CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 12 maart 1927

 

 

Van vroeger dagen 68: 'n Oud stoomwerktuig

 

Vorig maal drukten we de toestemming af, die op 14 Juli 1826 gegeven is aan Pieter van Dooren te Tilburg tot het plaatsen van een stoomwerktuig in zijn wollengarenspinnerij en lakenvolderij. Daarmede deed de stoomkracht haar intrede in het bedrijfsleven van Brabant. In Juni 1832 werd de fabriek van een nieuwen ketel voorzien, terwijl den 11 Maart 1834 autorisatie tot het oprichten en in werking brengen van een tweede stoomwerktuig verleend werd. De officieele akte van vergunning voor dit in November 1834 geplaatste stoomwerktuig van hooge drukking is gedateerd 24 Januari 1835. Teneinde eenig inzicht te geven van den primitieven aard dier vroegere stoomwerktuigen, willen we ook deze merkwaardige akte in zijn geheel laten volgen.

 

Akte van vergunning aan

den heer P. van Dooren, te Tilburg

 

De Administrateur voor de Nationale Nijverheid,

Gezien de aangifte van den heer P. VAN DOOREN, te Tilburg, betrekkelijk het plaatsen van een stoomwerktuig, in deszelfs aldaar gevestigde fabriek van Wollen garens;

Gelet op het Koninklijk Besluit van den 26 September 1833 (Staatsblad No. 53) houdende de veiligheidsmaatregelen bij de aanwending van stoomwerktuigen;

Op het Rapport van deskundigen;

VERGUNT aan den heer P. VAN DOOREN te Tilburg, om gebruik te maken van het door hem in de maand November 1834 geplaatste stoomwerktuig van hooge drukking, werkende bij uitzetting (expansie) in een staande cylinder, waarvan het doel en de beschrijving volgen.

 

De machine is bestemd tot het drijven van 6 wolmolens, 21 schrobbelkaarden en van 21 fijn kaardmachinen, behoorende tot eene complete wolspinnerij van 20 assortimenten.

De ketel tot het werktuig behoorende is zamengesteld uit geslagen ijzeren platen. Zijne gedaante is die van een liggende cylinder met bolvormige uiteinden of koppen; wegens dezen vorm van gelijke sterkte in alle rigtingen zijn geene ankers binnen denzelven aangebragt. Het vuur wordt van onder gestookt en de ketel is met uitzondering van een klein gedeelte van den kap (op welken de veiligheidskleppen en de verschillende buizen zijn aangevoegd) geheel en al ingemetseld.

De ketel is lang van einde tot einde 7.5 Ned. Ellen, de diameter is van 1.35 El.

De gemiddelde metaalsdikte is van 1 Ned. duim.

De gewone stoomdrukking zal ruim 3 Ned. pond per quadraalduim kunnen bedragen, overeenkomende met 3 Atmospheren Stoomspanning boven die des dampkrings. Het maximum der drukking kan gaan tot 4 atmospheren.

Er zijn twee veiligheidskleppen geplaatst op denzelfden koker, door welken den stang van den Watervlotter passeert. Zij zijn van metaal, en derzelver kegelvormige randen sluiten in metalen beddingen. Beiden worden met belaste hefboomen gedrukt, en om ééne der kleppen ligt eene kas van bladijzer, voorzien met een deksel, dat met een hangslot is verzekerd.

De middellijn der kleppen bedraagt voor beide 3.4 Ned. duimen. De oppervlakken 9.08 vierk. Ned. duimen.

Aan de drukboomen der kleppen hangen gewigten van 8.7 Ned. pond. Door middel van ingevijlde kerven zijn de hangpunten dezer gewigten zoodanig bepaald, dat de kleppen eene drukking zullen lijden van 36 een-derde Ned. pond voor onbeslotene klep, en welke drukking met die van 4 atmospheren boven de dampkringsdrukking overeenstemt.

Verder is een derde onmiddellijk belaste veiligheidsklep aangebragt, zijnde een metalen klep met vierkant kruisvormigen staart en vlakken rand, sluitende op eene metalen ring, welke over eenen in den ketelkap geboorde opening is geschroefd en gecementeerd. De opening van genoemden ring heeft 2 Ned. duimen diameter; alzoo eene oppervlakte biedende van 3.14 vierk. Ned. duimen.

