Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 8 januari
1957
Typisch Tilburgs
en Tilburgse typen 2
Het zal circa negentig jaar geleden zijn, dat
eens in Middelbeers een hevig onweer boven 't
dorp losbarstte. 'n Vrouwtje werd door de
bliksem geraakt, waarna ze voorgaf, dat zij
mensen met rheumatiek of andere kwalen genezen
kon. Hoewel later bleek, dat die kunst weinig
resultaat opleverde. Maar de toeloop werd
aanvankelijk zo groot, dat er wegwijzers
geplaatst werden, die de richting naar de
Beerzen aangaven: "Middelbeers - 3½ uur". Er
stond er te Tilburg een op de hoek van de
Heuvelstraat-Monumentstraat, op de hoek waar
vroeger Knegtels tabak- en sigarenwinkel was.
Daar sprong de gevel van de bontwinkel van
Kaliner nog wel een paar meter terug en stonden
nog een viertal kastanjebomen. Zelfs vanuit
België kreeg 't vrouwtje bezoek en zij maakte
zulke goede zaken, dat ze na korte tijd een
eigen huisje liet bouwen.
Een poos later brak opnieuw een onweer los en
toen gaf zich een vrouwtje uit Hogeloon ook voor
'n "geraakte" uit. Zij zou niet alleen door de
bliksem getroffen zijn, maar ook de donder had
haar dermate beïnvloed, dat zij de concurrente
uit Middelbeers overtrof. Zodoende verlegde zich
de klandizie en ook zij voer er wel bij.
Spotliedjes
Spotliedjes verzon men destijds veel meer dan
tegenwoordig. Ook dit tweetal moest er aan
geloven. Er werden meerdere van die spotrijmen
gezongen. Een ervan luidde:
Den bakker van het Heike,
Die reed er ook naar toe.
Hij heeft zich laten strijken,
Al kost 't hem een koe.
Ach, mejuffrouw Jennemie,
Al oe strijken helpt me nie!
Ach, mejuffrouw Jennemie,
Al dè strijken helpt me nie!
Toen kwam er een tweede wijf,
Dat niet allenig bliksem,
Maar ook donder had in 't lijf
Ach, mejuffrouw Jennemie etc.
Toen kwam het wijf uit Hogeloon,
Dat riep: "Toe kom maar gauw,
Ik zal u strijken, strijken, knijpen,
Strijken paars en blauw!"
Ach, mejuffrouw Jennemie etc.
Toen kwamen er op krukken
Al uit het Belzenland,
Ze braken ze in stukken
En tuimelden in 't zand.
Ach, mejuffrouw Jennemie etc.
(Met de bakker van het Heike was bedoeld Jan
Tooten, de vader van de hoofdman van het
gewerengilde St. Dionysius, die destijds de
gouden bruiloft vierde.)
Het mirakel van Weelde
In diezelfde tijd was er ook een grote toeloop
van volk naar Weelde in België, even over de
grens. Velen reden er per rijtuig op af, anderen
hadden er een urenlange voettocht voor over. Ook
mijn baas, de oude Frans van der Schoot - zo
vertelde de oprakelaar van dit dorpse nieuws uit
Oud-Tilburg, op de hoek van de Tuinstraat en
IJzerstraat waar ik destijds werkte - voelde er
wel voor ook eens te gaan kijken. Hij sprak met
zijn knechts af er samen naar toe te gaan. Hij
zou het uitstapje regelen. Hij kwam met de
boodschap af, dat Piet Spierings, de caféhouder
en rijtuigverhuurder op de hoek Emmastraat en
vrijdagse markt, hen allemaal heen en terug zou
rijden voor twee kwartjes de man. Toen de dag
van 't vertrek naderde, scheen mijn baas Van der
Schoot er een beetje verlegen mee te zitten. Het
zou in de gaten lopen en daarom stelde hij voor
te voet tot 't Korvels kerkhof te gaan en daar
dan maar in 't rijtuig te springen. Zo gezegd zo
gedaan. We reden gezellig en er was veel volk op
de weg, dat er klaarblijkelijk ook heen trok.
"Onwaardig"
Toen we in Weelde aankwamen, wees men ons naar
een "heul" waar het water doorliep en daar was
het mirakel te zien. Er lagen heel wat mensen te
kijken, doch door al dat geloop was de grond
slikkerig geworden en de Belgen wilden wel 'n
paar Hollandse centen verdienen. Ze legden
daarvoor een paar zakken op de grond en daar
konden de kijklustigen à raison van vijf centen
op gaan liggen. Het lag er zó vol
nieuwsgierigen, dat men op en over elkaar rolde
met de vraag: "Ziede iets?" De een zei "Ja", de
ander mopperde wat en twijfelde. Ik meende iets
te zien, maar 'n kameraad uit de werkplaats, die
'n godsdienstig man was, zei pertinent: "Neen".
"Wel," repliceerde toen 'n Belg, "dan bende nie
waardig 't te zien, ge zijt niet zuiver van
zonde." Doordat zich zoveel volk dooreen bewoog,
zag men voor en na op het water iets, dat op
figuren geleek en bovendien kon men
verschillende kleuren onderscheiden. Doch dit
laatste was vermoedelijk veroorzaakt door er
bronolie op te gieten.
Ten slotte huiswaarts; de een voldaan, de ander
niet. Men stond ons reeds op te wachten om te
weten of het de reis waard was. Vele vrouwen uit
de buurt gaven zich aan Spierings op om haar er
de volgende dag heen te rijden, want we hadden
gezegd, dat het schoon was en ze zo'n mirakel
nog nooit gezien hadden. Maar de roep van 't
vreemde verstierf spoedig. Men had er genoeg van
en 't strovuurtje doofde even snel als 't
opgevonkt was.