©

Tekst  Donata van de Ven

&

Stichting Cubra

Fotografie: Donata van de Ven tenzij anders vermeld

 

Eric Vloeimans heeft een eigen website:

KLIK HIER

Donata van de Ven

een muzikale ontmoeting met

Eric Vloeimans

"Ik ben in de Tilburgse Jazz scene voor het eerst naar buiten gekomen. Daarom denkt iedereen dat ik een Tilburger ben. Dat vind ik niet zo erg want dat was toen in een soort tweede generatie na Niko Langenhuijsen (bassist) en daar wil ik best graag mee geassocieerd worden. Maar ik ben geboren in Huizen, Noord Holland, op 24 maart 1963. Het is wel grappig, er zijn op dat tijdstip twee trompettisten geboren in de wereld; Dave Douglas en ik. Hij op het Amerikaanse continent en ik hier!"

Na een paar jaar verhuisde het gezin weer naar Den Bosch. Eric is dus wel grotendeels in Den
Bosch opgegroeid. Hij speelde bij de Heineken Fanfare en zat er op de muziekschool. Ook zijn eerste trompetlessen kreeg hij in Den Bosch. Op zijn 19e vertrok hij naar Rotterdam om daar te gaan studeren aan het conservatorium.

Ik moest er maar niet mijn beroep van maken

Eric heeft zijn muzikaliteit niet van huis uit meegekregen. In zijn familie maakte niemand muziek. De eerste aanzet werd gegeven door de vader van een vriendje van hem die fluitist was in het Brabants Orkest. "In die tijd, ik was toen ongeveer 9 jaar, kon je een cursus AMV volgen (Algemene Muzikale Vorming) op school en je moest dan ook een instrument kiezen. Het was eigenlijk toch altijd wel koper waar ik voor viel. Ik was gek van trombone en trompet, en uiteindelijk is het trompet geworden. Ik heb toen les genomen op de muziekschool in Den Bosch en later ben ik in de Heineken Fanfare terecht gekomen. Daar heb ik heel erg veel geleerd. Noten lezen, blazen. We speelden op concoursen, voetbalwedstrijden ook in de Carnavalsclub. Mijn docent op de muziekschool in die tijd had les van Niko Langenhuijsen. Die docent vond het wel leuk om dat ook weer door te geven en zo leerde hij mij wat de blues was want daar snapte ik nog niet zoveel van. Hij startte toen een bigband en ik speelde dan de solootjes. Ik kon het wel niet maar ik was wel de enige die het durfde. Zo is het een beetje begonnen. Dat soleren, ik vond het doodeng maar het trok me wel aan. Kennelijk was er toch iets wat eruit moest!

Ik werd in Tilburg en Rotterdam op het conservatorium aangenomen maar in Utrecht werd ik afgewezen. Daar zeiden ze dat ik er maar niet mijn beroep van moest maken. Maar ik was ook nog helemaal niets. Een leraar die daar les gaf heeft mij op bepaalde spirituele sporen gezet waardoor ik beter ben gaan spelen na mijn conservatoriumtijd. Hij vertelde mij dingen die ik superinteressant vond maar pas veel later kwam het moment waarop ik begreep wat hij bedoelde en ik echt van hem kon gaan leren. Dat moment kun je niet afdwingen.

Ik koos uiteindelijk voor Rotterdam maar was toen nog helemaal niet zo met Jazz bezig. Ik kwam uit een niet zo’n cultureel gezin en op school zaten mensen die al een veel bredere muzikale achtergrond hadden. Ik was echt helemaal geen hoogvlieger! Mijn embouchure bv. was vreselijk. Embouchure wil zeggen, je lippenstand ten aanzien van het mondstuk. Trompet is heel fysiek. De trillingen van je lippen, alles wat je met je tong doet. Hoeveel ruimte er zit in je keel, de beheersing van de spiertjes en wat je met je ademhaling doet. Niet teveel, niet te weinig, precies het goede. Het is eigenlijk hetzelfde als het jongentje dat viool speelt en met zijn strijkstok zit te krassen. Opeens heeft hij een helder geluid. Daar kun je het een beetje mee vergelijken. Die goede embouchure vinden dat was voor mij echt een drama. Ik kon nog geen etude uitspelen, was na één regel al moe. Maar toch wist ik op een of andere manier dat ik hier in door moest gaan en dat liep ook parallel met mijn interesse voor Jazz muziek. Tijdens mijn eerste jaar op het Rotterdams Conservatorium waar ik klassieke muziek deed, had ik ook les van Henk Koekoek op de muziekschool in Tilburg. Ik was 19 en hij was 15 jaar ouder. Hij was een hippe gast die in Amerika was geweest en prachtige verhalen kon vertellen. Ik wist nog niet eens wie John Coltrane was. Henk stond daar heel mooi tussenin.

