INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 16 april 1955

 

 

Toen Tilburg nog dorps was

 

Een goede wever had hart voor zijn getouw

 

Maar veel jongeren leerden het vak niet voldoende

 

Fabrieksbazen hielden café en bevoordeelden de klanten

 

 

Wie de laatste tijd vakbladen en berichten uit de textielsector (zó heet dat tegenwoordig in de droge taal der economen) bijhoudt, zal wel eens gestoten zijn op de verkondigde mening, dat "allerwegen tegenzin der arbeiders tegen het textielvak" zou bestaan. Er is zelfs - ook geheel in de lijn der hedendaagse gebeurlijkheden - een hooggeleerde heer uit de Twentse textielnijverheid met klinkende naam, die er 'n uitvoerig onderzoek naar instelt.

 

Bij de bron

Ik heb 't dichter bij de bron gehouden en ben 'n ouwe wever gaan "interviewen", die 't volgenderwijs verklaarde. "Witte wè vruuger één van de mist nare dingen was? Dat heel veel jonge wèvers en weefsters geen vakkennis hadden en dat er veel bazen waren, die er ok nie veul verstaand van hadden. Die konden soms beter veur en achter de tapkast staan." Met dit laatste doelde hij op 'n vroeger slechte gewoonte, dat er fabrieksbazen waren, die er 'n café op na hielden, waar "de stukken" uitgegeven werden en de beste (?) klanten het vlotst en best werk van hem kregen. Maar dit kan 'n hoofdstuk apart worden. 't Hoort al bij de folklore thuis, maar dan gelukkig verdwenen folklore.

Het gebrek aan vakkennis bij die vroegere jongeren was wel te verklaren. Men leerde het vak als wevershulp bij een oudere wever. Nu waren bij die oudere wevers gelukkig heel wat uitnemende vakmensen, die niet alleen hun vak verstonden, maar ook in staat waren om hun hulpje, het jongmaatje, in het vak op te leiden. Dat waren de echte, die gedreven werden door "la grande amour de sa vie: le travail" (de grote liefde van hun leven: het werk) zoals 't eens 'n dichter poëtisch zei.

 

Slechte lessen

Maar er waren ook andere wevers. Lui, die 't vak niet verstonden of niet bij machte waren hun hulp op te leiden. Als 'n jonge weversgast, die het vak bij zo'n onbekwame leermeester had moeten machtig worden, zelfstandig kwam te werken, dan bracht hij er vaak bitter weinig van terecht. Dan werd hij in de vakterminologie dier dagen gebrandmerkt op de manier, zoals men nu wel zegt van iemand, die "politiek pleegt" en daarbij soms verre van edelaardig blijkt: "Hij is gemeen als 'n stuk baalkatoen van 'n cent de el!" 't Bleken soms echte zielepoten. 't Werd nog erger, als ze een touwbaas of sectiebaas kregen, die er ook niet veel van wist.

 

Een lastig verbod

En als dan 'n goeie wever, zo van vak als van hart, die jonge mensen soms vooruit wou helpen, was dat alweer niet naar de zin van de bazen, zodat het soms verboden werd om in de plaats van de touwbaas zich met het stellen van de getouwen te bemoeien. Een op zichzelf heel verklaarbaar gebod, maar dat de jongeren soms tot wanhoop bracht, omdat ze het zonder hulp niet stellen konden. Was 't dan wonder, dat velen in die omstandigheden hun werk gingen haten? En is het geen zegen, dat het vakonderwijs, met name het textielonderwijs, onze jongelui volop de gelegenheid biedt om vaklui te worden, waardoor ook de liefde voor goed textielwerk en volop arbeidsvreugde geboren kan worden?

 

De vakman heeft wat voor

M'n ouwe wever vertelde ook, dat hij wel eens geprobeerd had om buiten de textielindustrie werk te vinden, maar verschillende omstandigheden hielden hem daarvan terug. Hij is wever gebleven. En nu is hij toch wel blij, dat alles zo gelopen is. "Ik heb me kunnen uitleven in mijn vak, waar ik altijd pleizier in gehad heb, omdat m'n spullekes altij in orde waren en ik m'n vak verstond. Er zijn heel wat jongeren geweest, die 'k vooruit kon helpen en waar echte vriendschap door ontstaan is. Dà's ok wè waard..."

"En vruuger hoefden ze nie allemaal 'n wit boordje om te hebben, zo as tegensworrig." 't Was 'n vinnigheidje van m'n oudje, maar óók 'n waarheid. De overall is meestentijds belangrijker in de huidige technische wereld dan de witte kraag: de vakman heeft 'n voorsprong.

Als de mens vreugde in zijn werk heeft, is dit 'n krachtig middel om goed te doen én flink te blijven ondanks tegenslag of mislukking. Hij kan dan zingen naar het woord van Albrecht Rodenbach: "Beheerse 't lied de werkzaamheid uws levens".