CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 21 oktober 1922

 

 

Van vroeger dagen 13: Brokskes uit de oude doos

 

Lezer, herinnert ge u nog den goeien, ouden tijd, toen ge netjes gewasschen en gekleed aan de hand van het huiselijk factotum dat Door, Siska of Kee heette en geen hittepetittig kindermeisje was, naar Grootmoe mocht? Als ge dan stond aan den breed-moederlijken schoot der oude vrouw met fijne kanten kornet en uit den diepen zak van het zware moireezijden kleed naast het zilveren loddereindoosje een klontje werd opgediept of uit het trumeaukastje een trommeltje te voorschijn kwam, mocht ge een babbeltje snoepen. Ge zoek-oogde hebberig naar het grootste. Soms sliktet ge te vlug in de hoop nog meer te krijgen en in plaats van genot gaf het zoets u pijnlijken overlast. Oma's tandeloozen mond nam zelf het kleinste klontje, doch ze zabbel-mummelde er zóó lang op, dat haar den zoeten smaak nog telkens fijner werd, nadat gij, zieltje zonder zorg, het brokske in speelsche dartelheid reeds lang vergeten waard.

Hier worden weer een paar historische brokskes uit Tilburg's archief geboden, die ook het fijnst genot zullen zijn, voor hen, die ze het best verwerken. Dat zal je bekomen!

 

In 1742 verscheen te Leiden bij Johan Arnold Langerak een boekje over "Oudheden en gestichten van de Bisschoppelijke stadt en Meijerije van 's-Hertogenbosch of beknopte beschrijving der steden en dorpen onder dat bisdom" door een liefhebber "der outheit bijeen versamelt". Op pagina 434 lezen we van de diplomata van Giselbert van Tilborch, van Hugo, van Beatrix en van Sophia van Gageldünck, van Godfrid van Cruiningen, weldoeners der Abtdeije van Tongerloo.

 

1241 - In 1241 schonk Gilbert Ridder van Tilborch vrijelijk in handen van Jan, Abt van Tongerloo en van 't Convent aldaar een derde gedeelte der Braaklanden, in West-Tilborch gelegen, met al hetgeen hiertoe behoorde.

 

1253 - Beatrix van Gageldünck, huisvrouw van den ridder Andries van Mallant, maakte bekend, dat al het recht, dat zij in de tienden der kerk van West-Tilborch had, en haar bij erfrecht toebehoorde, verkocht was aan de kerk der H. Maria van Tongerloo. Opdat deze verkoopinge vastblijve, heeft zij dit geschrift in de maand April van het jaar 1253 doen bekrachtigen met de zegelen van haar voormelden man en van haar broeder den edelman Hugo van Gageldünck.

 

1253 - Deze edelman schonk in Mei van hetzelfde jaar al het recht dat hij op de tienden der kerk van West-Tilborch had, als een aalmoes "en uit godvruchtige gedachten en tot zijner ziele en tot zijner voorouderen welzijn en heil" aan de kerk van O. L. Vr. van Tongerloo der Premonstranter Orde, in het diocees van Kamerijck. Het geschiedde met toestemming en goedvinden zijner huisvrouwe Valentia.

Sophia van Gageldünck, huisvrouw van den edelman Gilbert van Campenhout, schonk hare rechten eveneens als een aalmoes aan de Abdij.

 

1580 - In voormeld boekje staan op blz. 467 als pastoraten der Abdij van Tongerloo vermeld: Diessen, Tilborch, Enschot, Moergestel, Haren, Walewijk, Drunen, Loon op 't Zand (men noemde het gewoonlijk Venloon), Poppel, Happart en Hoogeloon. Deze zijn uit het diocees van 's-Hertogenbosch, terwijl uit het diocees Antwerpen waren: Zundert, Alphen, Chaem, Nispen, Roosendaal en Calmpthout. Het testament van St. Willebrord noemt Poppel "Pieplo" en Alphen heet daar "Alpheim".

Het is interessant te lezen hoe van Diessen gezegd wordt, dat daar St. Willebrord met plechtige bedevaarten van vele vreemdelingen vereerd wordt, terwijl Tilborch een zeer vermaarde plaats is, daar wel 3000 Communicanten zijn. In 1618 werden er 3535 Communicanten geteld. Voorts lezen we dat Enschot is "de moeder der voorgaande" (dus van Tilburg - dit sloeg op het kerkelijke) doch... de dochter is grooter geworden dan de moeder.

