INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - woensdag 25 april 1923

 

 

Ridder Frans Becx

 

Met den heer Frans Becx, thans ter laatste rustplaats gedragen, is heengegaan niet alleen de afstammeling van een oud edel Brabantsch geslacht, maar ook een der zeldzaam wordende vertegenwoordigers van de Pauselijke Zouaven en een Pauselijk ridder, wien het ridderkruis om verdiensten voor de zaak des Pauses was verleend. Tegelijk met wijlen den heer P. Scheefhals, ook een oud-Zouaaf en die jarenlang voorzitter der Zouavenbroederschap "Fideï et Virtuti" was, ontving de heer Becx het ridderkruis van St. Sylvester. Het was geheel een decoratie langs den weg der militaire hiërarchie, van uit Rome door hooge superieuren uit het Zouavenregiment aangevraagd en verkregen, en de ridderbul en het eerekruis werden door den zich te Tilburg bevindenden oud-luitenant der Zouaven den oud-strijders overhandigd. Geen wonder dat zij fier waren op hun onderscheiding, op die orde met de gouden spoor, zooals zij nog vóór de laatste hervorming en splitsing dezer ridderorde was.

De heer Frans Becx, wien niettegenstaande zijn eenvoudige levenspositie in den omgang zijn afkomst best te onderkennen was, had de gewoonte bij feestelijke katholieke gelegenheden in de zouavenuniform te getuigen voor het beginsel waarvoor hij zijn bloed had veil gehad en dan droeg hij trotsch zijn mooie kruis aan zwartrood lint op de grijze uniformjas. En waar gezaghebbende leiders het stilzwijgend toelieten, dat bij de laatste kamerverkiezing zelfs de uniform van een der candidaten als oud-officier van het Pauselijk leger in een hier verschijnend, zich n.b. bij uitstek Katholiek noemend blad werd gehoond, liet Frans Becx zich in zijn zouavenuniform door de stad rijden, gezeten op een open wagen met de Pauselijke vlag in de hand om tegen deze schandelijke daad te protesteeren.

Voor het jongere geslacht moet het wel een soort legendarische verschijning zijn geweest, die door de jaren gekromde figuur in een soldatenpak, dat geheel buiten de gedachten van dezen tijd omging. Maar het was niet minder de levende vertegenwoordiger van een grooten tijd en een grootsch verleden, van een schare mannen, die een offer voor hun beginsel brachten, en die, geheel een leven lang, geheel bewust voor dat beginsel hebben gestaan. Zóó had men ook dezen eenvoudige van harte te beschouwen en niet anders.

Er ligt iets roerends maar ook iets machtigs in de trouw waarmede de oud-Pauselijke Zouaven vasthouden aan hun regiment. Nergens anders vindt men dat terug, omdat waarschijnlijk nergens anders zoo hoog een beginsel door een leger vertegenwoordigd werd. De zaak des Pausen was de zaak van God en daarom bleef en blijft het voor iederen Zouaaf de moeite zich waar het voegt als Zouaaf te melden. En zoo deed het ook deze dubbele ridder, een Brabantsche en een Pauselijke, die thans naar het woord dat Charette gewoon was te bezigen bij Pius IX z.g. de rijen zal hebben aangevuld en daarboven is aangetreden. Zoo moge het zijn: ridder Frans Becx ruste in vrede!