INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 12 november 1921

 

 

Pater Superior de Beer 4

(1821 - 15 November - 1921)

 

Het Fraterhuis aan de Locht was in den zomer van 1845 voltooid. Het congregatieleven kon dus beginnen. Vier fraters hadden elders hun noviciaat volbracht. Zij werden door Mgr. Zwijsen naar Tilburg ontboden en op den 15e September werd het huis ingewijd. St. Jozef werd de machtige patroon en beschermer. Er moest een superior zijn en daartoe werd de novice de Beer benoemd, die nog te Leuven was en nog priester moest worden gewijd. Den Eerw. Heer J.H. Smits, rector van het Gasthuis, werd voor den tusschentijd het directeurschap der fraters opgedragen.

Na drie maanden noviciaat bij de paters der H. Harten van Jezus en Maria te Leuven, werd op 20 December 1845 Franciscus de Beer tot priester gewijd door Kardinaal Sterkx, Aartsbisschop van Mechelen, in de Kathedraal aldaar. Op verlangen van Mgr. Zwijsen ging de jonge priester nog eenigen tijd in noviciaat in 't moederhuis der Paters (van Picpus) te Parijs, tevens om de wijze van 't bestuur aldaar te leeren kennen en kennis te nemen van meerdere liefdadige instellingen. Ook te Issy, waar de congregatie van Picpus haar noviciaat had, en waar de aanstaande superior "strenge doch blijmoedige deugd, stipt orde en tucht onder alle leden" kon bewonderen - en leeren verlangen voor zijn eigen congregatie. Het was zeker een leerschool voor den lateren bestuurder.

Daar de novice den laatsten tijd niet veel meer van zich had laten hooren en Mgr. Zwijsen ongerust begon te worden, verzocht de bisschop den heer en mevrouw Ant. Bogaers Suys, die in dien tijd in 't huwelijk traden en hun huwelijksreis naar Parijs maakten, naar hem bij de paters van Picpus te informeeren. Men ziet, dat men in de Tilburgsche geschiedenis van dien tijd bekende namen ontmoet! Op 30 Augustus 1846 keerde de toekomstige Overste naar Tilburg terug en den 8e September legde de Eerw. Pater de Beer in de kapel der Zusters in handen van Mgr. Zwijsen de eeuwigdurende Geloften af. "Na de Mis" - aldus beschrijft de Levensschets dit plechtige moment - "reikte Mgr. het boek der Constitutiën den feesteling over, benoemde hem plechtig ten aanhoore van allen tot Superior-Generaal der Congregatie en hield daarbij een korte toespraak, welker inhoud zich gemakkelijk laat raden en die in de gegeven omstandigheden een blijkbaar diepen indruk maakte. De belangwekkende plechtigheden waren afgeloopen en de gelukkige Fraters, de Algemeene Overste der Zusters en al de Moeders der Succursaten haastten zich den nieuwen Superior-Generaal hunne hulde en blijde gelukwenschen te brengen."

Mgr. nam bij de Zusters met Pater Superior en de Fraters het ontbijt, waarna laatstgenoemden zich naar huis begaven om alles ter plechtige ontvangst van den eersten Overste in gereedheid te brengen. Inmiddels ontving Pater Superior van Mgr. nog eenige instructies, de Eerw. Heer Smits, Rector van 't Gasthuis en tijdelijk bestuurder van de kleine Communiteit, eveneens. Dezes rijk was op het punt van te eindigen. Hij ontving van Mgr. den last van den nieuwen Superior naar 't Fraterhuis te vergezellen, maar aan den drempel van de deur hem het bestuur over te geven zonder een voet verder in huis te zetten. Zoo geschiedde het, de Eerw. Heer Smits bracht Pater Superior tot aan de deur en keerde in 't Gasthuis terug.

De Fraters stonden in de vestibule en leidden den nieuwen Overste in hun midden naar de kapel. Blij flikkerden de kaarsen om het versierde altaar en zonden de jubelende tonen der orgels den nieuw gekomene het welkom toe. Het "Veni Creator" werd aangeheven en in een vurig gebed het Licht des H. Geestes voor Overste en onderdanen afgesmeekt. Eenige minuten bad Pater Superior op de treden des altaars, stond toen op en richtte tot zijne broeders de eerste toespraak. "Ruim veertig jaren zijn er sedert verloopen," zoo sprak eens een der toen aanwezigen, "maar nog is in mij de indruk niet uitgewischt, welke deze toespraak op mij maakte." Uit dit eenvoudige verhaal spreekt de hooge godsdienstige ernst waarmede de nieuwe Congregatie haar eigenlijk bestaan begon - uit alles wat voorafgaat blijkt ook hoe degelijk de voorbereiding van den kant van Mgr. Zwijsen en van Pater Superior zelf waren geweest. Geen wonder dat er iets groots tot stand werd gebracht!