> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

>      terug naar Cuny Suselbeek

 

 

 

 

 

 

 

Cuny Suselbeek

columns



 

Handdoek werpen

 

Telefoon rinkelt. Oudste belt. “Mam, de hond heeft gekotst en niet zo’n beetje ook”. Dat is nog eens informatie. Verbaast me sowieso dat het beest nog in leven is. Maar liefst een pond drop had het ‘kreng’vannacht te pakken. De doos met drop stond achter op het aanrecht maar mijn dikke hond kan als het er echt op aan komt, spontaan erg lenig worden. Was ook nog een glas met de drop mee naar beneden gevallen. Drop met glas. Als dat geen kots oplevert dan weet ik het ook niet meer. Het nieuws kwam dus niet onverwacht. Maar ik ben op mijn werk. En nu?

“Ik ga  dat echt niet opruimen hoor Mam. Weet je hoeveel het is? Ik wacht wel tot je thuiskomt”. Praktische denker die oudste.”Leg er zolang dan maar een handdoek overheen. Wel een oude handdoek gebruiken hoor”. Ik overtref mezelf soms met mijn groot oplossend vermogen. Stompzinnig advies, ik weet ‘t. Maar ja, je moet wat. Hulp op afstand vraagt soms om een creatieve oplossing.

Zelf heb ik ook wel eens een handdoek gelegd. Midden in de kamer, op de roomwitte vloerbedekking. Was er al een paar keer nietsvermoedend langsgelopen tot ik ‘m ineens tot mijn grote schrik ontdekte. Een dode muis. Gadver. Jakkes.. Minutenlang heb ik in opperste concentratie naar het gekromde muizenlijfje staan turen, om te zien of er misschien toch nog ergens een neushaar trilde. Zijn pootjes stonden recht vooruit, alsof ie tijdens het lopen zomaar spontaan was omgevallen. De oogjes half gesloten. Zachtjes nog een beetje blazen om te kijken of het beestje misschien onverwachts toch nog reageert. Wel op veilige afstand, want stel je voor dat ie ineens omhoog schiet en je aanvalt met zijn grote bek met scherpe tanden. Voor alle, alle zekerheid toch de krant er maar overheen laten wapperen. Geen twijfel mogelijk. Zo rigor mortis als maar kon. De mooiste handdoek die ik kon vinden heb ik voorzichtig over het dode lijfje gelegd. Gedrapeerd bijna. Een beetje eerbetoon was hier tenslotte wel op zijn plaats. Vaarwel muis. Ik vrees dat het handdoek werpen een erfelijke kwestie gaat worden.