> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

>      terug naar Cuny Suselbeek

 

 

 

 

 

 

 

Cuny Suselbeek

columns



 

Tompouces

 

Ik heb iets met tompouces. Vraag me niet waarom want ik zou er geen zinnig antwoord op kunnen bedenken. Even voor de duidelijkheid. Ik heb het over DE Tompouce. Of mooier nog, Tompouces. En dan heb ik het ook niet over dat kleverige misbak-spul wat de naam onwaardig is. Of van die zompige legbatterij-tompies die met tientallen tegelijk in grote vitrines, armetierig liggen te verschralen. Wie zich daarmee tevreden stelt die… die is de echte niet waard.

Neen, ik heb het over De Tompouce. Die met dat zachtgele, volle banketbakkersroom en lichtroze, nog iets vochtige glazuur (het moet nog iets vochtig zijn, anders wordt ie droog) op de bovenkant. En al dat lekkers geserveerd op een bedje van knapperig bladerdeeg. Soms zit er een klein reepje slagroom op, dat mag, maar hoeft niet persé. Natuurlijk van een bakkerswinkeltje waar het bij binnenkomst ruikt naar versgebakken brood en waar de hip en trendy winkelstylisten nog geen vat op hebben gehad. Veel donkerbruin hout, roodwit geblokte stofjes, rieten mandjes en nepplanten boven de houten broodrekken. En in de vitrines liggen ze dan gemoedelijk te pronken. Zij aan zij.

TATATATATAAAA…….La Tompouces.

Alleen een zonderling bestelt één gebakje dus dat worden er minimaal twee, maar het liefst bestel ik er drie. Waarom drie? Gewoon ….een lekker gezicht. Drie van die heerlijkheden, gezellig tegen elkaar aan, in zo’n klein wit, in elkaar gevouwen kartonnen doosje. Met zo’n knisperend wit zakje eromheen geschoven. Nee ..nee ..niet achteloos in de boodschappentas wegleggen. Beetje respect hè.. Doosje rechtop in de hand houden en met je leven beschermen. Op weg naar huis hoor ik mezelf spontaan zachtjes zingen. Ze zijn allemaal voor mij pompiedompiedom. Hebberig? JAAA!!! Maar alleen met Tompouces.