CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 11 mei 1929

 

 

Van vroeger dagen 114: Het relletje van Malbroek

 

Volkshumor kan spiegel zijn van het volk en zijn denkwijze.

 

"U verzocht in de krant om een en ander aan de vergetelheid te ontrukken. Ik ben van 't jaar 1858 en weet het allemaal nog heel goed. Van 'Marlbarough s'en va t'en guerre' hoorde ik reeds zestig jaar geleden en de opgewekte melodie is mij steeds bijgebleven. Of er meer coupletten van Malbroek zijn, weet ik niet, doch de drie die hierbij gaan, zette ik tevens voor U op noten."

Zou men niet dankbaar gestemd worden voor zulke medewerking?

 

Wat "de geschiedenis van Malbroek te Tilburg" betreft, het volgende. Toen lange jaren geleden deze melodie in een fabriek weer werd opgerakeld, als uiting die eenigszins tegen den fabrikant gericht scheen, schijnt die zangwijs bij onze muzikale Tilburgers in den smaak gevallen te zijn, want na afloop van de dagtaak werd door de draadmakers het lied nog op straat voortgezet. (Tusschen haakjes mag er op gewezen worden, dat vroeger veel meer dan tegenwoordig, ook in de fabrieken, luid gezongen en dikwijls slepend gelald werd. Op dorpen gebeurt het nog wel, doch ook in dit opzicht heeft Tilburg meer steedsche allures aangenomen.) Het schijnt, dat destijds de politie dien telkenavond herhaalden straatzang verboden heeft. En zooals het meer gebeurt als iets verboden is, werkt dat vooral op weerspannige jonge snuiters in als de roode lap op den stier: zij houden te zekerder vol. Het verergerde zoodanig, dat bijv. jongens er om van de normaalschool gejaagd zijn, die ook gezongen hadden. Waren het eerst enkele groepen kwajongens, die zich na zeven uur zingend naar huis begaven, langzamerhand sloten zich daarbij grootere groepen aan en hoorde men in de straten en op pleinen tusschen Heuvel en Korvel niets anders dan het liedje van Malbroek. "Aon geene kaant", over de rails, over de lijn, kwam het niet. Dit is ook opmerkelijk.

Als de politie dan tusschenbeide kwam, hield het één oogenblik wel op 't eene punt op, doch op 't zelfde oogenblik galmde Malbroek weer op een ander plein of in een andere straat. De bengels slopen door zijstraatjes en kwamen onder het geroep van: "Malbroek", "Malbroek" weer als de ratten van Hameln in nog grooter aantal saamgedromd. De vox populi had een nieuwe naam geschapen en de agenten van politie werden niet meer, als toen gebruikelijk was, "veldwachter" doch "Malbroeken" genoemd.

Het kleine aantal veldwachters bleek ten slotte niet tegen de bende opgewassen. Het begon min of meer revolutionair-achtig te worden, vooral toen zich meer en meer andere fabrieksarbeiders in het relletje gingen mengen. Het kostte burgemeester Jansen heel wat moeite om die beweging den kop in te drukken. De winkeliers konden na zeven uur sluiten, de klanten durfden niet meer naar de winkels. Ten slotte werd zelfs "de staat van beleg" afgekondigd en mocht men zich niet met meer dan drie personen tegelijk op straat vertonen. De relletjes verliepen eerst, nadat de hulp van de marechaussees ingeroepen was, en deze krijgshaftig uitziende mannen met de berenmuts getooid en den blanken getrokken sabel (de lange lat) door de straten galoppeerden... Zoo'n Russische vertooning was voor de vredige Tilburgers blijkbaar toch wel wat al te bar: spoedig werd de rust hersteld en keerde het oude aspect der straten terug. Alleen de veldwachters heeft men sindsdien nog langen tijd met "Malbroek" nageroepen.

Wel spijt het mij U de wijs niet voor te kunnen zingen, doch de woorden van het beroeringwekkende lied volgen:

 

     Malbroek die vaart ten oorlog,

     à la zjiem, zjiem, zjiem,

     à la boem, boem, boem.

     Malbroek die vaart ten oorlog

     en hij komt nooit weerom....

     En hij komt nooit weerom....

     En hij komt nooit weerom....

 

     Met de Paaschen zal hij komen,

     à la gime, gime, gime,

     à la boum, boum, boum.

     Met de Paaschen zal hij komen,

     of in de Sinksche week...

     Of in de Sinksche week...

     Of in de Sinksche week... (d.i. Pinksterweek)

 

     De Synksche week verdwenen,

     à la zjiem, zjiem, zjiem,

     à la boem, boem, boem.

     De Synksche week verdwenen

     en Malbroek die kwam niet...

     En Malbroek die kwam niet...

     En Malbroek die kwam niet...

 

Hieruit ziet men wel, dat de "dichter" minder poëtisch bloed in de adren gehad heeft, dan de melodie vermocht door samenloop van omstandigheden demagogische elementen te wekken. Doch... kleine oorzaken hebben vaak groote gevolgen. De wereldgeschiedenis is er vol van en huiselijke levens hebben er onherstelbare knakken door gekregen. De Belgische opstand laaide op na de uitvoering van "La Muette de Portici", waarin opwindende muziek en tooneelen de gemoederen nog meer verhitten. Waarom zou ook Tilburg niet eens een miniatuur opstandje in z'n historie mogen boeken.

Die rijmelarij bij gelegenheid, dat er iets minder alledaagsch voorviel, was in vroeger jaren zóó sterk, dat in nog drie mij bekende gevallen de gezongen "versjes" oorzaak waren van "oploopen en relletjes" in Tilburg. Doch de andere dan "Malbroek" halen we om verschillende redenen niet meer op.

 

A.J.A.C. VAN DELFT

Tilburg, April 1929