Nieuwe Tilburgsche Courant - vrijdag 29 september 1933

 

 

Allerhande uit Stad en Lande

 

De burgemeesters van 't "Villapark"

 

 

Nu de strijd om het "Villapark" als volstreden kan worden geacht, is er natuurlijk gezocht moeten worden naar "geschikte" straatnamen. In zoo'n deftige buurt uiteraard ook deftige namen, althans van beteekenisvolle personaadjes. En dan liefst van dezulken, wier reputatie nog voortleeft in de stad. Omdat ze in vervlogen tijden "gewichtige diensten" aan de plaats hunner inwoning hebben bewezen.

Tja, 't is nu maar de vraag, wat men onder "gewichtige diensten" verstaat. Was 'n lantaarnopsteker in vroeger jaren niet 'n man van "onmisbaarheid", die je 's avonds behoedde voor misdadiger-overval, zooals die voorkwamen in het tijdsgewricht dat de straatverlichting schaarsch was. Wij hebben daar enkele weken geleden een en ander over opgehaald in deze rubriek. En waarom zouden we ook niet denken aan den man, die met ratel en stem ons elk uur van den nacht verkondde, dat hij waakte over de slapende menschenmenigte? Of aan hem die "met het rapier terzijde" ons beveiligde tegen de straatschennende jeugd - die eeuwig zal leven? En wat te zeggen van den Cerberus, die de bewaking van ons gemeentehuis tot zijn ambt had? Eigenlijk: Wie, die in "machtspositie" leeft, is nu geen verdienstelijk burger, de eere van de straat niet waard?

Zijn daar bovendien niet de "vroede vaderen". De mannen, voor wie je feitelijk standbeelden zoudt moeten oprichten, instede van hun naam eenvoudig op den hoek van 'n straat te spijkeren? Werkers voor de burgerschap! Zwoegers zonder weerga, voor de belangen van het gemeenebest! En hoevelen van deze "onsterfelijken", wier stoffelijke resten alle rusten in het Pantheon onzer onwankelbare dankbaarheid, hebben we niet "versleten" - sedert de "Heeren" hun onderhoorigen genadiglijk toestonden er 'n beetje zelfbestuur op na te houden!

Om mijn historisch geweten te sussen, moge ik alleen opmerken dat pas in 1795 de "provisioneele municipaliteit" door het volk gekozen is. Evenwel pas in 1803 werd het bestuur der gemeenten definitief geregeld. Het bestuur van Tilburg werd dienovereenkomstig samengesteld uit 7 schepenen en 6 gecommitteerden uit de gemeente. Dat van Goirle - toen nog één met Tilburg - uit 3 schepenen en 2 gecommitteerden. Toen koning Lodewijk in 1809 Tilburg tot "stad" verhief, werd bij Kon. Besluit Martinus van Dooren tot burgemeester benoemd en tot wethouders de heeren Van Gilse en Baesten.

En toch - het schiet me juist te binnen - zou ik voor ditmaal niet aarzelen m'n liefde te verpanden aan de drosten, de schouten, de burgemeesters, wier onverwelkbare roem de eeuwen droegen en zullen dragen. Ben ik goed ingelicht, dan denkt 't gemeentebestuur en de illustere commissie van advies er evenzoo over. Nietwaar, je hebt altijd baas boven baas. Zelfs het college van "schepenen" vergeet ik daarbij, in nederigen eerbied, niet.

En zoo dus zullen de toekomstige "villa"-bewoners hunne pleinen, plantsoenen en riante straten - het plan van bebouwing ziet er keurig uit! - de namen zien dragen van:

     Burgemeester Raupp (1907-1915)

     Burgemeester Mutsaers (1901-1907)

     Burgemeester Jansen (1869-1901)

     Burgemeester Suijs (1849-1868)

     Burgemeester Bekkers (1837-1849)

     Burgemeester Vissers (1831-1836)

     Burgemeester van Meurs (1824-1830)

     Burgemeester Verbunt (1818 en 1820)

     Burgemeester van Dooren (1809-1811)

     Burgemeester Dams (1811-1815)

     Burgemeester Hoebens (1801-1804)

     Burgemeester Mans (1763-1776)

     Burgemeester van Spaandonk (1755-1763)

     Burgemeester Baasten (1748-1755)

     Burgemeester Ingenhousz (1734-1744)

 

Ik gaf zoo maar 'n serie van enkele opvolgende dignitarissen. De lijst is natuurlijk ad libitum uit te breiden. Hier voor mij ligt er een, die oploopt tot 1575. Zoodat er nog plenty namen beschikbaar zijn. Wel voor 'n kasteelencomplex tot Gilze toe! Hoe het zij, allicht komt er straks ook nog wel 'n plaats vrij voor den schout, die in het huidige tijdsgewricht den scepter zwaait. Dat wordt dan: Burgemeester Mr. Dr. Vonk de Bothstraat! 'n Heele mond vol!