Om de stang der klep ligt een looden gewigt van 12.5 Ned. pond en dezelve stang wordt aan het boveneinde geleid door het oog van een gebogen ijzeren standertje.

Het middel ter verkenning van een ophanden watergebrek in den ketel bestaat in een gewone bal, afgetrokken wordende wanneer het waterpeil tot nabij de toppen der vuurgangen mogt gedaald zijn, ten welken einde de tuimelaar of mik der bel met een ruim of ongespannen koperdraad verbonden is aan de stang van den watervlotter.

De machine heeft 16 paardenkrachten en is vervaardigd door Desiré Tassin te Luik.

De inspectie heeft plaats gehad op den 5 Januari 1835.

 

's-Gravenhage den 24 Januari 1835.

De Administrateur voornoemd,

(get.) NETSCHER

 

Voor waarachtig verklaard bij ons Gouverneur der Provincie Noord-Brabant.

's-Hertogenbosch den 30 Januari 1835,

(get.) B. van Vredenburch

 

Uit deze beschrijving kan de werktuigkundige zich eenig idee vormen. Bijna komisch doet voor ons dat middel om watergebrek te constateeren aan. Hoeveel gecompliceerder zijn de tegenwoordige constructies.

 

 

In aansluiting op het vorig maal over Pieter van Dooren meegedeelde alsnog het volgende:

De vader van Pieter van Dooren was Martinus C. van Dooren, geboren te Tilburg 18 Februari 1756 en overleden aldaar 15 Juni 1811; zijn moeder was Adriana Josepha Dams, geboren 13 Juni 1757 en overleden 7 April 1833. M.C. van Dooren werd bij de verheffing van Tilburg tot stad in 1809 haar eerste Burgemeester. Hij was fabrikant van wollenstoffen en de producten zijner fabriek, die reeds in 1783 was opgericht, werden op de tentoonstelling te Amsterdam in 1809 met goud bekroond.

Zijne drie zoons waren: Pieter Ludovicus Cornelis van Dooren, geboren 22 Februari 1784, overleden 1845; Hendrikus van Dooren, geboren 7 October 1794, overleden 4 April 1875; Michael Josephus van Dooren, geboren 9 Mei 1800, overleden 1876.

Het beroep van fabrikant was in dien tijd moeilijker dan thans als men op het fabriekmatige let, wijl tegenwoordig de voor een bedrijf benoodigde machines door de machinefabrikanten compleet geleverd worden, terwijl toen verschillende machines op initiatief en onder toezicht der bedrijfsleiders in eigen, aan de fabriek verbonden smederij vervaardigd moesten worden. Zoo had de firma Pieter van Dooren bijv. reeds een eigen gasinstallatie voordat er een gemeentelijke gasfabriek bestond. De Koninklijke bewilliging voor het oprichten der gasfabriek dateert van 3 October 1855.

Pieter van Dooren werd in 1845 bij zijn overlijden opgevolgd door zijn zonen Francois M.L. van Dooren (geboren 1817, gestorven 1863) en Charles C. van Dooren (geboren 1819, gestorven 1880). Deze laatste was tot aan zijn dood Majoor-commandant der dienstdoende schutterij.

Dat men in vroeger jaren ook reeds exporteerde, blijkt o.a. uit het feit, dat de hier bedoelde firma bijv. reeds in 1854 garens naar Glasgow leverde en - wat nog opmerkelijker is - in 1863 zelfs kunstwol naar Engeland uitvoerde.

Willen we dit geslacht nog even verder noemen, dan dient vermeld Frans P.J.M. van Dooren als zoon van Francois M.L. van Dooren (geboren 1860), oud-voorzitter der vereeniging van Tilburgsche Fabrikanten van Wollenstoffen gedurende de jaren 1899 tot 1904 en diens zonen Frans G.P. van Dooren (geboren 1890), thans leider der zaak, alsmede Karel en Jan van Dooren.

We meenden met het oog op het komende bedrijfsjubilé der firma Pieter van Dooren een en ander hier wel te mogen boekstaven.

 

A.J.A.C. VAN DELFT