Op tijd en
aangekleed
Je
begroet opgewekt je collega’s. Goedemorgen. Het is vroeg in de
ochtend en iedereen lijkt fris en fruitig en klaar om de dag te
beginnen. Maar fris en fruitig zijn op de vroege ochtend gaat niet
altijd van een leien dakje. Sterker nog, ik weet dat dit op sommige
dagen een godswonder te noemen is. De wekker gaat af maar je bent
nog helemaal niet klaar voor de wereld dus zet je de wekker nog een
kwartiertje verder. En in een oogwenk gaat dat ding alweer af. Je
sleept jezelf uit bed en strompelt in het donker naar de douche.
Niet op de draad stappen, niet op de draad stappen maar je blote
voeten stappen precies op de kabel die dwars over de vloer loopt
voor de televisie van je jongste dochter. Eenmaal gedoucht komt de
volgende barrière: Wat trek ik aan vandaag? Nou zijn er dagen dat
je daar in twee minuten mee klaar kunt zijn, maar er zijn ook dagen…
Kan ik die bh nog een dagje dragen, even ruiken, mwah moet kunnen.
Die blouse had ik vorige week ook al aan (anders denken ze dat ik te
weinig kleren heb). Zal ik die zwarte schoenen eronder aan doen? Ik
wil toch mijn laarzen dragen, die lopen lekker. Die broek zit niet
fijn maar die andere zit in de was. Uiteindelijk vind je, na een
meter kleren op je bed, dan toch een broek die je aankunt. En
eenmaal in de kleren staat de volgende opdracht al weer klaar: zoek
twee dezelfde panty kousjes. Want sommige kousjes zijn 20 denier en
sommige 40 en dat kan natuurlijk niet. Waarom ik niet gewoon honderd
dezelfde zwarte kousjes koop is me eigenlijk een raadsel. Na flink
graaien vind je dan twee identieke kousjes (je had er al twee
gevonden maar daar zat een ladder in), en natuurlijk gooi je die
kousjes nu pas in de prullenbak. Vervolgens wordt het tijd om je
tanden te poetsen. Met het elektrische apparaat. Leeg. Altijd als
jij hem net nodig hebt. En jij bent de enige in het gezin die het
altijd in de lader zet.
In een
lichte mopperstemming begeef je je naar beneden waar je honden je
veel te vrolijk begroeten. Geen zin in een vriendelijk woord. Met
een automatisch gebaar mik je hun brokken in de bak en smeer je voor
jezelf een plak ontbijtkoek met boter. Kop koffie erbij. De klok hou
je nauwlettend in de gaten want die tikt ‘s ochtends twee keer zo
snel . En voor je het weet zit je in fase geel,de bijna-te-laat fase.
Nog even snel een koek in de tas voor de trek en weg ben je. Nou ja,
bijna dan want je moet toch nog even naar de wc want stel je voor
dat je op je werk… en zo wordt het langzaam fase rood. Terwijl je
toch echt op tijd was opgestaan. Eenmaal op je werk aangekomen
spreek je een welgemeend goedemorgen uit naar je collega’s. Het is
een godswonder dat jij met twee dezelfde kousjes en schoenen, schone
kleren, gepoetste tanden en gedoucht op je werk bent verschenen. En
de enige die weet dat dit een godswonder is, dat ben jijzelf.