Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 24 augustus
1957
Typisch Tilburgs
en Tilburgse typen 8
Oude gebruiken, grappen en
grollen
Hasseltse litanie
Opmerkelijk is het, hoe de bedaagde Tilburger
meeleeft met hetgeen we tot heden onder
bovenstaande titel publiceerden. Men bewijst dit
door het inzenden van gegevens over
gebeurtenissen uit vroeger jaren. Zo vermeldden
we reeds de zg. "Hasseltse litanie", die in de
wijk Hasselt vroeger door buurtjongens op
gezellige zomeravonden gezongen werd, als zij na
het werk op de stoeprand stonden te buurten. Een
volledige tekst klonk volgenderwijs:
voorzanger: Willeke Leyten heej 'n kèr,
koor: ora pro nobis.
voorzanger: De burries zèn van maaste spèr.
koor: ora pro nobis.
Tienus Bierkens heej 'n klèp, o.p.n.
Ze lèkt wel op un mölkschep. o.p.n.
Jaon van Riel woont aachter de kapel, o.p.n.
Hij heej 'n wèèf mar z'is nie wel. o.p.n.
Drik Heeren heej un biljèrt, o.p.n.
Ze willen er op speulen mar 't is niks wèrt.
o.p.n.
Toon Vromans heej tien jong, o.p.n.
Ze staon allemaol aan de règenton. o.p.n.
Jantje Mutsaers heej 'n wèèf, o.p.n.
Lang van benen, kort van lèèf. o.p.n.
Sjaak Kolen heej unnen hond, o.p.n.
Van veuren spits, van aachtere rond.
Jaans van den Broek zit in den hoek, o.p.n.
Ze vangt de vlooien uit Kees z'n broek. o.p.n.
Boer Hooyen heej innen trog, o.p.n.
Zò gère bakken mar heej ginnen rog. o.p.n.
Giel Schèr (Scherders) heej 'n kaast, o.p.n.
Waor ginnen ene sleutel op paast. o.p.n.
Jaans Klaai zit onder de ton, o.p.n.
Ze zit te bruujen op elf jong. o.p.n.
Tot zover het relaas van mijn "medewerker". Op
dit gezang konden natuurlijk nog veel meer
rijmelarijen gevolgd zijn, doch men had dan de
naaste buurtbewoners op onschuldig koddige wijze
de revue laten passeren en was voor die avond op
deze manier uitgezongen. Er kwam 'n kwinkslag of
een vertelsel over een of andere gebeurtenis tot
het bedtijd werd en het groepje uiteen ging om
'n ander maal de pret te herhalen.
"Mèskes spinning"
De "mèskes spinning" was ook iets aardigs voor
de meisjes. Als in de buurt iemand trouwde,
kwamen de buurmeisjes daags daarna op visite. De
jongens wisten er van en er waren er altijd, die
zo'n gelegenheid benutten om er een lollige
avond van te maken. Zou nu onder dit gezelschap
een meisje uit 'n andere buurtschap bijv.
Korvel, dat in de Hasselt kwam, zijn, dan kon
zo'n kind 's avonds niet naar huis, doch bleef
bij die familie overnachten, wijl zij anders
door de jongelui van de "Hasseltse schuit"
gemolesteerd zou zijn.
De slacht
'n Evenement was het ook als er 'n varken
geslacht was. Dan werd bij de buurlui de
boodschap gebracht: "Jan, Kees en Piet, ons
vèrken is ziek! Hedde 'm nie heure kwèke? Ge
moet van avet ies kome kèke." Achteraan werd nog
gezegd: "De fles ies vol!!" Dan zaten de
eigenaar en de bezoekers in het rond in de kamer
op de hurken tegen de muur met in het midden een
emmer jenever, waaruit geschept werd met hetgeen
men als drinkgerief bemachtigen kon. Sommigen
brachten zelf een borrelglaasje mee, meestal
zonder voet. Daarbij kwam soms nog "de
pensenkermis" of "het pensenfeest", dat een
smulpartijtje bij gelegenheid van het slachten
was, waarbij "de penserij" van het zwijn lekker
bereid werd.
Natuurlijk was zo'n vertrouwelijk samengroepen
aanleiding tot allerlei grollen en grappen en
aldra werd er gezongen, dat het een lust was. De
Tilburger staat bekend om zijn goeie zangers en
de liefde voor muziek en zang is hem aangeboren.
Ook het zg. "voordragen" is hem niet vreemd. De
komische noot werd daarbij zelden gemist.
Vandaar dat hier vroeger tal van spot- en
leugenrijmen in omloop waren, die bij tal van
gelegenheden op de proppen kwamen. We hebben er
enkele van kunnen achterhalen, die we een
volgende keer neerschrijven om er folkloristen
en speurders naar vroegere gebruiken 'n genoegen
mee te doen. Geest zat er wel in.
Niet welkom
Hierboven schreven we over 'n borrelglaasje
zonder voet. Op het "pensenfeest" had dit geen
bijzondere bedoeling, doch als iemand in een
café kwam en om 'n borrel vroeg, terwijl de gast
aan de kastelein niet aangenaam was, zodat deze
hem graag vlug zijn zaak zag verlaten, dan
schonk hij hem wel in een glaasje zonder voet.
De bezoeker wist dan wel hoe laat het was en
verdween rap, soms zonder betalen.
Begrijpelijkerwijs moest de herbergier goed op
zijn tellen passen en weten met wie hij zo'n
spelletje uithaalde, want was het 'n guur
individu of een vechtersbaas, dan liep zoiets
niet zonder kleerscheuren af. En vechten was
vroeger aan de orde van de dag. Veldwachters,
die in de regel "er ook niet in spuwden" (zoals
de volksmond dit uitdrukt), terwijl de kastelein
hun binnenkomen vaak onderkende als 'n manier om
'n gratis borrel "achter de kiezen te wippen",
ondervonden die behandeling vaak. Doch als regel
trokken die er zich weinig van aan: hun
eergevoel bleek menigmaal onvoldoende ontwikkeld
om er de gevoelige les uit te trekken, die er
toch ontegenzeggelijk in school.
Dan is de tijd toch wel in gunstige zin
veranderd, zou men zo zeggen, nietwaar?