CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 27 november 1920

 

 

Uit vroeger dagen: Vele lichtzijden

 

Het volgende gaat ten deele buiten het onderwerp der loopende artikelenreeks om. Toch moge het hier een plaats vinden, waar het mogelijk ook anderen interesseeren zal, die mijn vorige opstellen lazen. Een aandachtig lezer stelde naar aanleiding van 'n vorig opstel de vraag, welke de "vele lichtzijden" van het Napoleontische tijdperk voor ons land geweest zijn, waar ik één ervan noemde, nl. het nauwkeurig samenstellen van gegevens over verschillende zaken. Stellig zijn voordeelen over die inlijving te noemen. Tal van historici hebben de jaren der inlijving tot een onderwerp van hun studie gemaakt, en de aandacht gevestigd op vele onjuiste voorstellingen, die omtrent dat tijdvak in omloop waren. Ik wil hierbij opmerken, dat de stemming der Nederlanders bij de inlijving niet zoo ongunstig was, als dikwijls is voorgesteld. De algemeene toestand was hier te lande treurig. Hieronder volgen puntsgewijze enkele voordeelen.

 

- Door het wegvallen der Fransche tollinie zou onze handel kunnen opkomen.

- Onze landbouw-, veeteelt- en industrieproducten zouden over het geheele keizerrijk van de Elbe tot de Schelde en den Tiber verbreid worden.

- Al kon door de strenge toepassing van het continentaal stelsel de zeehandel zich niet verheffen, onze industrie kon beter concurreeren, nu Engelsche producten niet meer konden ingevoerd worden. De Enschedesche fabrikanten toonden dit te begrijpen, toen zij zich bij adres tot den keizer wendden met een dankbetuiging voor de inlijving der Hollandsche departementen bij het Rijk en tevens zijne Majesteit steun beloofden bij zijn streven "om de vijanden van het algemeen welzijn met hun manufacturen voorgoed van de handelsmarkt te verjagen".

- Het was in die dagen treurig met onzen handel en onze industrie gesteld. Onder meer andere bedrijven kwijnden de Haarlemsche linnenweverijen en de Leidsche katoenspinnerijen wegens gemis aan afzet naar het buitenland; fabrikanten en werklieden leden gebrek.

- Een beter bestuur en een meer geregelde en krachtige administratie zooals Frankrijk die bezat, schonk ons de inlijving.

- Ons belastingstelsel werd door het Fransche, dat minder drukkend was, vervangen. Hier was toentertijd vrijwel niets onbelast dan het water dat men dronk en de lucht die men inademde.

- Dat de tiërceering der staatsschuld, een daad die in de herinnering van ons volk als een maatregel van willekeur en despotisme voortleeft, een verstandige maatregel was, bleek terstond uit het rijzen der Hollandsche staatspapieren.

- Er ontstond eenheid op het gebied van wetgeving en bestuur, die ook na den Franschen tijd behouden is.

- De inrichting van de provinciale besturen en die van de departementen van binnenlandsch bestuur met ministers, secretaris-generaal, referendarissen, commiezen enz. is in hoofdzaak gehandhaafd.

- Ook eenheid in de rechtsbedeeling in plaats van de uiteenloopende gewestelijke en stedelijke rechtsbepalingen door de invoering van de wetboeken van Napoleon.

- De gemeenten maakten voor het eerst begrootingen. (In de oude republiek leefde men eigenlijk bij den dag: men gaf uit tot men niets meer in kas had en wachtte dan tot er weer wat in kas was.)

- Ook werden begrootingen ingevoerd bij de instellingen van weldadigheid, aan wier wanbeheer door beter toezicht een einde kwam.

- Openbare aanbestedingen bij leveringen aan Rijk of gemeente werden verplichtend gesteld, waardoor aan willekeur en bevoorrechting een einde kwam.

- Ingevoerd werden registers van den Burgerlijken Stand, statistieken voor landbouw, veeteelt, nijverheid en armwezen van overheidswege.

- Het aannemen van een vasten familienaam werd bij de wet geboden.

- De kadastreering van ons land, volgens de Fransche methode, vond ingang, en voldeed zóó goed dat ze behouden gebleven is.

- Maatregelen op hygiënisch gebied, zooals de koepokinenting, werden bevorderd; het begraven in de kerken en de bebouwde kom der gemeente werd verboden.

- De overbevolkte vuile Hollandsche gevangenissen werden vervangen door goed ingerichte huizen van bewaring.

 

Hier ziet mijn vrager zich dus met enkele antwoorden gediend. Er zijn er nog meer en ze zijn nog duidelijker te illustreeren. Ook zullen sommigen al lezend een beetje opstandig geworden zijn en willen wijzen op de groote nadeelen van het Fransche juk, dat soms met de vlijmendste dwangmiddelen het groote keizerrijk gehaat maakte. Dezen kunnen ook weder in het gelijk gesteld worden. Doch het lust mij niet daarop verder in te gaan.

Wie er meer van weten wil, hij raadplege in Leeszaal of elders een of meer der mooie geschiedkundige werken, die een goed beeld van dien tijd tooveren. De lange winteravonden leenen er zich uitstekend voor.

 

A.J.A.C. VAN DELFT

Tilburg, 24 november 1920