Henk Koekoek

Ik beschouw mezelf als een laatbloeier

In Rotterdam had ik les van Cees Smal, multi-instrumentalist. Hij zat in een bigband en daarin hadden ze een tekort aan trompettisten. Ik keek heel hoog op naar die mensen want ik snapte helemaal niet hoe dat improviseren werkte en dat is toch waar Jazz over gaat. Ik deed altijd maar wat. In die tijd was ik ook heel erg onzeker over mezelf. Ik durfde bv. nauwelijks meisjes aan te spreken en mezelf op de voorgrond te zetten. Als er gesoleerd moest worden was ik blij als iemand anders het deed. Zo erg was het. Ik kom van ver, ik beschouw mezelf wel als een laatbloeier. In een dapper moment heb ik eens aan Cees gevraagd of ik een les van hem mocht bijwonen en of ik eens een stukje voor hem mocht komen spelen. Hij was daar toch wel van onder de indruk en vroeg of ik bij hem wilde komen studeren. Maar ik zat nog steeds te worstelen met mijn embouchure. In die tijd speelde ik overal waar ik maar kon spelen. Dus ik zat zowel in het symfonieorkest als in het harmonieorkest, in een salsa-ensemble als in een bigband en ook nog in een funkensemble bij Henk Sprenger. Ik volgde Klassieke muziekgeschiedenis en Jazzgeschiedenis en solfège klassiek en Jazz. Ik had dus een programma waar de honden geen brood van lusten en dat trok ik niet. Daarbij kwam nog dat ik uit een gezin kom waar zo’n soort mentaliteit heerste van, doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg, en afmaken wat je begint. Maar ook, waar ik nooit geleerd had naar mijn eigen gevoel te kijken en dus heel erg in mijn omgeving ging toetsen wat men van mij vond. Ik kon geen eigen mening vormen over wat ik moest doen.

Het werd me toen heel makkelijk gemaakt, want toen ik van het eerste naar het tweede jaar ging op het conservatorium gaven mijn leraren aan dat ze het niet zagen te zitten om mij twee opleidingen te laten volgen, Klassiek en Jazz. Ik moest dus kiezen en heb voor Jazz gekozen. Ik was een onzeker, grijs vogeltje maar ben met een 9,5 cum laude afgestudeerd. Dat dan weer wel. In het derde jaar brak er ook iets door met mijn embouchure waardoor ik veel meer durfde. Het heeft echt zijn tijd nodig gehad."

Foto: Koen Scherer

Dit gaat over het meesterschap

Nu echter ziet de toeschouwer een sterke persoonlijkheid met een zeer eigen stijl op het podium staan. Een artiest die een kunstenaar blijkt te zijn in het beroeren van zijn publiek.

"Wanneer je op het podium staat is het net alsof de tijd helemaal weg is voor mij. Ik kom in een soort energetische zone terecht die vibreert en circuleert tussen het publiek en mij. Dat gebeurt steeds vaker en dan merk ik dat ik weer een stapje verder ben. Een soort vanzelfsprekendheid. Dit gaat over het bereiken van het meesterschap. Daarom vind ik het ook niet erg om ouder te worden. Omdat ik steeds meer leer over mezelf, spiritualiteit en hoe de dingen zich vormen. Alles wat je hebt meegemaakt is gewoon nodig om te worden wie je bent en hoe je bent. Ik had het ook niet sneller of anders kunnen doen want ik heb alles gedaan naar mijn eigen inzicht van dat moment.

