CUBRA

Bernard van Dijk - Herinneringen


De nieuwe badkamer

 

Verliefdheid maakt blind, zeggen ze. Ik ben het daar niet mee eens: verliefdheid laat je juist meer zien dan er is.

 

Iedereen kent die slecht opgeruimde badkamers wel. De voegen tussen de tegels moeten wit zijn, maar ze groeien na verloop van tijd vol zwarte algen, die alleen met chloor te verwijderen zijn en binnen de kortste keren zijn ze er weer. Als je de deur van de badkamer opendoet, staat tegen de rechterwand meestal een strijkplank; er zit een bruingeschroeide hoes overheen, die in het midden al een gat vertoont. Onder de wastafel staat de stofzuiger; de anderhalve meter lange slang daarvan ligt over de vloer. Als je enkele stappen doet, struikel je er bijna over. Boven de wastafel hangt een spiegel met een barst links onder. Van die spiegel is het zilver op veel plekken weggeërodeerd; als je erin kijkt, lijkt je gezicht vol ongezonde vlekken te zitten. Bij het bad hoort een zeepbakje. Dat zit vol zeepresten in verschillende pasteltinten. Het bad zelf heeft een stroeve bodem wegens slijtage. Aan de wanden zijn gezellige lampjes gemonteerd; jammer dat er wel altijd een paar zijn die het niet meer doen.

 

In de Portugese havenstad Porto had ik een afspraak met Lenita, het meisje met wie ik twee weken eerder kennis had gemaakt toen ik in de flat van haar ouders behangpapier ging plakken. Na vijf uur in de gloeiende zon langs de rivier de Douro gelopen te hebben, stond ik tegen half 3 ‘s middags op haar te wachten bij het ruiterstandbeeld op de Praça da Liberdade. Zo nu en dan liep ik om de reusachtige voet van het standbeeld heen, want ze kon best aan de andere kant naar mij staan uit te kijken. Ik was oververhit en bezweet en geneerde me een beetje voor wat komen ging.

 

Op een gegeven moment was het zo ver. Daar stond ze, in een sneeuwwit jurkje, fris geparfumeerd. Met haar lange rode haar leek ze uit een sprookjesboek geknipt te zijn. Ik was even sprakeloos. Ze gaf me een koele begroetingskus en zei: "Ga met mij mee naar mijn flat, dan kun je daar in bad". Ze hield een taxi aan en al gauw waren we op weg. Ik zei Lenita dat ze de taxi moest laten stoppen bij een kledingwinkel, want ik wilde toch wel een zuiver overhemd aantrekken. Ik kocht ook nog een schone onderbroek en een paar sokken; wat ik aan had was allemaal doorweekt en onfris.

 

Lenita wees me de badkamer. Ze had de kraan al opengezet. Het water ruiste vriendelijk achter mijn rug terwijl ik me uitkleedde. Ik voelde me als in een soort hemel. De lampjes tegen de wanden kaatsten gouden lichtflitsen tegen de glanzend witte tegeltjes, die als een kaleidoscoop allerlei kleuren lieten zien: zacht rood werd rose; blauw, citroengeel en olijfgroen wisselden elkaar af. De spiegel blonk als een zilveren, pas gepoetst antiek dienblad: ik keek erin en zag tot mijn vreugde dat hij me mooier maakte dan ik wist dat ik was. Dat kwam me vandaag goed uit. Bedwelmende lavendelgeuren stegen op uit het badwater. Ik liet me erin glijden.

 

Bovenaan in de wand links was een breed raam, waar de Portugese blauwe hemel door naar binnen viel. Even meende ik dat er zachte muziek klonk vanuit de overloopafvoer van het bad, vlak bij mijn hoofd, maar dat moet verbeelding geweest zijn.

 

Toen ik goed een week later thuiskwam, zei ik tegen mijn vrouw: "Antje, morgen ga ik onze badkamer afbreken. Alles wordt helemaal nieuw". Ze keek me verbaasd aan: "Waar is dat goed voor?". Ik zei dat ik in Portugal, in een van de huizen waar ik behangen had, een betoverend mooie badkamer gezien had. "Die ga ik namaken", zei ik.

 

De volgende dag begon ik te breken. Eerst de centrale verwarming leeg laten lopen om de radiator in de badkamer weg te kunnen halen. Het toilet met stortbak schroefde ik los. Beneden sloeg ik het geval in stukken en mikte die in de vuilcontainer. Ik hakte alle tegels weg. De hele vloer ging eraan. Zelfs het beton onder de vloer, alle kranen en leidingen, de verlichting, de wastafel en de spiegel, alles verdween. De muur met de deur tussen de badkamer en de overloop haalde ik weg. In de plaats daarvoor bestelde ik bij een timmerfabriek een hardhouten kozijn, waar ik geribbeld ondoorzichtig glas voor kocht en een deur met hetzelfde glas erin. Ik sloopte ook nog het raam dat uitkeek op de straat, met het bijbehorende kozijn. Van het hardhout dat de timmerfabriek overhield aan mijn bestelling maakte ik een nieuw kozijn en van een onderneming in Amsterdam, die daarmee adverteerde, liet ik een lamellenraam van geslepen en getint glas komen. Ik isoleerde de vloer met dik plastic en siliconenkit en liet een betonfabriek een lading beton brengen voor de nieuwe vloer. Dan nog alle tegelwerk gekozen, gekocht en tegen de wanden bevestigd.

 

Na drie weken harde arbeid was de badkamer klaar. Mijn vrouw was wel tevreden. Nu viel er veel buitenlicht via de badkamer de overloop binnen. Maar wat het allemaal gekost had? Dat durf ik zelfs nu, achtentwintig jaar later, nog niet op papier te zetten. Ook dus een nieuw toilet, een stortbak, een wastafel, een spiegel in een wandaccessoire met verlichting ingebouwd, nieuwe kranen en leidingen, nieuwe verlichting, een nieuw plafond.

 

Een jaar later ging ik met Antje logeren bij de ouders van Lenita. Met haar had ik een levendige correspondentie onderhouden.

 

De eerste de beste keer dat ik daar weer in die badkamer kwam, liep mijn moreel een klap op. Rechts achter de deur prijkte een strijkplank met een half verschroeide en in het midden kapotte hoes. Onder de wastafel stond de stofzuiger; de slang daarvan lag over de vloer en je moest uitkijken om er niet over te vallen. Van de zes wandlampjes waren er twee buiten werking. De vier andere gaven slecht licht. De voegen tussen de doffe tegeltjes waren grauw van de algen.

 

Ik keek in de spiegel en zag allemaal zwarte vlekken. In de bril van de wc zat een barst; als je erop ging zitten, knepen de randen van die barst je vel bijeen, wat flink zeer deed.

 

"Is dat nou die badkamer die je vorig jaar gezien hebt?", vroeg mijn vrouw. "Nee", zei ik en ik voelde me een verrader; "dat was heel ergens anders. In een huis waar ik behangen heb".