zelf zien rooken."

- "Jè, as ge d'r een uit Moergestel, Diessen, Beek (Hilvarenbeek) of Woluk (Waalwijk) het, heur de gaauw genog, of er iets aon haopert.

     Waalewijk is kalewijk,

     Als ze trouwen,

     Zijn ze rijk.

     Als ze sterven,

     Valt er niets te erven."

- "O, zoo zeggen ze van de Rijen (Gilze-Rijen):

     Wie in de Rijen,

     Wil gaan vrijen,

     Die moet hebben

     Een knol op zak,

     Want de Rijen

     Zit vol benijen

     En het is

     Vol kale kak."

- "En van Loon (Loon op Zand) heet het:

     Loon op Zaand

     Èrm volk, èrm laand.

     Ze schooien de kost

     En ze stèlen den braand."

- "O, ze zeggen zooveul, mèr op meensepraotjes kunde gin staot maoken."

- "Toch meugde nie vergeten dè meenig praotje veul kwaod gesticht hee."

- "Ieder moet mèr weten, wè tum paast, zeej Tiesje Smulders."

 

Met deze laatste uitdrukking werd gedoeld op Tiesje Smulders*, een Tilburger, die blijkbaar toen reeds wist, hoe gaarne men in Tilburg den evenmensch over de tong haalt. Hij was de eerste steenbakker te Tilburg en de kerk der Ned. Herv. Gemeente in de Zomerstraat is met de eerste Tilburgsche steenen gebouwd. Hij was klaarblijkelijk niet van kwaadsprekerij gediend.

Hoe beperkt de gezichtskring van menige ouwerwetsche Tilburger was, kan misschien bewezen worden uit het streng persoonlijke, dat zij vaak in hun spraakgebruik tot uitdrukking brachten. Zoo werd nogal algemeen, als er een waagkantje aan een onderneming zat, gezegd: "Kom, kom, Botermans waagde z'n dochter wel en dat was zoo'n kostelijk paand." Hierbij moet men weten dat Botermans destijds de hotelier was uit de eersteklassezaak het hotel "de Gouden Zwaan" op den Heuvel, een kelner was er P.F. Bergmans. Het moge in de oogen van materialistisch aangelegden gewaagd zijn geweest van Botermans om z'n dochter aan een bediende tot vrouw te geven, de eervolle levensloop van wijlen den zoo bekenden invloedrijken wethouder Bergmans is een sprekend bewijs voor de waarheid, dat elke soldaat den maarschalksstaf in den ransel draagt, en "as 't er mèr inzit, dan komme 't er wel uyt".

 

(Wordt vervolgd)

 

A.J.A.C. VAN DELFT

Tilburg, Maart 1929

 

 

* Voetnoot redactie:

Vanwege een stukje weggevallen tekst moesten wij in Tilburgse Taalplastiek nummer 5 van Tilburger (alias Pierre van Beek) noodgedwongen het volgende item opnemen:

 

Smulders, Tiesje

???Deze Tiesje Smulders was de eerste steenbakker van Tilburg. De protestantse kerk in de Zomerstraat moet met de eerste Tilburgse stenen gebouwd zijn.???

(Helaas heeft de zetter na het vorige item een stukje tekst over het hoofd gezien. Waarom Tilburger hier dus Tiesje Smulders eigenlijk ten tonele voerde, blijft dus onduidelijk.)

 

In het bovenstaande artikel van A.J.A.C. van Delft staat nu te lezen wat de zetter in Taalplastiek nummer 5 weg liet vallen: de uitdrukking "Ieder moet mèr weten, wè t'um paast" en de verklaring van dit gezegde. Wéér een raadsel opgelost...