Ik zeg niet dat ik de beste ben. Een amateur zou misschien technisch beter kunnen spelen dan ik, maar je onderscheidt je als professionele musicus door een constante kwaliteit te waarborgen. Daar komen nog zaken bij als bandleider zijn, je musici uitzoeken. Musici waarmee ik met gemak die kwaliteit kan leveren. Ik wil het gewoon in mijn leven naar mijn zin hebben. Hoe kan ik mezelf blij maken met mijn eigen muziek? Je moet jezelf dan wel centraal stellen. Als je het voor jezelf zo goed mogelijk maakt, zonder je überhaupt om het publiek te bekommeren, dan betekent dat dus dat je voor jezelf de beste keuze hebt gemaakt in je composities. Dat betekent dat je voor jezelf zo goed mogelijk trompet speelt omdat het gewoon heerlijk is om jezelf als een vis in het water te voelen met je eigen instrument. Het betekent ook dat je voor jezelf de beste microfoon hebt gekocht, dat je de beste musici hebt gezocht die jou het beste laten klinken. Maar als zij mij goed laten klinken, laat ik hun ook weer goed klinken. Als die mensen daar dan op dezelfde manier in staan als ik, dan heb je dat energetische veld wat ronddraait en wat overslaat op het publiek.

Ik wil graag mijn eigen schilderij maken

Ik heb met heel veel muzikanten samengespeeld. Veel verschillende dingen gedaan en ik wil heel erg graag gastmuzikant zijn maar ik wil toch mijn energie toespitsen op mijn eigen groep(en). Ik wil graag mijn eigen schilderij maken. Ik ben de aanjager en de grote verantwoordelijke. Van mij moet het grootste initiatief uitgaan. Als je zoiets doet onder je eigen naam dan moet je ook alle verantwoording nemen. Ik geloof niet in totale democratie. Daardoor zijn er wel dingen over de kop gegaan. Ik heb graag alle inspraak. Ik denk wel dat ik mensen heel veel ruimte kan geven, ze vraag wat zij ervan vinden en hoe we iets kunnen oplossen. Ik wil ook graag dat ze hun ziel laten spreken en laten zien wie ze zijn. Uiteindelijk moet er wel een beslissing genomen worden. In dat opzicht ben ik wel een leider. Ik vind het waanzinnig leuk om met mensen dat avontuur aan te gaan. Ik hoop mensen zo erg te inspireren dat het ook hun schilderij wordt. En dat is op het moment aardig aan het lukken.

Ik denk dat ik nu persoonlijkheden om me heen heb verzameld met een hoog niveau qua talent en muzikaliteit."

Eric maakt in zijn band Gatecrash gebruik van elektronische vervorming van zijn trompetgeluid, wat zeker ook een bijdrage levert aan zijn unieke klank.

"De manier waarop je speelt is eigenlijk ook de manier waarop je spreekt. Er zijn mensen die beginnen te praten maar geen charisma hebben. Daarbij val je meteen in slaap. En je hebt mensen waarbij je niet meer precies let op wat ze zeggen. Dan is het gewoon mooi hoe ze het de wereld in brengen. Barack Obama bv. is zo’n man, daar wil je wel naar luisteren. Op alle niveaus is de verpakking belangrijk. Die verpakking moet de mensen aanspreken. Maak wat er in je hart zit en laat dat spreken. Dat is het beste wat je van jezelf kunt geven. Dus moet je goed opletten hoe je het verpakt. Aan mijn klank heb ik altijd veel aandacht besteed. Al vanaf mijn conservatoriumtijd was ik geïnteresseerd in effecten. Ik wist alleen niet goed hoe ik dat moest doen. Ook in het begin van Gatecrash worstelde ik daarmee. Er was toen net een nieuw apparaat uit wat ik helemaal te gek vond. Ik kon dat ook ineens plaatsen in Gatecrash (Eric, Jeroen van Vliet; Fender Rhodes, Gulli Gudmunsson; bas, Jasper van Hulten; drums). Toen is ook de beslissing gevallen dat Jeroen van Vliet geen vleugel meer zou spelen maar alleen nog Fender Rhodes, om het geluid van de band eenduidig te maken.

Jeroen van Vliet

Het is een ontwikkeling die ik heel erg leuk vind en bij een bepaald soort muziek heel erg vind passen. Bij Fugimundi (trio met Eric, Harmen Fraanje, vleugel, en Anton Goudsmit, gitaar) denk ik er niet over om dat apparaat te gebruiken."

Eric met Harmen Fraanje

Achter een trompet kun je jezelf niet verschuilen

De trompet waar Eric sinds 2,5 jaar op speelt is van Nederlandse origine. Hij is gebouwd door Hub van Laar."Vroeger waren er vooral de grote bekende merken zoals Bach of Schilke. De laatste jaren zijn er veel nieuwe kleine(re) bouwers bijgekomen. Ik ben erg tevreden over het diepe donkere geluid van deze trompet. Hij is heel flexibel en multi-inzetbaar. Je kunt het geluid kneden.

