CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - maandag 11 juni 1917

 

 

Kinderbeperking; Kinderbescherming en nog meer 2

 

Na de algemeene beschouwingen van het eerste gedeelte mogen hier enkele realiteiten een plaats vinden. Iedere stemming, levende onder een natie is besmettelijk, werkt aanstekelijk. Zij grijpt om zich heen als een verterend vuur. Zij kan ontstaan bij weinigen en zich zoo snel en onverwacht verspreiden, dat wat een smeulend vuur geleek, plotseling voor ons staat als een laaiende brand.

Omtrent het bevolkingsvraagstuk moet de stemming noodzakelijk kenteren. De massa-moord, welke sinds drie jaar aanhoudt, heeft het bevolkingsvraagstuk naar voren geschoven en tot een der urgentste gemaakt. Waar moet het in de toekomst heen met een zwakke "spes patriae", die door adynamie aan voortbestaan doet wanhoopen? In 1915 overtrof het sterftecijfer het geboortecijfer in Frankrijk met 261.815, dat is dus op een bevolking van nog geen 40 millioen, per jaar een teruggang van ruim een kwart millioen. Zulke cijfers doen huiveren. Zooals ik reeds vroeger opmerkte, mag men zich niet blind staren op het bij herhaling ten deze naar voren gebrachte onrustbarend verschijnsel in het "Katholieke Frankrijk", want andere landen voelen evenzeer dezen kanker aan hun hartader knagen, terwijl Holland evenmin vrijuit gaat en onze stad Tilburg evenzeer er onder lijdt. Uit de mededeelingen door Burgemeester en Wethouders met betrekking tot den toestand der gemeente over het afgeloopen jaar 1916 gedaan, blijkt, dat

- in 1916 werden geboren 912 m. - 860 vr. - totaal 1772 personen.

- in 1916 zijn overleden 340 m. - 350 vr. - totaal 690 personen.

Per 1000 inwoners werden dus 31 kinderen geboren en stierven er 12 personen. Van de overledenen nu waren 181 kinderen beneden den leeftijd van één jaar, dat is 10 per 100 levend aangegevenen, terwijl het aantal levenloos geborenen 76 bedroeg. Het totaal over de vijf jaren 1910 tot 1914 was voor deze laatste categorie 415, waarvan 80 in 1911, het warme jaar van bij uitstek hooge kindersterfte.

Het percentage van overledenen beneden het jaar was in de jaren 1907-1910 over het geheele land bij de protestanten 9,73 pct., bij de Israëlieten slechts 7,77 pct., doch bij de R. Kath. 13,73 pct. Als een schaduwvlak staat voor Tilburg genoteerd in 1914 14 pct. en in 1915 13,4 pct. Zulke cijfers spreken duidelijker dan veel woorden zullen zeggen, al wil ik niet meer statistiek geven, daar de plaatsruimte zulks niet gedoogt. Nuttig was het anders wel.

Wie er belang in stelt, kan cijfers naast meerdere gegevens betreffende kindersterfte, zuigelingenverzorging, kraamvrouwenbescherming enz. in overvloed vinden in den "Gids voor de zuigelingenbescherming", die naast tal van zeer lezenswaardige geschriften kosteloos beschikbaar gesteld wordt door den "Nederlandschen Bond tot bescherming van Zuigelingen", welke Gids me dit artikel in de pen gaf, toen het boekje me op de R.K. Openbare Leeszaal alhier naast zoo tal van actueele en belangrijke geschriften onder het oog kwam.

 

Aan het Jaarboekje voor 1917 ontleenen wij de volgende Wenken voor Moeders:

1. De beste voedingswijze voor den zuigeling is de voeding door de moeder zelf.

Sterfte en ziekte bij zuigelingen gevoed door de moeder, zijn veel geringer dan bij fleschkinderen.

Een moeder, die in staat is haar kind te zoogen, doch dit nalaat, doet nadeel aan gezondheid en leven van haar kind.

In vele gevallen, waar de moeder meent niet in staat te zijn haar kind te zoogen, blijkt, dat het vermogen om te zoogen wel degelijk aanwezig is.

Het is derhalve plicht der moeder, tenzij door een geneeskundige is verklaard, dat de moeder daartoe niet in staat is.

2. De gemengde voeding, waarbij de zuigeling slechts gedeeltelijk door de moeder wordt gevoed, is te verkiezen boven die, waarbij de zuigeling in het geheel met de flesch wordt gevoed.

3. Is fleschvoeding onvermijdelijk, zorg dan, dat de flesch en het voedsel op uiterst zindelijke wijze worden behandeld en laat u, omtrent de keuze van het voedsel, de toebereiding en de toediening (het aantal malen en de hoeveelheid) door den geneeskundige voorlichten.

4. Zorg voor zuivere lucht in het vertrek waar de zuigeling verblijf houdt.

Wasch dagelijks uw kind geheel.

Bewaar 's zomers de melk zoo koel mogelijk, anders bederft zij.

5. Huilt uw kind veel, geef het niet dadelijk meer voedsel, maar raadpleeg een geneeskundige.

6. Laat u omtrent voeding en verzorging van den zuigeling, ook als deze gezond is, door een geneeskundige voorlichten. Gij kunt door dit te doen veelal ziekten voorkomen.

 

Deze wenken werden nog deze week op onderhoudende wijze toegelicht in een vergadering der "Tilburgsche" Vereeniging voor Zuigelingenbescherming door een specialiteit op dit gebied, den kinderarts Dr. Carsters uit Utrecht, in de groote zaal der liedertafel "Souvenir des Montagnards". Velen zullen niet eens van het bestaan eener zoodanige, aller steun verdienende, Tilburgsche vereeniging afweten en het valt inderdaad te bejammeren, dat zoo weinig publiek (en dan nog niet het publiek, waarvoor het 't meest doelmatig zou zijn) deze interessante, leerrijke voordracht volgde.

Menschen met liefde voor volk en stam, met drang tot daden en durf tot strijden, zal het niet genoeg zijn dit artikel gelezen te hebben, doch zij zullen ieder voor zich ook naar vermogen trachten in deze richting goed te doen in hunne naaste omgeving, hetzij door woord of verspreiding van geschrift. Wellicht zal dan een enkele maal niet ten onpas blijken deze aforisme van Dirk Coster: "Misbruik van het woord is ontucht van den geest", doch volhardend zal resultaat bereikt worden door den geestelijke naast den dokter bij hun huisbezoek, door den fabrikant, in het gezin van den werkman er op aandringend, dat aan jonge meisjes nog iets meer en beter geleerd wordt dan naar de fabriek te loopen of in een dienst te gaan; om niet later - eenmaal moeder zijnde - hun eerste of meerder kind als proefdier hunner onkunde te offeren en al te vroeg den hemel te openen.

Is een school voor jonge moeders zoo gansch overbodig? Is onze ouderwetsche "baker" thans nog voldoende? Aan de wieg past een derzake kundige moeder, en aan het kraambed een vroedvrouw (verpleegster) met arbeidslust en wetenschappelijken zin, met beroep op haar vrouw-zijn bovenal, waarvan zooveel heil te verwachten is voor moeder en kind. Individueel zal elke moeder hier meesterwerk kunnen verrichten, dat den staat, de wereld, onberekenbaar ten goede komt.

 

A.J.A.C. VAN DELFT