Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 18 juli 1957

 

 

Dr. A. Weijnen, Tilburg, schrijft studie over Nederlandse dialecten

 

Z.W.O. subsidieert deze uitgave

 

Werk over Nederland en Vlaanderen

 

 

De Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk onderzoek heeft dr. A. Weijnen, rector van de R.K. Leergangen te Tilburg, een subsidie verleend voor de uitgave van zijn boek "Nederlandse Dialectkunde". In deze studie - die ongeveer zevenhonderd bladzijden telt en van een veertigtal kaarten is voorzien - heeft de schrijver op de eerste plaats een nieuwe synthese willen geven van al het op Nederlands dialectologisch gebied verschenen materiaal en op de tweede plaats een poging gedaan de lezers op bepaalde, nog niet onderzochte gebieden een eerste informatie te verschaffen. Het ligt in de bedoeling, dat dit boek, waaraan dr. Weijnen van 1939 tot heden toe heeft gewerkt en dat ook Belgisch en Frans Vlaanderen behandelt, in de eerste helft van het volgend jaar van de pers zal komen. Dr. Weijnen heeft reeds eerder subsidie van Z.W.O ontvangen en wel voor zijn studie over het Nederlands dialectenonderzoek in het algemeen, meer speciaal van de overzichtskaart van de Nederlandse dialecten. Genoemde kaart zal ook in het thans uit te geven boek worden gepubliceerd.

 

Plan van 1937

Over dit nieuwe werk vertelde dr. Weijnen, dat hij direct na zijn promotie in 1937 (hij behaalde de doctorstitel op het proefschrift "Onderzoek naar de dialectgrenzen in Noord-Brabant") het plan had opgevat een nieuwe samenvatting te geven van de Nederlandse dialectologie. De reden hiervan was, dat het enige handboek, waarin deze stof behandeld werd en dat rond 1920 door zijn leermeester, de thans overleden hoogleraar dr. Jac. van Ginniken, geschreven was, niet meer aan de wetenschappelijke eisen van die dagen beantwoordde. Vóór dr. Weijnen aan zijn grote studie begon, schreef hij eerst in populaire vorm een nieuwe samenvatting, "De Nederlandse dialecten" geheten.

De auteur heeft met zijn "Nederlandse dialectkunde" zowel de bedoeling gehad een nieuwe synthese te geven, waarin het inmiddels verschenen materiaal verwerkt was, als de lezers op bescheiden wijze een eerste informatie te verschaffen over bepaalde nog niet onderzochte gebieden, speciaal over het terrein der historische grammatica. Behalve van de bestaande vakliteratuur maakte dr. Weijnen van verschillende, deels wel en deels niet gepubliceerde enquêtes gebruik en hij stelde bovendien voor een aantal gegevens een onderzoek ter plaatse in.