De trompet is een instrument waar je jezelf helemaal niet achter kunt verschuilen. Ik denk dat mijn sensitiviteit met dit instrument goed tot uiting komt. Het past ook heel erg bij mijn extraverte persoonlijkheid.

Je kunt er zo veel mee vertellen. Je kunt er een harde schreeuw mee geven of zachter dan zacht spelen. Het past heel erg bij wat ik voel."

Ondanks zijn drukke concertagenda geeft Eric een aantal uur les op de conservatoria van Rotterdam en Den Haag.

"In Alkmaar en Utrecht werd ik aangenomen maar heb ik zelf ontslag genomen. Ik werd op verschillende conservatoria gevraagd maar vond het niet overal even leuk. Wel heb ik op verschillende plekken workshops gegeven, ook in het buitenland. Het lesgeven houdt me scherp. Waar het werkelijk over gaat in het vak is toch dat podium. Daar wil je iedereen voor opleiden. Maar hoe breng je dat nou over? Wat is de connectie tussen podium en school. Die ben ik zelf soms kwijt. Het leukste vind ik als leerlingen zo maar uit zichzelf muziek gaan schrijven. Het hoeft niet allemaal goed te zijn, of te kloppen. Maar neem eens een idee mee, dan gaan we daarmee aan de slag in de les. Dat vind ik interessant. Het proces wat je in gang zet is nog leuker dan het stuk zelf.

Ook vraag ik mijn leerlingen om eens te komen kijken naar een optreden, om ze te laten zien hoe ik het doe op het podium en hoe dat nou werkt, optreden. Dan maak je het bespreekbaar.

Ik heb moeite om me alleen maar met dat technische bezig te houden, dat is niet waar het alleen over gaat. Het is een veel groter plaatje. Dat mis ik wel eens op scholen.

Eric met Rotterdams Philharmonisch Orkest

Vrij zijn is de ultieme uitdaging

Het is zo belangrijk dat je authentiek voor jezelf kiest. De Amerikanen bv. hebben de Jazzmuziek uitgevonden en zij hebben dat over de wereld verspreid. Maar het kan niet anders zijn dan dat de muziek zich ontwikkelt en verandert door allerlei culturen heen. Ik vraag me zelf wel eens af of de muziek die ik maak Jazzmuziek is. Maar eigenlijk interesseert me dat niet eens. Ik zou het begrip Jazz niet eens goed kunnen definiëren omdat ik het niet leuk vind om te definiëren. In ieder geval heeft muziek waar helemaal niet in geïmproviseerd wordt niets met Jazzmuziek te maken.

John Coltrane

Ik ben er ook nooit mee bezig om binnen een bepaalde stijl of principe te schrijven of om ergens bij te horen. Diegenen die de grootste critici zijn, en dat zijn meestal de muzikanten, dat is misschien wel het minst grote gedeelte van mijn publiek. Als je mensen kunt bereiken met muziek terwijl ze daar helemaal niets vanaf weten. Als mensen daar iets bij voelen, dan is dat toch geweldig!

In Ierland kwam een vrouw na een optreden van Gatecrash naar mij toe die zei dat er die avond door de muziek gevoelens bij haar waren aangeraakt waarvan ze niet eens meer wist dat ze die nog had. Dat vind ik waanzinnig! Dat gaat ver boven alle prachtige recensies. Daar doe ik het voor. Als kunst in welke vorm dan ook heel duidelijk is kan het je hart raken.

Foto: Koen Scherer

Dit is wat ik met mijn leven wil doen. Het is gewoon heel erg leuk om muziek te maken en die energie te delen. Om dat proces met mezelf en anderen aan te gaan.

Ik denk dat we in de wereld heel erg bezig zijn met angst, en wie brult het hardst. Een grote dierentuin. Te veel machistisch gedrag en te weinig respect. Ik vind het mooi dat een aantal mensen zoals Deepak Chopra, Eckhart Tolle en de Dalai Lama, die spiritueel bezig zijn vanuit het hart, heel erg beroemd worden. Ik denk dat het heel belangrijk is dat iedereen het goede in zichzelf ontdekt. Vrij zijn is mijn ultieme uitdaging. Vrij zijn om de persoon te zijn die ik ben. Vrij zijn om de muziek te maken die ik wil, zonder dogma’s. Als een jongetje dat in de zandbak zit te spelen, kraaiend van plezier."

"Als je loslaat heb je twee handen vrij"

Eric Vloeimans, 25 december 2008