INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - dinsdag 26 maart 1940

 

 

Allerhande uit Stad en Lande

 

Vergeten soldaten- en oorlogsliederen

 

 

't Is eigenlijk een contradictio in terminis: oorlog en lied! Immers, Schiller heeft het ons al gezegd: "Böse Menschen haben keine Lieder." Toch, de soldaat zingt. Trouwens hij is geen slecht mensch. Die zitten in de regeerkasteelen!

Dezer dagen nog trok er een troepje veldgrijzen mijn raam voorbij en lustig klonk hun gezang door de lucht:

     Dat we toffe jongens zijn, dat willen we weten,

     Daarom komen wij, daarom komen wij, overal.

     Overal waar de meisjes zijn is het bal.

In zijn boekje "Voor Janmaat en Soldaat" heeft Clockener Brousson, verschenen omtrent 1890, meegedeeld, dat dit refrein al dateert van omstreeks 1850!

En wie herinnert zich niet uit de vorige oorlogsjaren het aardige liedje van Dirk Witte:

     Aspirine

     Als je op de tafel kijkt van den dokter, van den dokter,

     Als je op de tafel kijkt, is het eerste wat je ziet,

     Aspirine, Aspirien.

     Aspirine voor je beenen, aspirine voor je buik,

     Tegen blaren op je teenen en als je je voet verstuikt.

     Aspirine alleen kan baten voor officieren en voor soldaten,

     Voor kaptein en luitenant en... voor 't paard van d'adjudant.

Er zou 'n heel feuilleton te vullen zijn met al die liederen, welke te mijner beschikking staan. Misschien kom ik er in deze "troebele tijden" nog wel eens op terug "om den moed er in te houden". Voor ditmaal tot besluit het volgende relaas, over alles wat ons in dien tijd "bekommerde" en vooral opgang vond "in de gelederen", maar dan in een toon, die den last te voorschijn riep. Aldus:

     We krijgen regeeringsvleesch, eenheidsworst,

     Je vult nu je maag maar rond

     Voor vijftig centen een pond.

     Een half onsje zeep, het is niet te groot,

     Men krijgt last van vlooien, je krabt je nog dood.

     In naam van Oranje, dat groote gespuis,

     Die hebben van alles in huis.

     Toch gaan we heusch nog lang niet dood, hoezee!

     We hebben alle dag nog twee ons brood, hoezee!

     En tien pond patatten, zooals je ziet,

     De helft is rot, maar dat ....... niet!

     We richten nog een standbeeld op, hoezee!

     Voor Posthuma* wordt dat een reuzestrop, hoezee!

     Hij rekent vast er bovenop te staan...

     Het zou wel kunnen, maar 't zal niet gaan.

 

* Minister dr. J.F. Posthuma, dat was de toenmalige voedsel-dictator, gelijk nu Minister Steenberghe!