b

 

 

◄◄ terug naar andere gedichten en verhalen

Cees Weltevrede

Poëzie

 

 

 

 

Tekenen van leven

 

 

 

 

zoals jezus het vroeger deed

gewoon met zijn handen

zo doen ze het tegenwoordig niet

meer

die heelmeesters van vandaag

 

ze kleden je uit en keren

je binnenstebuiten

ze zeggen niet: sta op en wandel!

maar spreken de kromspraak

van het verstand

 

behalve dan misschien die ene

die haar hand op mijn buik legde

en zo een legioen onrustduivels

uitdreef

 

stortte zich ergens van de rotsen

een kudde zwijnen de zee in?

 

niemand zal het weten

niemand heeft het gezien

 

alleen ik

 

 

 

 

-o-
 

(25 september 1986)

 

vandaag ben ik een ander

even hoor ik er niet bij

zeg me wat je wilt:

 

verfoei me

knuffel me

verraad me

laat me

 

ik ben het niet vandaag

ik ben vandaag een ander


 

 

 

-o-

 

naast me op kamer 105

lag meneer van r.

75 jaar oud was hij en het

liefst was hij zachtjes dood-

gegaan

 

terwijl hij aan de fiets

sleutelde van zijn kleindochter

of bloemen plukte uit zijn tuin

 

maar ze vonden allemaal dat hij

nog zeker 10 jaar te gaan had

meneer van r.

 

de eerste dag na de operatie

vroeg hij de zuster om cyaankali

maar de derde dag at hij al

braaf zijn yoghurt met vruchten

 

toen hij thuiskwam

kwam josje

-zijn kleindochter-

hem op de fiets tegemoet

 

ze had bloemen bij zich

uit zijn tuin


 

 

 

-o-

 

die zondag begon iemand

beneden op de binnenplaats

van het medisch centrum onder

pianobegeleiding zo maar schubert te zingen

 

van alle kanten daalden de

zieken af

de gebrokenen

de gewonden

de waanzinnigen

en die nauwelijks lopen konden

ze schurkten zich en masse

rondom de muzikanten

 

en bij het tweede lied

-wohin?-

wreven blinden hun ogen uit en legden

kreupelen hun stokken aan de kant

bij ungeduld was er geen houden

meer aan: alleen de gezonden

bleven

de zieken haastten zich

naar boven om hun koffers te pakken

 

jammer

ik lag boven op f3 aan de monitor

en geloofde op dat moment meer

aan zijn tingeling dan aan schubert


 

 

 

-o-

 

je moet hem maar sinaasappels geven

zei mijn moeder voor de telefoon

sinaasappels

 

ondertussen lag ik al lang en breed

aan de apparatuur

werd overlangs doorgezaagd en opengesneden

mijn lichaam onderkoeld

mijn hart stilgelegd

en overal van die gehandschoende

high quality handen

 

eenmaal terug op mijn kamer lag er

op mijn nachtkastje een zak sinaasappelen

eer was er een uit-

gevallen

een dokter raapte hem op

bekeek hem nauwkeurig en

legde hem netjes terug

 

je moet hem maar sinaasappels geven

hoorde ik in de verte mijn moeder

nog zeggen

 

en ik rook de geur van levertraan

en de oliestook was aan

 

ik had geen koude voeten


 

 

 

-o-

 

van hieruit achter glas

glijdt mijn blik vanzelf

over kranen

masten

flats

naar dat ene torentje van riel

 

het is een rariteit te midden van

obstakels van techniek

 

-net als mijn geloof in god-

 

er komt een broeder binnen

wilt u de communie ontvangen?

vraagt hij

 

kijk

zeg ik

daar

dat torentje

maar hij ziet het niet

zijn blik is te nabij

 

ik neem het hem niet kwalijk

 

vandaag maar niet

zeg ik

misschien morgen

of later


 

 

 

-o-

 

een thuisblijver hoef je niets wijs

te maken:

dat doet hij zelf wel

 

zijn kamer is een buiten

hij meet voortdurend zijn vrijheid in zoveel

stappen heen en zoveel stappen terug

 

zijn waarheid bestaat uit getallen

en daar goochelt hij mee

want waarom zou je zoveel stappen heen

niet zoveel stappen terg noemen?

en waarom kun je zoveel stappen heen

niet optellen bij zoveel stappen terug?

