CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 31 oktober 1924

 

 

Van vroeger dagen 47: De Tilburgsche Textielindustrie van 1837-1847

 

Als men tegenwoordig eens wil nagaan, bijv. hoe groot de productie van een bepaald artikel in een plaats, streek of land is, zal dit niet gemakkelijk gaan. Zij, die met het verzamelen van statistisch materiaal belast zijn, weten het bij ondervinding. Vroeger scheen dit gemakkelijker te gaan, of... men was ook toen onvolledig, doch stelde met een gerust geweten hetgeen men had verzameld als de volledigheid vast.

In het Gemeentearchief komt voor een "Staat der gesteldheid van de fabrieken en Laken Manufacturen in allerlei wolle stoffen der gemeente Tilburg" over de jaren 1837 tot 1847 en 'k heb me de moeite getroost hieruit een zoo overzichtelijk mogelijk geheel samen te stellen, dat er als volgt is gaan uitzien. Voor den aandachtigen napluizer is er wel een en ander uit te leeren. Dat ook toentertijd meer en minder vlotte gang in zaken voorkwam, zegt reeds een vluchtig beschouwen.

 

Wollenstoffen

Eerstens een overzicht van getouwen en werklieden van de wollenstoffenfabrieken. (De bewoordingen in den kop zijn letterlijk uit het register overgenomen.)

 

 

 

 Dit staatje laat zien, hoe de werkloosheid direct in 1839, het jaar der afscheiding van België, zich begon te doen gevoelen en in de daarop volgende vier jaren onrustbarend toenam.

Vergelijkt men het aantal getouwen van 1837 en 1848, dan ziet men een verdubbeling, terwijl het aantal arbeidende werklieden ongeveer gelijk bleef. Stellig is met den bevolkingsaanwas ook het aantal arbeiders toegenomen, zoodat er dus werkloozen geweest zullen zijn. In de jaren 1840, 1841, 1842, 1843, 1844 zijn er alleen in de wollenstoffenindustrie op 2300 arbeidskrachten respectievelijk 200, 800, 800, 800, 500 werkloos geweest, een percentage, dat stellig grooter is dan in de jongste crisisperiode, toen bijv. op 1 Januari 1921 volgens eigen opgaaf van 48 der grootste textielfirma's hier ter stede het aantal arbeiders 5837 bedroeg tegen 7067 op volle capaciteit. In dien tijd noteerde de Tilburgsche gemeentelijke Arbeidsbeurs een totaal van 3028 werkloozen (te weten 1444 geheel en 1584 gedeeltelijk werkloozen) uit alle bedrijven en beroepen te zamen. In 1923 beliep het geschat totaal der Tilburgsche arbeidersbevolking rond zestienduizend, terwijl op 28 Mei 1923 42 textielfabrieken 4562 werkkrachten hadden tegen 5300 in de periode 1916 tot en met 1920, toen de fabrieken op volle capaciteit werkten.

Vergelijkt men een en ander met de laatste oorlogsperiode, dan frappeert bovenstaand staatje evenals het volgende, dat een volledig overzicht der productie in die tienjarige periode geeft.

 

 

 De dekenindustrie beteekende in verhouding tot de rest nog niet veel.

 

Katoen

De katoenindustrie, welke toentertijd hier ter stede alsmede tot de bestaansmiddelen behoorde, maakte klaarblijkelijk de malaise niet in dezelfde mate mede als met de wollenstoffen het geval is. Staatje A geeft een overzicht van de hoeveelheid gesponnen garens, het aantal getouwen en werklieden, terwijl overzicht B de productie weergeeft.

 

A

  

B

 

 

 Men ziet, dat toentertijd een gestadige vooruitgang geconstateerd kon worden.

 

We hopen, dat onze tegenwoordige bedrijven den moeilijksten tijd ook alreeds achter den rug hebben en opnieuw een periode van voorspoed aanbreekt.

 

A.J.A.C. VAN DELFT

Tilburg, 11 October 1924

 

 

1. De fabriek der firma Diepen Jellinghaus & Cie afgebrand.