b

 

 

◄◄ terug naar andere gedichten en verhalen

Cees Weltevrede

Poëzie

 

 

 

 

BEGANE GROND

 

tussen diepzeeën en firmamenten

leiden wij ons leventje op een

klein stukje

begane grond

 

het is een gezellig stukje

we hebben veel jolijt

 

maar de kelders lopen ook wel

eens vol water

of er is een schoorsteenbrand

 

regelmatig tellen we mekaar

om te zien of iedereen

er nog is...

 

dat is geen leuk spelletje

want we verliezen meestal

 

wel leuk is het

met z'n allen naar het koren te gaan

om te oogsten

 

dan vergeet je bijna dat het maar

voor even is:

ons leventje op ons stukje

begane grond

 

-o-


 

in niets lijk ik op een boer

met blote voeten

een sportbroekje aan

ontbloot bovenlijf

zonnebril op

loop ik over mijn akkertje

maar vind

-als hij-

dat god het goed gedaan heeft

de natuur

 

-behalve dan dat verdomde onkruid

maar dat is dan ook des duivels werk-

 

 

-o-

 


 

van jezus christus

hoor je de laatste tijd

ook niet veel meer

 

hij zal toch niet dood zijn

en begraven

en opgestaan

en opgevaren te hemel?

 

-o-


 

op een dag kwam ik bij god

god zei: zo jongen

ben je daar

en wat kun je allemaal?

 

nou lieve heer zei ik

op aard heb ik voor schoolmeestertje gespeeld

dus ik weet zo het een en ander

 

kun je ook zingen vroeg god

jawel heer

eenvoudige riedeltjes

drie ganzen in het haverstro

bijvoorbeeld

 

maar schubert

ging de heer verder

nee lieve heer

wel op de blokfluit een paar deuntjes

maar zingen...

nee

 

ga dan terug en keer weer als je

de hele

WINTERREISE

kent

 

het is kunt heer

als je de winterreise

kúnt

 

-o-

 

het is lente nu

de mensen krijgen nieuwe ogen

en hun nieuwe oren

luisteren een oud verhaal

 

over bergen en door dalen

worden verten voelbaar

van weleer

 

mij buigend over bloesems

ruik ik de zoetheid

van het leven zelf

ik proef het onbeduimeld ZIJN

 

nu kan ik dus gerust doodgaan

er is licht!

 

-o-


 

't is hemelvaart vandaag

maar ze moeten mij daarboven

maar niet kwalijk nemen

dat ìk nog even

hier beneden

blijf

 

ik heb mijn bordje rijst

met goulash nog niet leeg

 

-o-


 

een boom denkt niet:

daar komt een zwerver

hier is mijn schaduw

 

een boom zegt niet:

daar komt een dichter

hier ruist mijn blad

 

een boom voelt niet:

daar komt een zager

hier is mijn hout

 

een boom denkt niets

een boom zegt niets

een boom voelt niets

 

een boom kent alleen

die ene woede:

 

groei

 

mijn god

ik ben een boom

 

-o-


 

ik weet allang

dat het avond is

en vijf voor twaalf

 

maar voor ik straks

ga slapen

wil ik nog even

wat muziek maken

 

dat is alles

 

 

-o-

 


 

zo wil ik

dat ik er eens bij zal liggen:

de ogen toe

de mond gesloten

bleek

-dat wel-

maar zonder die trek van verbittering

om de mond

 

en eigenlijk heel lief

hier nog liggend

 

-alsof ik naar zachte saxofoonmuziek luister-

 

terwijl ik allang elders ben

 

-o-


 

(voor rinus verhoeven, beeldhouwer)

 

heer ik hoor de motorzagers

met hun brm brm brm

uit de hobbyshop tegen voordeelprijs

heer de motorzagers met hun stomme kop

 

zagen: iepen-wortelnoten-beuken-berken-linden

dennen-dennen-dennen

zagen: iepen-wortelnoten-beuken-berken-linden

dennen-dennen-dennen

 

zagen: bronsgroeneikehouten

om en

om

en

om

liefst met duizend diamanten knoesten

en takken vol-op-knop

 

heer ik hoor de motorzagers met hun brm brm brm

met hun godvergeten stomme kop

die hoerenlopers van het woud

voor wie geen tronk te traag is

als tie maar val-len-de

prooi van hun zaag is

 

zij maken van hun haard hun god

vuurmonden sperrende vuurmonden

hongeren naar meer

tanden knarsende tanden

knarsen om meer

dennen-dennen-dennen

beuk...

 

BEUK!

 

ik ben eens op een zomeravond

-een bronsgroeneikehouten amourette-

ik ben eens op een zomeravond:

een bronsgroeneikehouten

 

aaaaahhh...

 

nachtegaaltje zingt niet meer

 

heer

gelieve op mijn vriend te letten

hij heeft een bronsgoeneikehouten tic

de iepen-wortelnoten-beuken-linden-dennen

totempalen

naar zijn hand te zetten

tot zachte herinneringen aan

een voorbij-e vogel