INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

De Hondsberg

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 27 september 1954

 

 

"De Hondsberg" te Oisterwijk voorheen en thans 1

 

Een beschouwing over een typisch landgoed, dat in de loop der eeuwen menigmaal van eigenaar en bewoner wisselde.

 

De oude documenten bewaren het zwijgen

 

 

Oisterwijk bergt in zijn archieven en overleveringen nog menig onopgelost vraagstuk van zijne eeuwenoude historie: urnenvelden, ruïnen van kastelen, kloosters, landgoederen etc. 't Moet gezegd worden nochtans, dat reeds aardig wat van deze geheimenissen uit de doeken werd gedaan door speurders als wijlen kapelaan Huybers en na hem door onze eigentijdse heemkundigen, met name de verdienstelijke schrijvers in "Brabantia Nostra", die van de nijvere "Kleine Meierij", niet te vergeten de onvermoeide delver van historische gegevens uit onze streken, dhr. Smulders uit Tilburg. Bij beurten brengen zij allen zeer interessante vondsten uit Brabants, speciaal uit Oisterwijks rijk verleden op tafel. Ik meen, in verband hiermede, geen onnut werk te doen door, ter aanvulling van hun opsporingen, een beschrijving te geven van de "Hondsberg", ontleend aan oude documenten, en er een causerie aan vast te knopen omtrent het tegenwoordige Landgoed van die naam.

 

In geen enkel boek of document vond ik iets, dat de afkomst van de naam "Hondsberg" aangeeft. Een berg is er ver te zoeken, al moet toegegeven worden, dat de gronden van dit landgoed hoog gelegen zijn in vergelijking met de omliggende lage weilanden die zich langs de om het landgoed kronkelende beek uitstrekken. Waar de naam "Hond" vandaan komt, zal wel in de nevelen van 't oude verleden verborgen blijven, evenals de soortgelijke benamingen van elders als de Hengstenberg, de Vossenberg, enz. Een onzer voorvaderen moet maar een geweldig woeste hond als waker op zijn hoef gehad hebben, of de volksmond had gauw een benaming voor de hoeve gevonden.

Een kasteel of groot landhuis intussen heeft er o.i. in de vroege Middeleeuwen niet gestaan. Geen oorkonde, noch een ander soort document omtrent Oisterwijk tussen al de vergrauwde papieren, die te mijner beschikking staan, maakt er melding van. Toch komt deze naam herhaaldelijk voor in de archieven, die de geschiedenis van het kasteel Durendael behelzen vanaf ca. 1550, een geschiedenis, tussen haakjes, vrijwel onbeduidend, geen roemruchte wapenfeiten of heldendaden, geen levens, gewijd aan het belangeloos zich verdienstelijk maken voor het algemeen welzijn. Jagen en vissen is het ideaal en de hoofdbezigheid van de adel. Zet en strijk in al die documenten zijn de conditieën die het recht op de Jacht en Visserijen bepalen en de straffen aangeven, gesteld op het "jagen, konijneeren, patrijseeren en 't visschen op de Oisterwijksche Jagt en Visscherij", een en ander om "de Wiltbanc te behoeden, te bevrijden ende bewaeren tegen al diegenen die hinder, schade ofte quellingh souden willen ofte mogen doen". Alles secuur omschreven op zware perkamenten "waaraan (luidens de inhoud) een segel henght in rooden wasch met dobbelen sterte ende was op de plijcke geschreven".

In genoemde documenten van Durendael nu vind ik in een "conditie van den Hondsbergh tot (te) Huyclom gelegen van Baron Johan Renesse dato 18 en 25 Januari 1736", dat "een steede gelegen onder de dinghbance van Oisterwijck tot Huyclom van oudts genaempt 'De Hondsberge' wordt verkocht aan Baron Johan de Renesse. Na op de coop nogh vijftigh slaegen te hebben geslagen ende nadat een keerse naer ouden manieren ontsteecken en behoorlijk uitgegaen zijnde, zo is de voornoemde Baron als laetste slaeger aan deesen coop van genoemde steede gebleven di daarop den palmslagh van de vercooper heeft ontvangen."

In een stuk van 1777 omtrent een bod op het kasteel Durendael wordt nog vermeld: "dat 't huys op den Hondsberg zo slecht is dat het niet dan gestut kan blijven staan, gelijk meede 't huys van een andere hoef en een schuur op een derde die geheel ter aarde ligt".

