> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

>      terug naar Cuny Suselbeek

 

 

 

 

 

 

 

Cuny Suselbeek

columns



 

Op tijd en aangekleed 

 

Je begroet opgewekt je collega’s.  Goedemorgen.  Het is vroeg in de ochtend en iedereen lijkt fris en fruitig en klaar om de dag te beginnen. Maar fris en fruitig zijn op de vroege ochtend gaat niet altijd van een leien dakje. Sterker nog,  ik weet dat dit op sommige dagen een godswonder te noemen is. De wekker gaat af maar je bent nog helemaal niet klaar voor de wereld dus zet je de wekker nog een kwartiertje verder. En in een oogwenk gaat dat ding alweer af. Je sleept jezelf uit bed en strompelt in het donker naar de douche. Niet op de draad stappen, niet op de draad stappen maar je blote voeten stappen precies op de kabel die dwars over de vloer loopt voor de televisie van je jongste dochter.  Eenmaal gedoucht komt de volgende  barrière:  Wat trek ik aan vandaag? Nou zijn er dagen dat je daar in twee minuten mee klaar kunt zijn, maar er zijn ook dagen… Kan ik die bh nog een dagje dragen, even ruiken, mwah moet kunnen. Die blouse had ik vorige week ook al aan (anders denken ze dat ik te weinig kleren heb).  Zal ik die zwarte schoenen eronder aan doen? Ik wil toch mijn laarzen dragen, die lopen lekker. Die broek zit niet fijn maar die andere zit in de was. Uiteindelijk vind je, na een meter kleren op je bed, dan toch een broek die je aankunt. En eenmaal in de kleren  staat de volgende opdracht al weer klaar: zoek twee dezelfde panty kousjes. Want sommige kousjes zijn 20 denier en sommige 40 en dat kan natuurlijk niet. Waarom ik niet gewoon honderd dezelfde zwarte kousjes koop is me eigenlijk een raadsel. Na flink graaien vind je dan twee identieke kousjes (je had er al twee gevonden maar daar zat een ladder in), en natuurlijk gooi  je die kousjes nu pas in de prullenbak. Vervolgens  wordt het tijd om je tanden te poetsen.  Met het elektrische apparaat. Leeg. Altijd als jij hem net nodig hebt. En jij bent de enige in het gezin die het altijd in de lader zet.

In een lichte mopperstemming begeef je je naar beneden waar je honden je veel te vrolijk begroeten. Geen zin in een vriendelijk woord.  Met een automatisch gebaar mik je hun brokken in de bak en smeer je voor jezelf een plak ontbijtkoek met boter. Kop koffie erbij. De klok hou je nauwlettend in de gaten want die tikt ‘s ochtends  twee keer zo snel . En voor je het weet zit je in fase geel,de bijna-te-laat fase. Nog even snel een koek in de tas voor de trek en weg ben je. Nou ja, bijna dan want je moet toch nog even naar de wc want stel je voor dat je op je werk… en zo wordt het langzaam fase rood. Terwijl je toch echt op tijd was opgestaan. Eenmaal op je werk aangekomen spreek je een welgemeend goedemorgen uit naar je collega’s. Het is een godswonder dat jij met twee dezelfde kousjes en schoenen, schone kleren, gepoetste tanden en gedoucht op je werk bent verschenen.  En de enige die weet dat dit een godswonder is, dat ben jijzelf.