CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 16 oktober 1926

 

 

Standbeelden

 

Weer wat nieuws? Nieuw en toch niet nieuw. 't Was vanzelfsprekend, dat 't komen zou. Er moest enkel een aanleiding komen om 't publiek domein te maken. Die werd geboden en dankbaar benut. Een goede zaadkorrel heeft in onze stad gunstige kans om heerlijke, rijke en rijpe vruchten af te werpen. Dat bewijst de fijne openingsavond van den wintercursus der R.K. Volksuniversiteit "Kleine Academie" deze week. Een Welbestierende Hand leidt toch 's menschen gang en tong. Wat wondre werking wekken welvoorbereide, weldoordachte woorden!

De gelegenheid om een openingsrede uit te spreken was den Hoogeerw. heer Deken Sanders genoeg om een keurig publiek denkstof aan te bieden over den Grooten Zwijsen roemrijker nagedachtenis. Beknopt, duidelijk en interessant was de levensschets, die hij van deze groote, sterke figuur gaf. (Anderen zullen uitvoeriger dit leven voor ons teekenen, dank de prijsvraag der Bossche Bijdragen.) We weten wat pastoor Zwijsen bovenal en vóór al tot geestelijk en ook tijdelijk belang van Tilburg deed. Hier worden nog dag op dag de vruchten van dit rijke leven geplukt; denk maar aan onze Fraters en Zusters. 't Onderwijs in vollen omvang, zoowel voor gezonden als doofstommen en blinden, profiteert er niet alleen Tilburg van, maar in geheel Nederland en ver buiten de enge grenspalen tot in vreemde oorden. Hij was ook de grondlegger van Katholieke cultuur, en het herstel der bisschoppelijke hiërarchie in Nederland is grootendeels het werk van zijn invloed geweest. Zijn invloed bij de meest vooraanstaanden van den lande, op Kerkelijk, maatschappelijk, staatkundig en politiek gebied, niet het minst bij den Kroonprins en lateren Koning Willem II, heeft de rechten der Katholieken doen herwinnen en handhaven.

Was het dus te veel, dat Deken Sanders het plan publiek maakte om het volgende jaar bij gelegenheid van de vijftigste herdenking van den sterfdag dezer machtige figuur van priester, kapelaan, pastoor, bisschop en aartsbisschop te zorgen, dat in Tilburg, waar het standbeeld van Koning Willem II prijkt, ook een standbeeld voor zijn Tilburgschen vriend Zwijsen komt? Die twee vrienden hooren bij elkaar. Er komt volgende week een commissie samen om deze aangelegenheid onder het oog te zien. Zij moge slagen, zoodat 1827 ons Zwijsen hergeve.

 

Nu 't toch over een nieuw standbeeld gaat, mag nog wel eens gewezen worden op het feit, dat een ander groot Tilburger, de Europeesch vermaarde oogheelkundige Professor Donders, ook nog steeds zijn standbeeld mist. Een som van f 2.500 is daarvoor destijds reeds gedeponeerd. Hier wordt een daad uit den kring der medici onzer stad verwacht.

 

Waarom er standbeelden moeten komen? Niet enkel ter verfraaiing van het uiterlijk aanzien onzer stad, maar ook om als echte Brabanters er op uit te zijn goed te maken en in te halen, wat vroeger eeuwen van verdrukking en tenachterstelling verhinderden: men moet weten en den vreemdeling valle het op, dat het Zuiden groot is geweest en mannen heeft voortgebracht, die strekken tot sieraad van gewest en land.

Eerst gaf Tilburg het voorbeeld aan Brabant door een zijner zonen te eeren in Pater Donders, nadat het H. Hartmonument talloos vele gemeenten tot navolging prikkelde. Oisterwijk volgde dra met Pater Poirters. Te Breugel plaatste men voor den primitieven schilder Pieter Breughel een eenvoudig gedenkteeken. Helmond bracht daags daarna een artistieken gedenksteen aan ter herinnering aan den grooten Helmondschen missionaris Mgr. Noyen, terwijl te 's-Bosch de herinnering aan den vroeger-eeuwschen schilder Jeroen Bosch herleeft en ook al aan een gedenkstuk gedacht wordt. Wat heerlijke activiteit ontplooit mooi Brabant toch!

Nu zorge Tilburg, dat het naast zijn H. Hartmonument, zijn Peerke Dondersstatuut, zijn Willem II-standbeeld, zijn gedenknaald en Jansenpomp opnieuw een paar groote mannen met marmer blijvend eeren kan.

 

A.J.A.C. VAN DELFT

Tilburg, 14-10-1926