 

Een boerenstee

In een memorie van de Revenuen van het casteel Durendael en onderhorige hoeven van 1778 komt voor een post betreffende de Hoef, genaamd "den Hondsberg". Uit deze paar citaten blijkt ons duidelijk genoeg dat de Hondsberg niets anders was dan een boerenstee (steede, zie boven) of hoef. Deze hoef is bij 't oudere geslacht nog goed bekend als de "Oude Hondsberg". Deze was gelegen aan 't eind van de Hondsberglaan. Voorbij de hoeve "Koekoek" gaat men de zogenaamde Latjesbrug over en komt dan aan het kruispunt van de weg naar de Hondsberghoeve (boerderij, bewoond door dhr. Kennis) en die naar de Venkraai. Aan deze zijde rechts lag de Oude Hondsberg. Een witte koepel stond in de nabijheid, een prieel, omgeven door stoere beukenbomen, waarin de wandelaar kon gaan zitten om beschutting te vinden voor zon en regen. In de hoef was een cafeetje gevestigd, waar menige oude Oisterwijker en vreemde onder de wandeling een gezellig zitje vond en een smakelijk kruikske bier. Rond 't begin dezer eeuw had de oude Hondsberghoef afgedaan en werd ze afgebroken.

 

Jongste historie

Intussen was er een nieuwe Hondsberg, de thans bestaande villa, gebouwd op een plek, een kwartiertje verwijderd van de Oude Hondsberg. Dit geschiedde zowat in 1800, toen daar door Jonker Gerard van Swinderen als rentmeester der Jonkvrouwe van Lijden van Lunenberg een hoog opgaand stenen landhuis werd gebouwd. Dichter bij ons tijdvak komend werd in 1910 dit landgoed verkocht aan de Mij. "Waldemar" te Helden, die het op zijn beurt weer verkocht aan dhr. Kleiweg de Zwaan. In 1919 werden aan dit landhuis, volgens een op de zijmuur aangebrachte steen, twee vleugels aan de bouw hiervan toegevoegd. Dit landhuis, de nieuwe Hondsberg, werd later ingericht tot café-restaurant-hotel, waar beurtelings de families Sanders, Meys, Michels en van Geffen de zaak waarnamen.

In die dagen trok dit café zeer veel bezoek en was het 't veelgeliefde uitstapje voor de uitgaande mensen uit de omliggende plaatsen, die met hun rijtuigen, janpleziers en andere vehikels het plein vóór het café op drukke dagen compleet vulden. Steevast elk jaar trok met Petrus en Paulus de Harmonie Asterius, het enige toen te Oisterwijk bestaande muziekgezelschap, naar deze uitspanning. De bossen in de verre omgeving kenden toen nog niet de trek hierheen die pas in de eerste wereldoorlog zou ontstaan. De bezoekers van de Hondsberg vergenoegden zich met een kortere of langere wandeling en verpozing rond het bij het café zich bevindende vennetje, waarin de hoge dennen zich spiegelden en de op het water dromende waterlelies wiegelden in de zon.

De moderne tijd kwam, de pachters verdwenen en particulieren namen er hun intrek, totdat rond 1950 het landgoed in eigendom overging aan de Hollandse Kunstzijde Industrie te Breda en de eigenaar hiervan, dhr. Ch. Stulemeyer, er zijn opleidings- en vormingscentrum voor zijn personeel in onderbracht. Hierover nader in het volgend artikel.

 

(Wordt vervolgd)

 

JAN VAN BRABANT

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 28 september 1954

 

 

"De Hondsberg" te Oisterwijk voorheen en thans 2

 

H.K.I. vestigde er een school voor haar "Bazen"

 

 

Vanaf het station naar de Hondsberg leidt de kortste weg door de Stationsstraat, de Dorpsstraat en de Kerkstraat tot aan het Protestants kerkje, waar recht tegenover een brede steeg afdaalt naar de Voorste Stroom. De brug overgaande, bevindt ge u op de Baerdijk. Na een kwartiertje lopen slaat ge deze rechtsaf en bevindt ge u na een paar honderd schreden bij de ingang van het landgoed "de Hondsberg".

