CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 19 juni 1926

 

 

Voor 'n Museum

 

'n Grieksch wijsgeer der oudheid gaf de kernspreuk: "De geest overwint!" In de wereld botsen menigmaal de macht van den geest en de macht van het goud. De roerige jongste decennia bewijzen het voor hen, die het leerboek der historie ongeopend laten. Indien de macht van den geest niet overheerscht, zakt en zinkt de beschaving en wreede mammondienst vervangt de cultureele vrijmaking en geestelijke verheffing.

'n Wijs man heeft eens gezegd, dat de trap van beschaving, welke een land of streek bereikt heeft, het best is af te leiden uit het karakter zijner publieke musea en uit de vrijgevigheid, waarmede deze in stand worden gehouden. Dit strekke ons tot leering. Als er iets is, waarin de Amerikanen ons Hollanders ten voorbeeld gesteld kunnen worden, dan is het de liefde, die zij voor hun leerinstellingen in 't later leven toonen. Door daden toont de Yankee zijn groote toegenegenheid. Toen Harvard zijn prachtige "School of Medicine" stichtte, kwam men geld tekort voor een der gebouwen. Men legde de situatie bloot voor den bankier Pierpont Morgan, die met een "all right" aanstonds een cheque gaf voor een millioen dollar. In April 1912 - men zal 't zich herinneren - verging de Titanic. Hierop bevonden zich Harry Elkins Widener en zijn moeder. Hij zelf kwam om maar zijn moeder werd gered. Te zijner eere gaf zij de geheele collectie boeken, die hij verzameld had, aan Harvard ten geschenke - een zes à zevenhonderd duizend deelen - en liet het bibliotheekgebouw op hare kosten vergrooten en verfraaien.

We behoeven niet tot over den Oceaan te gaan om voorbeelden. We behoeven de textielindustrieelen niet uit te schakelen, want bij acte van 19 Februari 1926, voor notaris Van Opstall te Enschede verleden, is door Mevrouw de Weduwe Bernard van Heek en door de broeders en zusters van wijlen den heer Van Heek, overeenkomstig diens wenschen, aan het Rijk geschonken voor een door hen te stichten en te schenken rijksmuseum Twente te Enschede een zeer uitgebreide collectie van verschillende meesters, benevens een aanzienlijk bedrag in geld ter completeering en onderhoud. Meer nauwkeurig omschreven komt dit op het volgende neer. De familie Van Heek schenkt op hare kosten en volgens door den Minister goed te keuren plannen:

1. Een museumgebouw (met terrein), waarin behalve het schilderijen-museum tevens de Twentsche Oudheidkamer zal kunnen worden ondergebracht;

2. de collectie schilderijen;

3. een kapitaal van f 200.000 voor uitbreiding en verbetering der collectie;

4. gedurende 3 jaren f 7.000 per jaar voor onderhoud en personeel.

Voor hen, die fortuin in 't leven maakten, ligt hier een schoone roeping. Ons Zuidelijk volk mankeerde zijn Hoogeschool, het mist musea en heeft geen kostbare bibliotheken. Schuilen hier krachten in staat tot het oprichten en instandhouden van wetenschappelijke inrichtingen en verzamelingen, die ten zegen van kind en nakroost, van wetenschap en kunst, kunnen strekken, dan slaat nu hun uur.

De moeilijke tijden mogen niet verhinderen, dat ons Brabantsche volk zich breeder gaat ontplooien in kennis en beschaving. Wat er noodig is? Dat zal dr. P.C. de Brouwer in een lezing met lichtbeelden uiteenzetten op Maandag 28 Juni a.s. in de Gem. Koopmansbeurs op het Piusplein. Deze lezing wordt gratis toegankelijk gesteld voor iedereen, zoodat de Tilburgsche bevolking, die iets voelt voor de oprichting van een plaatselijk museum er tegenwoordig kan zijn en zijn steentje ter voorlichting misschien bijdrage.

Uit de bijeenkomst met vereenigings-afgevaardigden bleek korts de wenschelijkheid der oprichting uit die kringen overvloedig; de mogelijkheid zal wel het ernstigst door gebrek aan een geschikt gebouw belet worden. Daarbij moet m.i. om te beginnen echter niet te nauw gekeken worden en zou bijv. voorlopig volstaan kunnen worden met enkele vertrekken. Daarin zijn dan onder te brengen de voorwerpen, die alreeds verzameld zijn en hetgeen bijgebracht wordt, om later, als - wat we toch willen hopen - de tijden verbeterd zijn tot een modelinrichting te komen. In dien tusschentijd zijn dan de brokstukken der oudheid, welke anders mogelijk weer verloren raken, verzameld en - laat het zijn provisorisch - opgeborgen. Allen zal dit niet naar den zin zijn. Doch bedenke men, wat in Zandvoort's raadzaal aan den wand prijkt:

     Alle man van pas te maken

     En door iedereen bemind,

     Zijn d'onmooglijkste zaken,

     Die men in de wereld vindt.

 

Het rilt en trilt in Brabant. De spanning dringt naar allen kant. Er leeft ook een willen onder ons: laat die streving niet onbenut voorbijgaan.

 

A.J.A.C. VAN DELFT

Tilburg, 18 Juni 1926