INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 8 januari 1927

 

 

Monsieur Verschuuren

 

De "fraanse Mesjeu", dat was heel lang geleden in Tilburg de heer Borsten, die in het nog bestaande grauwe gebouwencomplex Telegraafstraat-hoek Heuvel een deftige jongenskostschool had. Ouderen zullen zich den waardigen grijsaard, zeker uit den tijd dat de kostschool was opgeheven, van uit de dagschool nog herinneren. Het zwart fluweelen kalotje op het hoofd en de dunne gouden ketting op het gestipt fluweelen vest gaven den eenigszins corpulenten man voor ons, kinderen, een toon van deftigheid en gezag. Dit gezag wist hij trouwens gevoelig te handhaven met de punt van de zilveren snuifdoos op menig misdadig hoofd. In een bovenzaal van het gebouw was de zangschool van den heer van Groenendael, die ons vlijtig en lustig uit de boekjes van Worp liet zingen, doeltreffende voorbereiding tot kerkkoor en liedertafel.

Tegen het einde van den tijd van meester Borsten werd in de fabriek van wijlen den heer Eduard Janssens de Horion in de Koestraat een particulier schooltje begonnen door den heer Hubert Verschuuren. Van de Koestraat werd de school overgeplaatst naar de Zomerstraat in het huis waar thans, naast de Protestantsche Kerk, de manufacturenzaak der firma Bogaers is gevestigd. Het was toen anders dan nu. De karakteristieke kerk lag verborgen achter kastanjeboomen, die hun takken tot over de straat uitstaken. Voor wie dat gekend heeft en er aan gewend was, is er thans een leegte in de Zomerstraat. Een bewijs, dat zij, die voor het schoon der straten in de steden hebben te zorgen, moeten beseffen de waarde van ook maar een enkelen boom voor het stadsuiterlijk.

In dat hoekhuis had de heer Verschuuren, "monsieur Verschuuren" zooals geheel Tilburg hem nog kent, de suite als klassen ingericht en gaf hij aan zijn jongens onderricht. Terwijl de eene groep les kreeg, liet hij de andere zelf werken en hij had daarbij een eigenaardig systeem om den ijver te prikkelen en tegelijkertijd behoorlijk controle uit te oefenen. Had men een les geleerd dan begaf men zich naar den meester en zeide men ze op; had men sommen gemaakt, men liet ze nazien. Aldus was op bepaalde tijden rond zijn lessenaar altijd een groepje leerlingen, dat de resultaten van den studietijd kwam opleveren.

Heelemaal op ons gemak nooit, al waren wij dan ook niet bang. Maar er ging van het ernstig, door blond golvend haar - de kunst is in de familie Verschuuren geen vreemde - omlijst gelaat iets uit dat eerbied afdwong en dat de zuivere weerspiegeling was van de hooge opvatting, die monsieur Verschuuren had van zijn gewichtige taak. Wanneer de les was opgezegd, de sommen waren nagezien, kwam uit zijn vestzak een volkomen rondgewreven stuk gummi te voorschijn en een heel klein potlood, waarmede de beginletters van voor- en familienaam werden gezet op het punt waar de kennis of de vlijt hun einde hadden gevonden. Wanneer een som verkeerd was uitgevallen, bleef die met een letter geteekend. De gummi wischte de letters van de vorige proef snel en zeker uit.

De meester had ons aldus zeker in de hand. Ieder kwam op zijn beurt voor zijn rechterstoel, een onopzettelijke wedstrijd hield den gang er in, men had het gevoel van vrijwilligen arbeid te verrichten en van een zekere zelfstandigheid. Iederen avond kregen de leerlingen een briefje mee zoo groot als een visitekaartje. Daar stonden onze voorletters op, het praedicaat dat wij dien dag hadden verdiend en een of andere bijvoeging die voor de ouders van nut kon zijn. Een en ander onderteekend met de beginletters van 's meesters naam, in een fijn regelmatig en met beheerschte versiering verfraaid schrift.

Zoo leidde monsieur Verschuuren zijn jongens op in wijsheid en tucht en de ouders, die het verstand hadden met hem mede te werken en die konden lezen uit de verstandige en rechtvaardige opmerkingen door den buitengewonen opvoeder op de briefjes en de driemaandelijksche bulletins vermeld, hebben er zeker groot gemak uit kunnen trekken voor de opvoeding en verdere richting van hun kinderen. De groote karakter- en menschenkennis van den meester spraken uit de besliste aanteekeningen op de bulletins en de schrijver dezer regelen heeft op de met zorg bewaarde getuigschriften juiste aanwijzingen over zijn toekomst gevonden, die nooit meer een ander leeraar, zeer- of hooggeleerde heeft gemaakt.

Hoe streng monsieur Verschuuren ook was en hoe vlug en groot zijn stap om ons na schooltijd te achterhalen als er iets niet geheel in orde was, toch was er vriendschap van den meester tot zijn leerlingen en omgekeerd. Eens in het jaar kwam dat bijzonder uit, wanneer wij, in den kersentijd, een dag met hem naar buiten gingen. Wij trokken dan de bosschen in of de heide op en werden ten slotte in 's meesters ouderlijk huis in de Zomerstraat, waaruit nog meer mannen van beteekenis voor Tilburg zijn voortgekomen, maar deze voor de industrie - én voor de zangkunst - op kersen en andere heerlijkheden onthaald.

Het behoeft geen verwondering te wekken, dat monsieur Verschuuren spoedig van de gemeente grooter en omvangrijker taak, als hoofd van zijn bekende school aan de Langepad, heeft gekregen en zijn lessen en leiding zijn ook dáár zeker voor talloozen van onschatbare waarde geweest. Vermoedelijk zal het den meesten zijner leerlingen gaan als ons, dat zij met groote dankbaarheid en genegenheid en met meer dan gewonen eerbied terugdenken aan zijn plichtsgetrouw voorbeeld, wijze en krachtige opvoedkundige leiding en aan zijn vruchtbaar onderricht.