b

© 2015

C. Weltevrede

&

Stichting Cultureel Brabant (CuBra)

 

 

Cees Weltevrede

Poëzie

 

 

 

 

Familie en kennissen


 

als mensen ouder worden

stellen zij orde op zaken

ruimen op wat bewaard en

bewaren wat opgeruimd

moet worden

 

ook in hun hoofd moet

de warwinkel aan kant

ze houden huis naar

strenge wetten

 

maar kijken ze naar

buiten dan wordt het

nooit meer goed:

het regent al en gaat

nog sneeuwen ook

 

als mensen ouder worden

worden ze kleiner

en vallen

over hun eigen bultjes sentiment

 

 

- o -


 

met mijn vader had ik eens

-zeker zestig jaar geleden-

een discussie over elektrische scheerapparaten

hij beweerde dat je door

langzaam het apparaat over de huid

te bewegen ook efficiënt

de baardstoppels wegschoor

 

maar ik meende dat juist een snelle

beweging de juiste was

als het ging om scheren of geschoren worden

 

nu over een rommelmarkt lopend

kan ik het niet laten elk oud

elektrisch scheerapparaat in

de palm van mijn hand te leggen

het te bekijken en te betasten

 

hij had gelijk

ik ook

 

 

- o -

 


 

vanmiddag was ik

bij mijn oude moeder

 

ze keek mijn kant op

maar haar verleden woorden

stegen zwevend langs me

 

niet anders dan anders

 

ingeraamd in passe-partout

wacht mijn vader met geduld

hoe ze straks de sprong zal wagen

haar woorden achterna

 

 

- o -


 

van ko nobels

-erkend duivenmelker te b-

kocht ik toen ik 10 was of 11

voor een gulden vijfentwintig een

duivin

een ooievaartje

met ring en eigendomsbewijs

 

ze was rank van bouw

mijn duivin

te rank

haar ogen waren licht

te licht

en haar pennen waren te kort

maar haar ouders waren winners

allebei

 

op de korte afstand zei ko

zal ze veel prijzen winnen

let op mijn woorden

en haar eieren zullen geld opbrengen

veel geld

 

van haar eerste vlucht is mijn duivin

nooit teruggekeerd

mijn ooievaartje

en toen ik het ko vertelde zei hij:

kies maar uit

de beste duif van mijn hele hok is de jouwe

kies maar uit

 

maar er was er geen zo rank van bouw

en geen had zo'n helder licht oog

en van geen waren de pennen zo kort

 

en ik zei:

goed

een volgende keer

maar toen ik een volgende keer op

zijn hok kwam

gingen we het uitmesten en we

floten al maar droevige liedjes

elk om een eigen reden

 

over een nieuwe duivin hebben we niet gesproken

toen niet

en nooit meer

 

- o -

 

 

oom valentijn is kinderloos gebleven

en vult dat gat in zijn bestaan

met zacht gesublimeerde eigen kweek:

 

vroeg in het voorjaar maakt hij

waar hij ook gaat of staat

kuiltjes in moeder aarde

en plant er zonnepitten in

 

en als hij des zomers er op uittrekt

wuiven hem van alle kanten

legio zonnebloemen toe

als evenzovele kinderen die hun

vader uitzwaaien

op zijn toch de wereld in

 

 

- o -

 

 

als ik met mijn dochter

over straat ga

ben ik trots

 

niet omdat ze  zo knap is

en mooi

of

goed en lief

of

teder en mild

of...

 

nee

 

als ik met mijn dochter

over straat ga

ben ik trots

 

omdat ze mijn dochter is

 

 

- o -

 
 

dat ons broertje overleden is

vinden we helemaal niet erg

meer

kijk maar

we lachen al weer bijna een beetje

 

 

- o -


 

mies en lodewijk

leven

van elkaar

 

ze gaan samen naar

het egeïsche

om ons straks te zeggen

hoe innig het daar was:

 

die eilanden en zo

 

 

- o -


 

hoor mijn zoon speelt piano

 

morgen gaat hij op reis

met zijn lief

 

maar nu speelt hij piano

en straks gitaar

 

-er zit wel muziek in die jongen-

 

en als hij eenmaal de wereld

gezien heeft

en beleefd

dan gaat hij eindelijk reizen in de geest

 

-net als zijn vader-

 

dat zul je zien

dat zul je beleven