Een heerlijke verrassing in dit wondermooi land levert het gezicht op de omgevende natuur. Overal groen van dennen en hoogoprijzende oude forse beuken- en eikenbomen met hier en daar een plok heesters. Kronkelend zich een weg banend tussen hoge varens omspoelt een brede, heldere beek dit oord van liefelijke ligging tegelijk indrukwekkende grootsheid. Leunend over de balustrade van de brug hierover ziet ge op 't zonnige stroompje "het krinkelende waterding", zo vaak gij er komt, "schrijven, herschrijven en schrijven nóg den heiligen Name van God", zoals Guido Gezelle zo treffend mooi over 't schrijverke dicht. De brug afstappend vertoont zich aan uw blik een werkelijk met kunstenaarshand aangelegd natuurpark, een park, dat juist door zijn eenvoud een groots effect maakt. Een breed aangelegde pelouse met vele donkere berken langs de rand, hun brede takken uitspreidend over veelkleurige bloemenaanleg, strekt zich uit voor de villa en 't oog rust met welgevallen over dit fraaie panorama. Een kring van beuken rechts draagt de naam van de 12 apostelen, al wordt er een gemist... "Judas", zegt lachend de ijverige tuinbaas Wagemakers, die de buitenplaats keurig bijhoudt. Deze oude bomen dragen tientallen van namen en initialen, haast in de bast vergroeid, daarin gesneden door vele geliefden uit voorbije geslachten, in ieder geval door hier vertoefd hebbende vreemdelingen. 't Geeft te dromen over het Sic transit...

Te dromen geeft ook de grote grasvlakte aan de overzijde van de pelouse met zijn 12 apostelen; aan de rechterkant hiervan tegen de hoge zware dennenbomen werd hier voor weldra 40 jaren het eerste openluchtspel van Nederland gegeven. De Z.E. Heer A. Huybers, destijds kapelaan alhier, was de initiatiefnemer ervan. Beroepsspelers, o.a. dhr. Vinc. Berghegge uit Tilburg, speelden toen te samen met Oisterwijkse dilettanten het openluchtspel "De Verloren Zoon" van de Z.E. Heer A. Smulders. Zestig treinen brachten van heinde en verre de bezoekers derwaarts. Het was een geweldig evenement... en als een schone droom trekt aan 't oog nog de fraaie stoet voorbij vanaf het paleis naar 't land van belofte, waarheen de Verloren Zoon met een schaar vrienden te paard (de troepen gelegerd in Oisterwijk in 1915 tijdens de inkwartiering bij de 1ste wereldoorlog, leverden de paarden) na het vaderhuis vaarwel gezegd te hebben, door de wijde bossen naar het verre land van pleizier henentrok. Maar dit opstel kan die droom niet afspinnen, 't moet bij de werkelijkheid blijven en dat is momenteel het landhuis zelf en de stichting die er in gehuisvest werd en waarover men iets meer wil weten.

 

Merkwaardige stichting

"De Hondsberg" werd aangekocht rond 1949 door dhr. Ch. Stulemeyer, hoofd der N.V. Hollandse Kunstzijde Industrie te Breda. Hij bouwde voor zich en zijn familie een buitenverblijf links van het park. De oude villa zelf liet hij inrichten tot een school voor de vorming van het met de leiding belaste lagere personeel van zijn Industrie. Na deze aanloop in het kort een en ander over deze merkwaardige stichting, waar de Oisterwijkers en toeristen zowat totaal vreemd tegenover staan. Wij hadden het genoegen met een der heren leiders een interview te hebben en menen velen een genoegen te doen met mededeling van de door hem aan ons verstrekte inlichtingen.

Omstreeks mei 1949 werd besloten, aldus de mentor, dat zou worden overgegaan tot een meer systematische en fundamentele vorming van het met leiding belaste lagere personeel: meesters, voorlieden en voorwerkers. Het "waarom" van dit voornemen ligt in de volgende overweging: de betekenis van de "baas" in het bedrijf is met de nieuwe tijd geheel gewijzigd. Deze was vroeger een manusje-van-alles. Hij nam aan en ontsloeg personeel, controleerde de voorraden en verzorgde de administratie van zijn afdeling. De nieuwe eisen der fabrieksorganisatie ontnamen gaandeweg veel functies aan de bazen en het leek wel, dat de positie van het baas-zijn zwevend, zelfs overbodig werd. Niets is echter minder waar, integendeel, de bazenfunctie is zo mogelijk nog belangrijker geworden dan zij ooit geweest is. De moderne bazentaak krijg meer reliëf naargelang in wetenschap en practijk het bewustzijn doordringt van de uitermate grote betekenis van 'n goede personeelsleiding en een bevordering van goede interpersoonlijke relaties.

