INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 21 juli 1953

 

 

Tilburg van vroeger

 

"Moeike de Kock" bleef in de herinnering leven

 

Zij "bakerde" in de Reit

 

Een ontelbaar nageslacht

 

 

Iedere keer als wij een foto publiceren uit het archief van de vermaarde fotograaf H. Berssenbrugge, is het weer verwonderlijk hoe veel zich mensen melden, die "kennis tonen". En hoe karakteristiek de levensloop blijkt van de mensen, die op de foto vereeuwigd zijn. Na de publicatie, Zaterdag, van het broodsnijdende moedertje zijn Maandag tal van mensen aan ons bureau verschenen, die een of ander over haar wisten te vertellen. En zoals we zeiden, dat is verwonderlijk, wanneer men bedenkt, dat de foto al ruim 50 jaar oud is.

Een der eersten, die Maandag verscheen, was dhr. J. Wilborts, die wist te vertellen, dat Neeltje de Kock hem de eerste luier van z'n leven had aangedaan. Dat was in 1897. Inderdaad, dat "luieren" was een van de bezigheden van Neeltje de Kock, want zij ging in de omgeving van de "Alleenhouwer" en van de Reit bakeren. Dan kwam er een melding binnen van A. van Geloven, Mauritz, Bredaseweg 38a, die ons schreef dat de afbeelding van zijn grootmoeder was, "grötje de Kock", die indertijd in de "Alleenhouwer" woonde in een huisje, dat enkele jaren geleden in de Pijlijserstraat in brand raakte en enige tijd daarna werd afgebroken. Zij placht haar kleinkinderen te onthalen op stroopsoldaatjes, die ze zelf maakte. Ze heeft dus gewoond in een huisje aan de, later zo genoemde, Pijlijserstraat. Maar bij navraag bleek ons, dat de door ons geplaatste foto niet dat huisje betrof, maar een vroegere woning in de Reit ergens. Dat huis moet er trouwens nog staan.

Spoedig werd duidelijk, dat er nog een zoon van Neeltje de Kock in leven is en het sprak dus vanzelf, dat wij daar de meeste bijzonderheden zouden vernemen. Dat is Corn. de Kock, getrouwd met Maria Corn. Maas op 4 November in 1903. Dit paar viert dus in November a.s. gouden bruiloft. De omwonenden in de Oeverstraat hebben zich al eens afgevraagd hoe de precieze datum is, want gedurende heel dit lange huwelijk heeft het echtpaar in de Oeverstraat nr. 49 gewoond. Zij zijn in 1903 in het huis getrokken, waar toen de familie Maas al geruime tijd woonde. Honkvaste mensen dus.

 

Een sterke vrouw

Neeltje de Kock, of voluit geschreven Cornelia de Kock-Marsé, was een sterke vrouw met een goed hart. Zij werd geboren de 29ste Juli 1842 te Cuyk en na verloop van tijd trouwde zij met Cornelis de Kock, die vrij spoedig in 1883 overleed. Toen had ze negen kinderen, van wie Cornelis, "Neel", toen drie jaren was. Het oudste meisje, Marie, was toen twaalf. Drie maanden na de dood van vader werd nóg een jongen geboren, die Kees werd genoemd, naar zijn vader, ofschoon er al een Nelis was. Voor de moeder is dat een zware aanpak geweest, negen kinderen groot te brengen in een tijd, die geen sociale wetgeving en pensioen kende. Marie, die later met een machinist Biekens getrouwd is en zelf vier kinderen kreeg, ging op twaalfjarige leeftijd "op het getouw" en Moeike de Kock ging bakeren en allerlei andere karweitjes opknappen. Zo werd ze steeds gevraagd als er een kind gestorven was om dit te komen opbaren. "Dat kon ze prachtig, het was juist of het kind lag te slapen", zo gaat nog het verhaal.

Dat bakeren was in de vorige eeuw een veel zwaarder karwei dan tegenwoordig, nu het "Wit-Gele" zulke perfecte regelingen getroffen heeft. Moeike de Kock moest er dikwijls 's avonds in het donker op uit. Dan dwaalde er een stallicht door de velden en de mensen in de omgeving kwamen dan in de deur staan en wezen: "Kijk, daar gaat Moeike de Kock weer met haar stallantaarn." Want van straatverlichting was destijds nog geen sprake, behalve op enkele voorname punten in de stad.

Negen kinderen heeft zij grootgebracht, een is er heel jong gestorven, in het huis in de Reit - dus niet in de Pijlijserstraat, dat kwam later pas - en in dat huisje is dan ook onze foto opgenomen.

 

Wevers

In dat huisje stonden twee weefgetouwen, want de vader was wever geweest. En de zes zoons zijn dan ook allemaal in de wollenstoffenindustrie terecht gekomen. Alle kinderen zijn getrouwd en daar kwamen 43 kleinkinderen uit voort. Het jongste kleinkind is thans Maria de Kock, die getrouwd is met A. de Keyzer. Ze is nu 37 jaar en woont bij haar ouders in, in de Oeverstraat. Bij Nelis dus. Bij geen benadering is te schatten hoe groot het aantal achterkleinkinderen van Moeike de Kock is. De gissingen der familieleden bewegen zich echter zo rond de 200.

Ondanks het feit, dat zij steeds moest gaan bakeren, hield zij toch haar huishouden strak in orde. Zo ging ze bijvoorbeeld iedere week "mee de kreugel" naar de markt. Ze had een grote hof, waar ze een varken en een geit hield. En ook een schaap, dat altijd in de Kindsheidprocessie meeliep met St. Jan de Doper. In 1903 is ze dan verhuisd naar een huisje van Schots in de Pijlijserstraat. En daar kwamen dan altijd de kleinkinderen op bezoek. Met graagte, want grootmoeder tracteerde hen altijd op boerenmik met veel boter en suiker, en op eigen gemaakte stroopsoldaatjes, zoals we al zeiden.

De kleinkinderen herinneren zich grootmoeder nog als zijnde nogal klein van stuk. Ze kon bij tijden vinnig uit de hoek komen als iemand iets zei of deed, dat haar niet beviel. Ook was ze erg strikt met betrekking tot godsdienstige zaken. "Dát éérst, want dat is het voornaamste", placht ze te zeggen.

 

Rijke nagedachtenis

Het is te begrijpen, dat haar nagedachtenis zo lang stand gehouden heeft, want zeer veel mensen hebben aan haar iets te danken, hetzij door het bakeren, hetzij door goede wenken en adviezen, die haar als vroedvrouw dikwijls gevraagd werden. En op 16 Augustus 1916 is ze gestorven. Bij de begrafenis destijds bleek haar goede roep, want zeer veel mensen brachten haar toen naar haar laatste rustplaats. Ze was dan ook een van die vrouwen, wier hele leven als een gebed verlopen is. En dat is dan ook het mooie aan de foto, die wij plaatsten: het bijna devote gebaar waarmee zij zich wijdde aan de meest voorname zorgen in haar leven: die voor 't dagelijks brood.