Te Moergestel werd St. Everlijn vereerd terwijl te Haren de Eerw. Pastoor van Calmpthout in 1572 wreedelijk voor het Katholiek geloof om het leven is gebracht door zijn vijanden. Te Nispen, dat de H. Moedermaagd is toegewijd, werd in 1557 door eenige roovers en dieven vermoord de heer Hendrik Bosch van Roosendaal, pastoor te Nispen. Deze was een groot ijveraar voor de Katholieke Kerk en zeer mild jegens de armen. 13 jaar lang na dien moord - zoo lezen we - heeft men de bloeddroppelen op den steen gezien, zonder dat die uitgewischt konden worden.

 

1670 - In de beschrijving van de Meyerij van 's-Hertogenbosch door Jacob van Oudenhoven blijkt op blz. 11, dat omtrent 1670 binnen Tilburg tusschen de drie en vierhonderd weefgetouwen in het werk waren. Op blz. 70 staat, dat Berkel genaamd werd Oost-Tilburg ter onderscheiding van een andere plaats westwaarts daarvan gelegen, die West-Tilburg was geheeten.

 

1567 - De vier jaarmarkten zou Tilburg in 1567 verkregen hebben.

 

1775 - Der 31en Juli, zijnde den feestdag van den H. Ignatius, heeft de Eerw. heer Ignatius Sprong, pastoor der gemeente Tilburg, zijn jubilé alhier gevierd zijner vijftigjarige professie in de vermaarde Abdij van Tongerloo. In beide kerken is toen een solemneele Misse met vier priesters geschied en des avonds waren de voornaamste environs (de omgeving) der pastorie prachtig geïllumineerd, en er "wierden algemeene vreugden bedreven".

 

1777 - Den 2en April is pastoor Sprong overleden. Op den 7en April zijn toen "de kerkeregten in Muziek" op het Goirke geschied, terwijl den 14en daaraanvolgend de heer Martinus van Bommel, op het Heike, voor Sprong een solemneele Mis heeft laten doen met vier priesters, waarbij de altaren op het prachtigst versierd waren.

 

1775 - Den 29en December van dit jaar is te Tilburg voor het eerst een plechtige Mis van Requiem gezongen met begeleiding van muziekinstrumenten. Dit was in de Mis voor Hendrik van de Knikker.

 

1776 - Het algemeen jubeljaar is ter eere van Paus Pius VI te Rome in 1775 begonnen. Hier begon het den 25en Mei 1776. Dit jubilé duurde zes maanden, waarin volgens Kerkelijk gebruik aflaten te verdienen waren.

 

1776 - In Juni van dit jaar werd het dak der Heikesche kerk opnieuw met riet gedekt, nadat het vorige dak er 44 jaren opgelegen had.

 

1777 - Den 9en October, St. Dionysiusdag, is alhier voor de eerste maal de volle aflaat geweest, die een geheel octaaf duurde, vergund bij een Bulle van Paus Pius den zesden.

 

1778 - 10 Januari is door Martinus van Bommel de Heijkensche kerk met een beeld van St. Sebastiaan en een relequie vereerd.

 

1797 - Den 6en Juli is wegens de scheiding der parochies op het Heike een solemneele Mis geschied door de drie in die parochie benoemde en aangestelde priesters, zijnde de Eerw. heeren W. Tabbers, de eerste pastoor dezer nieuwe parochie, Gilbertus Zegers, eerste, en Josephus de Keirsemaekers, tweede kapelaan. De kerk was te dien einde op het prachtigst versierd; voor het hoogaltaar eenen mooien troon, benevens twee piramiden, terwijl de kerk met toepasselijke jaarschriften versierd was.

 

1803 - Op 20 Mei is voor het eerst in de Goirkesche kerk het orgel tijdens de Mis gespeeld, den 28en Augustus van dat jaar in de Heikesche kerk. Dit orgel is gekomen van het Klooster Rozendaal bij Mechelen en werd gehouden voor een der fraaiste orgels van Nederland.

 

1822 - Den 13en Mei is de eerste steen gelegd van de Hervormde kerk binnen Tilburg (aan de Zomerstraat) door het zoontje van Willem Carel Momma, genaamd Frits.

 

1806 - 18 November is overleden de Eerw. heer W. Tabbers, pastoor der parochie het Heike te Tilburg, in den ouderdom van 64 jaren en in diens plaats is benoemd tot pastoor en in functie getreden de Eerw. heer Anselmus Beke, prior der gesuprimeerde Abdij van Tongerloo.