Alleen zij, die werkelijk tot het geven van leiding bekwaam zijn, worden tot die leiding geroepen en gevormd. Van de baas moet worden verlangd, dat hij, na de goede vorming, geschikt is zijn personeel op de juiste wijze te leiden, de arbeidssfeer te verbeteren, de arbeidsproductiviteit op te voeren, kortom, te zijn: de inspirator en de animator van zijn afdeling. De voorziening in het tekort aan in deze zin geschoolde bazen, een tekort dat universeel kan genoemd worden, is het doel van de vorming op de "Hondsberg". Op onze vraag aan de leider op welke practische manier de H.K.I. dit doel tracht te bereiken, schetste hij deze in grote lijnen als volgt.

 

De scholing

Er worden kadercursussen gegeven, die ieder drie weken duren. Met uitzondering van het weekend blijven de deelnemers al die tijd in het vormingscentrum bij elkaar. De materie, die in genoemde cursussen behandeld wordt, splitst zich in twee delen:

1. een gezamenlijke bezinning op het karakter van het bedrijf als productie-organisatie, het productieproces en de betekenis ervan voor de vaderlandse welvaart, de plaats en de betekenis van de verschillende onderafdelingen in het geheel: een verdieping dus en uitbreiding der algemene bedrijfskennis.

2. bezinning op het karakter van het bedrijf als samenwerkingsverband, de organisatie van mensen het bedrijf vormend heeft ten gevolge, dat er tal van relaties bestaan van personen tot personen en van personen tot groepen en omgekeerd.

 

Binnen het geheel nu van intermenselijke relaties moet de baas zijn plaats goed kennen, besef hebben van zijn bevoegdheden en zijn taak t.o.v. zijn ondergeschikten. Van zijn houding in beider opzicht hangt voor het bedrijf enorm veel af. De menselijke factoren spelen dus in de cursussen een voorname rol en daarom worden hierin behandeld de problemen, die samenhangen met het leiden van mensen, de eigenschappen waarover een chef moet beschikken, de bijzondere typen, waarmede hij in aanraking komt, de mentaliteit van de groep waarmede hij te maken heeft en die in de juiste richting omgeleid en omgevormd moet worden, het strafsysteem, wanneer en hoe te straffen enz...

 

Discussie

De leider voegde eraan toe, dat ter afwisseling van de nogal tamelijk zware lessen een deel van de beschikbare tijd besteed wordt aan sport, lichamelijke arbeid en het bezoeken van fabrieken en bezienswaardigheden in de omtrek. Voorts bepalen zich de lessen niet tot het praten door de leraar en het luisteren door de leerlingen, doch wordt op de cursussen de discussiemethode gevolgd. De groepsleden kunnen vragen stellen, wat stemt tot nadenken en 't formuleren van hun gedachten. Zelfwerkzaamheid wordt er sterk door gestimuleerd. Door aanschouwelijk onderwijs, bijv. films, wordt verder gestreefd naar zo correct mogelijke behandeling der ter tafel komende problemen. In de loop der vorige jaren werden voorts nog ingelast:

1. Staf- en groepsconferenties gedurende een of meerdere dagen (weekends).

2. Feestcentrum van de jaarlijkse dag van de H.K.I.-Jubilarissen.

3. Kadercursussen en stafbesprekingen voor derden, met gebruikmaking van "Hondsberg"-accommodatie en H.K.I.-ervaringen.

Speciaal het gemeenschappelijk instituut van toegepaste Psychologie te Nijmegen (Tilburg) maakt voor haar werk regelmatig gebruik van de "Hondsberg".

 

Onze mentor besloot zijn waardevolle uiteenzetting met de woorden, dat de directie der H.K.I. alles in het werk stelt om door een hechte samenwerking van alle bij de "Hondsberg" betrokken instanties dit hierin gevestigde instituut tot vorming van zijn met leiding belaste lager personeel te doen strekken tot groot nut, zowel voor de onderneming als voor hen die deze cursussen volgen.

 

Wij menen deze schets niet beter te kunnen besluiten dan met de wens die wij uitten bij 't afscheid tot de leider te herhalen, dat de "Hondsberg" jarenlang veel moge bijdragen tot verwezenlijking van het beoogde doel tot nut der betrokken personeelsleden en speciaal tot meerdere bloei van de Hollandse Kunstzijde Industrie te Breda.

 

EINDE

 

JAN VAN BRABANT