INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 27 juli 1901

 

 

Tilburg des Zomers 13

 

Welke bezoeker van Scheveningen heeft nooit, nadat hij den middag had besteed om aan het strand het lied der zee zijn gemoed en de frissche koelte zijn door warmte gepijnigd lichaam te doen sterken, tegen den avond in het Voorhout van den Haag gewandeld? Het is er een bonte wemeling van menschen, die onder het lommer dier oude boomen, "zooveel wouds bij zooveel stads", het stof en de hitte van den dag komen ontvlieden. Ik kan het begrijpen, dat Huygens vol geestdrift over die heerlijke boomen zingen wilde:

     Lindelaen, mijn soet versinnen,

     Waar ontgin ik uwen roem?

En wanneer iedere Hagenaar de geschiedenis van zijn weergalooze stad goed kende, hoe zou hij dankbaar de nagedachtenis herdenken en eeren van Karel V die door Plakkaat van 9 December 1539 nabij de kloosterkerk in den Haag een tweevoudige rij linden plaatsen liet. Het is een zonderling maar treffend en teekenend feit, dat de grootste vorst van zijn tijd, die een rijk had zoo uitgebreid en ver zich uitstrekkend, dat naar de zegswijze van die dagen men er de zon niet in kon zien onder gaan, dat de beroemde Charles Quint, die zoovele beslommeringen had met zijne staatszaken, half de wereld betreffend, en die al oorlogvoerend van slag naar slag en van land naar land moest snellen; dat deze edele koning nog tijd vond en het idee… om boomen te planten.

En toch bij nader overwegen en inzien, boomen planten is geen beuzelarij, geen grillig wilsbesluiten, geen nietswaardige bezigheid, zelf voor een regeerend vorst. Dat het Voorhout getuige zou worden van zoovele historische gebeurtenissen, dat kon de Spaansche koning moeilijk vooruit weten, maar dat hij een werk deed waarvan het nageslacht de vruchten plukken moest, dat wel. En wanneer de monarch de kleine boompjes in oogenschouw heeft genomen tijdens de aanplanting, dan heeft hij toch zeker gedacht: "Zie, wanneer over mijn graf de hitte van mijn land zal schroeien, lange en vele jaren later, dan zullen de nazaten van mijne Hollandsche onderdanen verpoozing en verkwikking vinden, onder de schaduw der boomen, die ik nu planten laat." En dat zal hem een voldoening zijn geweest, zooals het iederen mensch voldoening schenken moet, dat hij gewerkt heeft, op welke wijze dan ook, voor het nageslacht. Nu is boomen planten in ieder opzicht een werk, dat het nageslacht alléén ten goede komt, daar groote boomen bij verplanting de neiging hebben om dood te gaan, en kleine boomen geen vruchten afwerpen, en schaduw evenmin.

En hoe weinig laudator temporis acti men ook zij, en dus niets gevoelend voor het verleden, in sommige opzichten zal men het moeten zijn, en ook dáár, waar men genot vindt in hoog-opgaand levend hout. Op sommige punten kan ook Tilburg het u bewijzen, want hier en daar wuiven hooge boomen in statige rijen u den groet toe van het verleden en koelte voor het heden. Ge hebt ons aller ouden vriend op den Heuvel, waaromheen de menschen van nu de kleinere boompjes in hun groei belangstellend volgen: die maken van het Heuvelplein wellicht nog ooit een Tilburgsche "Onder de Linden". En al heeft Berlijn dan onder zijn linden paradeerende witgebroekte garderegimenten, wij hebben hier op de plaats, waar 's Maandags vooraan in de maand lustig de koetjes loeien, nog een "Onder de olmen" ook. Nu ontbreken alleen nog de klinkers… met het oog echter op het samentrekken en agglomereeren der vroede vaderen op het "Heuveltje" kunnen de adresteekenaars gerust zijn.

We hebben verder kloeke boomen langs de "Spoorlaan"… Maar zou deze minder fraai zijn wanneer een tweede rij rechtvaardigde den naam, die is gekomen - of gegeven? - in stede van het oude "Parallelweg"? Het volk sprak van P(a)relweg, en in den Haag luidde oudtijds de naam van het Voorhout "Parelbuurt"… Welke taalgeleerde wil een betoog schrijven over vergelijkende dialectstudie? Ik zou hem een titel aan de hand kunnen doen: "Het verband tusschen de Haagsche Parelbuurt waar meer rijen boomen staan en den P(a)relweg te Tilburg, die parallel loopt met het spoor, waarnaar de straat, die één rij boomen telt en één rij lantaarns, niet zonder ironie 'Spoorlaan' werd gedoopt." Dit echter in het voorbijgaan, der boomen, zoo ge wilt.

Toch is er in de stad wel een mooie laan ook. Men redde haar tot mijn en veler genoegen in de dagen dat een boomenverdelgingswoede was ontstaan bij de bestuurderen der stad, die ten gevolge had, de woede n.l., dat de Lange Nieuwstraat blakert in de starende zonnestralen en dat meerdere boomen op andere punten der stad werden gerooid… en die van den weg naar Korvel bijna. Bijna… want gelukkig zij werden behouden. Waarom zou men ze ook wegdoen? Het is waar, eenige bladeren vallen als de herfstwind zijn spel er mede speelt in de dakgoten, en misschien dringt hier of ginds een wortel in een huis - men kan beide euvels wegnemen en verhelpen - en toch als bewoner der laan moet men genieten en doen genieten van de milde schaduw en het verrukkelijk gezicht. Want, men spreke er mij niet over, nooit is een straat zóó mooi, als wanneer flinke boomen een groen verwulfsel torsen boven den weg. En wanneer ik er over te zeggen had, dan kwamen boomen zich rijen in iedere straat waar het gevoeglijk kon, boomen op ieder plein, boomen op ieder hoekje van de stad om, naar Horatius' woord, de natuur die, waar een stad zich uitbreidt, wordt gebannen, weer met geweld terug te roepen.

Is het niet een fraaie weg naar Korvel? Ge let er niet op, dat vele huisjes nog weinig modern en weinig sierlijk zijn. Te midden van het groen dat over de daken waaiert, bemerkt ge dat niet. Maar zoo de boomen er eens niet waren! Zeker is het een mooie weg! En het kleine pleintje van St. Anna misstaat er evenmin, maar geeft u integendeel een aangename afwisseling voor de oogen… en de gelijkbeenige driehoek van slanke boomen, enige passen verder, eveneens. Onbewust misschien denken er zoo de vele wandelaars en wandelaarsters over die Zondags naar "Korvel" optrekken ten volksconcert. Er is maar één plaats in onze stad, wat zeg ik niet: "ter wereld ergens", waar een volksconcert zoo waarlijk volksconcert is als juist op Korvel, of in den volksmond op Köllever, een metathesis, die mijn Griekschen leeraar, of beter leeraar in het Grieksch, zou hebben doen watertanden! Maar de voorbeelden van letteromzetting bekoren slechts weinigen, een Korvelsch volksconcert daarentegen iedere bezoeker. En daarom en daarover zou ik nu wel iets kunnen verhalen, als ik niet wist dat zelfs in den komkommertijd een courant niet veel ruimte kan afstaan aan een weinig ernstigen en nog minder beteekenenden

 

FLANEUR

 

 

Voetnoot redactie

Bovenstaand artikel werd in de NTC op zaterdag 3 augustus 1940 opnieuw gepubliceerd, onder de titel "Tilburg des Zomers maar dan 40 jaar geleden 4".