INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 29 maart 1960

 

 

Hoogtepunten van de Brabantse folklore

  

Eieren rapen en ophalen nog op veel plaatsen in zwang

 

 

We hebben eens de provincie "doorgereisd" aan de hand van het "Reisboek voor Noord-Brabant", uitgave verzorgd door de provinciale vereniging voor vreemdelingenverkeer van Noord-Brabant, om na te gaan, welk folkloristisch gebeuren nog hier en daar genoteerd kan worden.

We nemen de paastijd eens op de korrel. Rond die tijd beleven we de Goede Week, waarin leed en vreugde overwogen worden. Goede Vrijdag en paasvreugde houden ons beide bezig. De betekenis van het luiden der Paasklokken kunnen we kort omschrijven met: Leven is dood en dood is leven. Wie deze boodschap begrijpt, die bidt met Wipo de hofkapelaan van Koenraad II: "Wij weten het, van de banden des doods, is de Heiland waarlijk verrezen. O triomferende Koning, wij armen bidden om kracht en erbarming. De Heer des Levens gestorven, heeft leven en heerschappij verworven." Dit is een flauwe weergave van een vers uit de Paashymne der H. Mis.

Bij dit hoogtepunt van het kerkelijk jaar zijn nog tal van gebruiken is ere. Denk maar aan paaseieren, paaskaarsen, paaskoeken, paasstaken, paasrijmpjes, paaspalm, paasvuren en zoveel meer. We hebben nagegaan, waar in Brabant toepasselijke gewoonten leven.

In Boxmeer lopen de kinderen op Palmzondag met palmhaantjes.

Met Pasen is het eierenrapen algemeen. Trouwens op tal van dorpen en ook wel in de steden bij hen, die zich nog over een tuin(tje) mogen verheugen en voor wie kindervreugde tot de hoogste eigen vreugd behoort.

In Haaren gaat op Paaszaterdag de mannelijke schooljeugd paaseieren ophalen. Zij verdelen zich daartoe in twee groepen en zijn allen voorzien van een mooi besneden stok. Bij elk huis wordt gezongen:

     Vrouwke, vrouwke, doe oe best,

     Haal de eiers uit de nest.

     God zal ze kennen

     Van die witte hennen:

     Één ei is geen ei,

     Twee ei is een half ei,

     Derde is een paasei.

     Van die witte en van die zwarte

     Geef van elk henneke wat.

Zou men niets krijgen, dan zingt men, terwijl er met de stokken op de deur geslagen wordt:

     Er zit een gaatje in de deur,

     Daar kijkt de gierige duivel deur.

Een zelfde liedje hoort men ook in Helvoirt. Daar geschiedt het eieren ophalen op dezelfde manier, maar dan op woensdag. De eieren worden in een mand geborgen, of als het burgers zijn, die geen kippen houden en geen eieren hebben, krijgt men wat geld. Dat geld gaat in de buil van Judas, waarvoor een der jongens fungeert. Na afloop wordt door de onderwijzer het resultaat onder de kinderen verdeeld. Dat eieren rapen gebeurt ook te Westerhoven, Steenbergen, Rucphen, Oud- en Nieuw-Gastel, Ossendrecht, Mill en St. Hubert.

Zo ziet men, dat tal van oude gebruiken nog steeds stand hielden, ondanks de vervlakking van de tijd en het jachtende leven. En dat niet alleen in 't Brabantse land maar in vrijwel elke provincie. Denk maar aan het aan folkloristische gebruiken zo stevig vasthoudende Twenthe, waarvan Ootmarsum met zijn paaszingen en vlöggelen, naast Oldenzaal, Denekamp en Borne vooraan gaan. Het Denekampse paaslied luidt:

     Heden is de grote dag,

     Dat Christus opstond uit zijn graf,

     's Morgens vroeg om deze tijd

     Tot heil der ganse christenheid.

     Daarom kom met stervelingen,

     Alleluja, alleluja, laat ons zingen.

In de middeleeuwen hadden dramatische voorstellingen in de kerk plaats. Oorspronkelijk werden deze paasmysteriën uitsluitend door priesters in het Latijn opgevoerd, doch zij zijn geleidelijk in de landstaal doorgevoerd. Zo zien we reeds passiespelen in de 12de eeuw geschreven. Het zou ons te ver voeren hierop verder in te gaan.