CUBRA

INHOUD TYPISCH TILBURGS
HOME 
AUTEURS

Typisch Tilburgs - Auteur onbekend

redactie: Ben van de Pol

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 14 juli 1958

 

 

Typisch Tilburgs en Tilburgse typen 14

 

Van trog, mölk en rome

 

 

Nog eens de Hasseltse litanie

Het nageslacht vlecht geen kransen voor de dagbladschrijver, heeft dr. Funder, hoofdredacteur van de vroegere Weense Reichspost, eens gezegd. Van zijn werk, hoe verdienstelijk ook, blijft slechts over wat gedurende het leven in de ziel van het volk is ingeplant. Hieraan werd onwillekeurig gedacht bij het nalezen van de twee reacties, die de vorige bijdrage dezer serie op de redactietafel bracht.

De ene was een zeer nauwkeurige en terecht gezonden aanmerking op een schrijffout. Wat toch was het geval? Er komen vaak briefjes om een uitdrukking of woord toe te lichten en zo enigszins mogelijk worden die beantwoord. Uit een vroeger weergegeven "Hasseltse litanie" was gevraagd naar "'n trog" en naar "'n mölkschep" en daarop was dezerzijds een toelichting gegeven, waarin gezegd werd, dat in de trog gebakken werd. Natuurlijk was dit "'n slip of the pen", want in de oven bakten de boer en de bakker, nadat in de trog het deeg bereid was. Om de woorden van mijn gewaardeerde opponent weer te geven: "In een trog wordt (werd) het meel plus de gist, plus water en/of melk en andere bestanddelen (eieren, krenten, rozijnen) tot deeg verwerkt, dat vervolgens in een sterk verhitte oven of op een heet vuur de volgende bewerking ondergaat, die men bakken noemt." U ziet, dat er met aandacht gelezen is. Daarvoor dezerzijds waardering.

Een andere verklarende opmerking betreft melk en karnemelk. Er stond: "..... met 'n mölkschep schepte men melk uit de karnton ....." Daarop sluit aan de vraag of het woordje "mölk" hier niet de "Tilburgse" weergave is van karnemelk. Trouwens in een groot gedeelte van Brabant gebruikt (gebruikte) men dit woord in plaats van karnemelk. Men schept uit de karnton wel geen melk maar karnemelk. Voor melk zegt (zei) men liever "rome", min of meer met variatie in de "ro"-klank uitgesproken. Mölk wordt (werd) ook gebruikt om zelfs de "pap" aan te geven, die met karnemelk i.p.v. met melk is klaargemaakt.

Wij geven een en ander zo uitgebreid weer omdat hier het daadwerkelijke bewijs geleverd is, dat het goed is aan folklore in het algemeen en aan dialect in het bijzonder voor en na aandacht te wijden. Al is dit voor een "dagblad" geen nieuws-van-alledag, zeker is, dat het voor menigeen nieuw is en prettiger lezen, dan spoetnikverhalen en -leuzen naast onrustig makende "nieuwtjes". Nogmaals dank voor zulk medeleven, dat tot nog meer aandacht leidt.

 

Een andere litanie

We hebben reeds twee maal een "buurtrijm" weergegeven en nu volgt er waarachtig weer een derde op van een oud-Tilburger, die in Oosterhout woont. In vorige opstellen lieten we al uitkomen, dat die naam "litanie" te danken is aan de gewoonte - bij het samenzingen op de stoep voor 't huis of in 'n café, na de voorzanger, die 't rijmke verzon - gezamenlijk in te vallen met ora pro nobis of viva brokkelorum. We zullen dus de derde versie ook nog weergeven. Daaruit zult ge een smeuïg dialect beluisteren, dat zelfs bij de voor- en achternamen uitkomt. Van "vertaling" zullen we ons ditmaal onthouden.

 

     Mie Verhiel zit achter de kapel, (refrein)

     As ze begient, ies ze nie wel! (refrein)

 

     Tontje Vromans zit in de ton, (refrein)

     Hij zit te bruje op elf jong. (refrein)

 

     Suske Leijten hé innnen trog, (refrein)

     Hij zô wel bakken, mar hij hé ginnen rog. (refrein)

 

     Tumke van Bezouw zit in de rij, (refrein)

     Hij mokt alle mèskes blij. (refrein)

 

     Jaans Klaai zit in den hoek, (refrein)

     Ze vangt de vlooien uit Kees z'n broek. (refrein)

 

     Kiske Heeren hé un biljert, (refrein)

     Ze speulen der op, maar tis niks werd. (refrein)

 

     Tinus Bierkes hé un klep, (refrein)

     Ze kan wel dienen vur mullikschep. (refrein)

 

     Jan Veroeve hé nun hond, (refrein)

     Van veure spits, van aachtere rond. (refrein)

 

     Peer Heerkes hé un keir, (refrein)

     De burries zen van een maaste speir. (refrein)

 

     Bult Bertens hé un kaast, (refrein)

     Waor ginne ene sleutel op paast. (refrein)

 

     Jantje de Kok hé unne meule, (refrein)

     Assi draait, begienti te speule. (refrein)

 

     Jaontje Baajes hé un wan, (refrein)

     Waor ie zun deeg in schudde kan. (refrein)

 

     Tiest Verriel hé un wijf, (refrein)

     Kort van been mar dik van lijf. (refrein)

 

     Nol Veroeve hé nun haon, (refrein)

     Daor ies gin buik of bil meer aon. (refrein)

 

     Sjaak Kole hé nun os, (refrein)

     Assi ..... dan briktie los. (refrein)

 

     Boer Zeep hé nun ram, (refrein)

     Zen Mie is er de laaister van. (refrein)

 

     Jantje Mutsaars is unnen boer, (refrein)

     Daorom kèkt zun vrouw zo zoer. (refrein)

 

In de dagen, dat zo'n spotrijm ontstond, zette dat soms kwaad bloed. Maar als er niet op gereageerd werd, was de lol er vrij vlug af en werd iets anders verzonnen door de jongelui om er wat losse lol mee te hebben.

Naar begin van de pagina