 

1807 - 6 December is overleden de Eerw. heer Anselmus Beke, pastoor der parochie het Heike, den Eerw. heer Evermondus Du Champs, proost der gesuprimeerde Abdij van Tongerloo, volgde hem op.

 

1809 - 24 Junij was het parochiaal kerkgebouw te Goirle door de R.C. zoover gereed gemaakt, dat op dien dag de diensten daarin geschied zijn.

 

1810 - Den 16 April, des morgens heel vroeg, is alhier gevankelijk doorgebracht zijn Hoogw. den Heere Antonius van Alphen, Vicarius des Bisdoms van 's Bosch. Den 24en April 1814 is zijn Hoogw. te Schijndel uit zijne deportatie te Parijs in goede welstand aangekomen.

 

1810 - 6 Mei is de Fransche Keizer met Zijne Gemalin hier gepasseerd, vergezeld door den Koning en de Koningin van Westphalen.

 

1810 - 9 Julij is gansch Holland door een Keizerlijk decreet aan Frankrijk gekomen en Amsterdam tot de eerste stad van het Rijk verklaard.

 

1811 - 18 Maart heeft alhier voor de eerste maal de loting van de sonscriptie uit de jongelingen geboren in 1788 plaats gehad; het kanton Tilburg, samengesteld uit Tilburg, Goirle en Dongen, moest 18 personen leveren voor de landmacht en 6 voor de marine.

 

1814 - 20 Februarij is Zijne Hoogheid den Heere Erfprins van Oranje van Breda komende hier door gepasseerd en heeft zich circa twee uren hier opgehouden en audiëntie gegeven aan den Maire en aan de bedienaars van onderscheidene Godsdiensten.

 

1815 - 11 Junij is Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden van 's Bosch hier door gekomen, hebbende zich niet opgehouden, maar is door den Burgemeester en Vreederechter aan de koets begroet en gesproken.

 

1812 - 1 Maart is alhier in den ouderdom van 79 jaren overleden de Eerw. heer Hermanus Josephus Franke, pastoor alhier op het Goirke.

 

1812 - 15 Junij zijn de Eerw. heeren Presidenten van het Seminarie Van Gils en Moser door order van den prefect gedeporteerd welker eerste bestemming te Mechelen en de tweede te Dijon in Frankrijk was; eenigen tijd daarna heeft ook de Eerw. heer President Smits het Seminarie moeten verlaten en zich schuilgehouden.

 

1814 - 22 Februarij zijn bovengemelde Presidenten Van Gils en Moser uit Frankrijk van hunnen ballingschap in goeden welstand in 't Seminarie gekomen.

 

1814 - 5 September is op de Goirkesche kerk een koepeltorentje gesteld met een klokje daarin en in 1816 is daarin een uurwerk gebracht.

 

1816 - Met het begin van November is aan de Goirkesche kerk aan de Noordzijde een kerkhof gemaakt, waarop den 11en daaraanvolgende het eerste lijk is begraven, en den 25en Sept. 1817 is dit kerkhof door den Eerw. heer pastoor Stals gewijd. In 1818 aldaar aan het Goirke, als het torentje te klein zijnde, fondamenten aangelegd tot het bouwen van een nieuwen toren. In Maart 1819 is met de afbouwing van dien toren een aanvang genomen en is afgewerkt Julij 1819.

 

1817 - 1 Julij is overleden de Eerw. heer Josephus de Keirsemaekers, oudste kapelaan alhier der parochie het Heike, in den ouderdom van 60 jaren, aan de gevolgen der kwetsuren bekomen door een hollend paard op 10 Mei bevorens.

4 Julij is het lichaam van evengemelde heer op het kerkhof in de Schijf begraven, dat gedurende de lijkdienst in de kerk had gestaan; dat is het eerste lijk zoover menschenheugenis strekt, dat ooit van de parochianen gedurende den lijkdienst in de Heikesche kerk heeft gestaan en hij is de eerste geestelijke die op dat kerkhof is begraven.

14 Julij is overleden de Eerw. heer Bruno Dingenen, kapelaan op het Goirke in den ouderdom van 52 jaren.

17 October is bij gebrek aan priesters van de Abdij van Tongerloo op het Heike een wereldlijke priester uit het Seminarie tot kapelaan aangesteld, genaamd Antonius Aloijsius Smits.

 

1818 - Den 5en November is het eerste lijk op het Gereformeerde kerkhof alhier begraven, zijnde van Willem, kind van den heer Francs. Jellinghaus.

 

Tot zoover voor ditmaal "elck wat wils".

 

A.J.A.C. VAN DELFT