 

en als een thuisblijver een open keuken

heeft

of een z-kamer

dan breekt pas goed de dag van de waarheid aan

 

nee

een thuisblijver hoef je niets

wijs te maken:

hij liegt er lustig op los

zijn binnen is zijn buiten


 

 

 

-o-

 

toen ik vanmorgen bij de v & d

binnenliep

-op zoek naar niets of zoiets-

zag ik meneer van de b. aankomen

 

we hadden naast elkaar op zaal

51 gelegen en ik had hem nog

geholpen met plassen

hij had mijn schouder

ingewreven met spierbalsem

en we hadden over god gesproken

en over de liefde

en over een wondje dat maar niet wilde genezen

 

maar toen we elkaar gewaar werden

daar in de v & d

een ondeelbaar ogenblik

 

kreeg ik plotseling

bijzondere interesse in sigaren

en hij in dameshoeden

 

met een omweg ben ik weggelopen

en bij de roltrap aangekomen

keek ik nog even om

 

hij ook


 

 

 

-o-

 

tweemaal per dag komt mijn vriend

realis aan mijn bed

aan de rand van mijn wak peilt

hij de situatie en hijgt

zijn wereldtaal mijn diepte in

 

ik lig beneden op het mos

en hang mijn dromen in de varens

maar mijn vriend realis scheurt me los

en brengt me terug

pas op

roept hij

je krijgt al kieuwen en een staart!

 

dan reiken we elkaar de hand

en word ik even opgetild

het is alsof ik nieuw geboren word

 

als de zoemer gaat

laat hij me los

mijn vriend realis

en ik val dieper

in mijn wak en doezel in mijn dromen


 

 

 

-o-

 

vannacht droomde ik van school

ik moest uitleggen hoe je vuur maakt

dat was een makkie

iedereen snapte het

maar niemand vroeg

wat vuur eigenlijk was

 

toen ben ik maar de werking van

de schoorsteen gaan verklaren:

trek

turbulentie

valse lucht

het rookkanaal

en de uiteindelijke as

 

en achter me stond sigmund freud

hij zei:

de pijp dat is de phallus

dat is het leven

het begin

de as dat is het overschot

dat is de dood

het eind

en daartussen wervel jij naar

een onzegbaar niets...

 

ik deed alsof ik niets gehoord had

en niemand vroeg wat vuur nu

eigenlijk was

 

gelukkig maar

ik wist het niet


 

 

 

-o-

 

ze hebben m'n bast met

ijzerdraad dichtgesnoerd

 

als ze eens het kerkhof

van riel zullen ruimen en

schonen dan vinden ze

tussen mijn vergaan karkas

een glimmend draadje

stainless steel

 

en als een van de delvers

dan zal zeggen:

 

heje jan gif dč draike 's aon

dan kan 'k 'r diejen

zak meje dichtbččnden...

 

dan is alles toch niet

voor niets geweest


 

 

 

-o-

 

toen ik door mijn dorp liep

begon ineens de klok te

luiden

een boer nam z'n pet af:

er was een dode

 

achttien jaar was hij

geschept

gevloerd

een moeder was ontroostbaar

een vader huilde

er ging een rilling door ons dorp

 

ik ben teruggegaan naar huis

mijn stappen tellend van

nul tot achttien

toen ik de voordeur opende

was ik juist bij nul

 

je bent zo stil

zei mijn dochter

is er iets?

 

ik kom even bij je zitten

zei ik:

hoor ! de torenklok zwijgt alweer

 


 

 

-o-

 

(voor ankie)

 

ik ben er nog

en dit is mijn weg terug

voorlopig is het zo

dat alleen anderen doodgaan

zal ik maar zeggen

 

ik draai de sleutel in het

slot en open de deur

naar jou

anders kan ik niet

mijn kleine waarheid houd ik

aan mijn hart gedrukt:

leven is met de levenden zijn

 

verder blijf ik een blinde

ik begrijp niets

maar elke keer als de deur opengaat

weet ik dat jij er zult zijn

en dat koester ik als een klein wonder


 

 

 

-o-

 

wat ik overgehouden heb

is een pijnplekje

ter hoogte van mijn hart

 

je kunt het met je vinger

voelen als je wilt

het is zo groot als een dubbeltje

 

als ergens iets huilt

gloeit het op en roept

au

 

gisteren

een meisje voor tv

het had verdriet

en mijn pijnplekje huilde

met haar mee: hartverscheurend zacht